2
VERGADERING VAN 6 APRIL 1916.
Vaststelling van het project der eleetrificatie onzer gemeente.
wellicht ook lager zijn. Dan komt er nog bij, dat wij
weer met eene nieuwe maatschappij in zee gaan. De
ondervinding met de Waterleidingmaatschappij heeft ons
juist niet zoo sympathiek doen stemmen tegenover maat
schappijen, die voor ons iets doen. Wij hebben nu echter
het voordeel, dat een onzer medeleden commissaris van
deze maatschappij is; wij kunnen dus met meer vertrou
wen verwachten, dat het werk wat moet geschieden, geheel
naar onzen zin zal geschieden, maar wij moeten |het
toch afwachten. Ik vind het beste kalm aan te zien; het
eerste project zooals ons dit door prof', van Swaay" aan
geraden is uit te voeren en dan afwachten wat de toe
komst brengt. Gaat de vraag naar electriciteit vooruit,
dan maar zachtjesaan vergrooten. Ik geloof, dat dit de
weg is, die wij moeten volgen.
De heer G. Konings: Mijnheer de Voorzitter! Ons col
lege staat hier ongetwijfeld voor eene zeer belangrijke
beslissing. Het geldt hier de eleetrificatie onzer gemeente.
Dien gemeenteraad wordt ter beslissing voorgelegd te be
sluiten, die onderneming te beginnen met een kapitaal
van één of wel twee ton.
Ofschoon ik in 't algemeen een groot voorstander ben
om de gemeente zoo zuinig mogelijk mede te beheeren, zoo
kan ik mij toch niet vereenigen met het gesprokene door
den geachten vorigen spreker. Ik maak mij sterk, dat
met bet oog op de toekomst het beslist voor onze gemeente1
voordeéliger en ook nuttiger zal zijn om ineens het elec-
trisch net op zoodanige wijze aan te leggen, dat het van
het begin af flink rendabel kan worden. Ik geef toei,
dat het eene groote onderneming is, maar hier tegenover
staat, dat de tijd nu eenmaal van dien aard is, dat, wanr
neer ©ene zaak in de tegenwoordige tijdsomstandigheden
flink wordt aangepakt, ook de mogelijkheid bestaat,- dat
zij het flinkst rendeert.
Wanneer wij slechts een gedeelte van Roosendaal in
het electrisch net betrekken, dan is heit beslist onmogelijk
dat Roosendaal in zijn© totale uitgestrektheid van aan
sluiting aan dat net kan profiteeren. Wanneer wij heit
eerste voorstel aannemen en ©en net bouwen van 13 K.M.
vrees ik, dat wij al heel gauw verplicht zullen wordejn-
tot uitbreiding van dat het over te gaan, willen wij ge
heel Roosendaal van de noodige aansluitingen voorzien.
Ik vrees, dat wij dan in de toekomst beslist duurder,
uit zullen zijn, als wanneer wij nu dei zaak ineens flink
aanpakken; het net leggen tot de uiterst© grenzen der
kom, waardoor wij eenieder de gelegenheid geven aan
te sluiten.
Ik ben er dan ook voor Mijnheer de Voorzitter en zal
er mijne stem met genoegen aan geven om niet het eerste
plan maar het tweede plan van aanleg aan te nemen.,
De heer Van Gastel: Mijnheer de Voorzitter! Ik ben
het met den eersten spreker ©eins, aan hetgeen Ipij ge
zegd heeft, behoef ik niet veel toe te voegen. Wat hij
gieizegd heeft is ook geheel en al mijn idéé en ik zal dan
ook mij'ne stem geven aan het eerste plan zooals dit door
prof. van Swaay voorgesteld is.
De hoer P. KoningsMijnbeer da Voorzitter! Ik ben
het ie©ns met de vorige sprekers, de heeren Heerma van
lVoss en Van Gastel, gezien de, enorme uitgaven, die de
gemeente tegenwoordig te do©n heeft. Wij hebben hier
leen© mooie gelegenheid om een goed net te krijgen. Wan
neer wij tot het eerste plan besluiten, geven wij ruim een
ton minder uit en ik geloof zeker, dat dit voor ons in, de
toekomst erg voordeelig zal zijn, temeer daar wij terdege
rekening moeten houden met de gasfabriek. De heer Ver
heijen heeft in de vorige vergadering gezegd, dat wij'
terdege rekening moeten houden met de gasfabriek en
wij moeten zorgen deze zoo maar niet in den grond 'te
boren. Wij hebben ©ene redelijke goede straatverlichting
en om die direct door electrisch© verlichting te vervangen,
daar zie ik voorloopig het nut niet van in.
Wij kunnen aan de ©erste behoeften, aan de drin
gendste aanvragen, eerst voldoen en zien wij, dat de
zaak goed marcheert, dan is het net altijd voor uitbreiding
vatbaar. Daarom ben ik het ©eins met de vorige sprekers
om het ©erste plan te nemen, waar dei gemeente het best
bij zal varen.
De heer De BruynMijnheer de Voorzitter! Ik ben
evenals de heer Heerma van Voss huiverig met ©ene;
nieuwe maatschappij in zee te gaan. Dat is voor mij'
het grootste bezwaar om mijne stem te geven aan het
voorstel tot aanleg van heit groote net. Het is waar, ihoa
flinker de zaak wordt aangepakt, hoe grooter het nejt
gemaakt wordt, hoe meer kans wjij hebben op succes.,
Wat de heer Verheijen de vorige vergadering gezegd heeft,
dat bij een plan van 13 K.M. leder die aansluit een klant
is, die wij afnemen van de gasfabriek,; is een feit, maar
daar staat tegenover dat bij verdere uitbreiding wij in
verschillende straten komen waar geen gasleiding ligt
en juist menschen wonen, die niet alleen voor licht maar
ook als kracht electriscben stroom zullen afnemen.
Het is voor mij een bezwaar met ©ene nieuwe maat
schappij te moeten aanspannen; kan de heer Verheijen
ons een geruststellend antwoord geven hoei die ons be
handelen zal, dan ben ik er wel voor te vinden mij ril©
stem aan het groote plan te geven.
De heer E. van Wely: Mijnheer de ■Voorzitter! Ik zou
ook wel met de eleetrificatie van geheel de gemeente wil
len medegaan, maar de tijdsomstandigheden moeten hier
wel degelijk in acht genomen worden. Ik zie eir een groot
bezwaar in. Wij hebben de vorige week gezien j.n welke
moeilijkheden wij kunnen komen. Wanneer daarmede een
aanvang is gemaakt, moet het toch voleind worden en
da gemeente zit er voor.
De heer K. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Ik deel
het gevoelen van den heer Heerma van Voss. Behalve de
motieven, die hij heeft aangegeven? kan ik dit nog zeggen:
Wanneer wij het net van 13 K.M. aanleggen, dan is daar
van een gedeelte bovengronds en ©eln ander gedeelte onder
gronds. In de toekomst kunnen wij derhalve beter beoor-
deelen wat het gemakkelijkst en helt best is voor onze
gemeente. Naar mijn idéé is een ondergrondsch net on
eindig veel beter dan een boyengrondsch. Wanneer wij
derhalve eenmaal zullen hebben ondervonden, dat b.v.
het bovengrondschei net veel in den weg staat en heel wat
minder in het gebruik voldoet dan een opdergrondlsdh,
kunnen wij naderhand, wanneer meerdere aansluitingen
noodig zijn, altijd nog de voorkeur geven aan een onder
grondsch net, al zal die aanleg dan veel duurder zijn.
Ik ben van dezelfde meening als de heer Heerma van
Voss om eerst de kat uit den boom te zien en hieft nqtj fe(
bepalen op 13 K.M.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! De
heer G. Konings heeft gezegd, dat hoe flinker wij de zaak
VERGADERING VAN G APRIL 1916.
Vaststelling van het project der eleetrificatie onzer gemeente.
aanpakken, hoe meer kans van slagen. Zeker, dat is waar,
maar wij mogen niet vergeten, dat wij hier ook eene gas
fabriek hebben. Wanneer wij het groote neit aanleggelu
en kans van slagen willen hebben, moet er ook op dein
grooten trom geroerd worden om aansluitingen te krijgen
en die moeten wij hebben juist in de plaats waar anders
het net van 13 K.M. zou gelegd zijn, want daarbuiten zal
het de eerste jaren zuiver© verliesposten geven. Wanneer
wif het klein© net aanleggen, dan kunnen wij d© belangen
der gasfabriek met die der electriciteit vermoedelijk sa
men doen gaan, doch wanneer wij éénmaal het 'groote
net ingevoerd hebben, loopt dat naar mijn idéé uit pp
een© winst voor de eleetrificatie, doch tot schade en on
dergang der gasfabriek.
De heer G. Konings: Mijnheer de Voorzitter! Naar aan
leiding van het gesprokene door den lieer Heerma van
Voss, wensch ik even te antwoorden, daar ik het met den
geachten spreker niet eens ben. Ik ben het wat dit punt'
betreft meer eens met den heer Verheijen, die in de vorige
vergadering heeft doen uitkomen, dat wanneer het elec
trisch net in geheel de gemeente tot de uiterste hoeken
toe wordt aangelegd, de gasfabriek in evenredigheid niet
die concurrentie zal ondervinden dan wanneer het net
alleen in de kom wordt aangelegd en zulks om de gegronde
reden dunkt mij, dat in de nieuwe wijken van Roosendaal
als het ware weinig gelegenheid is om aansluiting voor
gas te verkrijgen ©n juist daar de menschen en kleiniet
Bedrijven des te meer èn des te spoediger zullen aansluiten
aan het electrisch net. Daarom deel ik' in deze niet het
gevoelen van den geachten vorigen spreker en moet ik
bij mijn eerste idéé blijven.
De Voorzitter: Een punt is de discussies heeft mij
vreemd in de ooren geklonken; nameïijk dit: men zegt
huiverig te zijn zijne stem aan het voorstel te geven, om
dat men wederom imet eene nieuw© maatschappij in zee
dient te steken, fik geloof, Mjijneheeren, dat dit uit dei
discussies had kunnen wegblijven. Wij gaan wel met
eene nieuwe maatschappij in zee, maar vergeet niet, wij
gaan met de 'Provincie in zee. Wij mogen ons gerust aan
de Provincie toevertrouwen, die heeft de eleetrificatie voor
geheel Noord-Brabant in handen, en daarom zal ik van
het geopperd© bezwaar nimmer mijne stem afhankelijk
maken. Er bestaat ©en groot verschil tusschen eeinei par
ticulier© maatschappij, die ten eigen bate werkt en de pro
vincie, die geen winst beoogt en alleen aan een consortium
heeft opgedragen voor de uitvoering zorg te dragen. Daar
om, Mij nebeeren,- had ik dien factor liever niet in de de
batten gezien.
Met het voorstel, dat hier gedaan wordt, om het groote
project aan te nemen kan ik mij geheel vereenigeln.
Met vertrouwen geef ik daaraan mijne stem, omdat ik
voor mij de overtuiging bezit, dat de, personen, die ons; deze
zaak voorleggen, voor zich zeiven en voor hunne: eer dit
project niet zouden voordragen, indien zij zouden mee-
nen, dat het voor onze gemeente niet aanbevel©nspvaar
diger en voordeeliger was. Men kan over dit punt van mee
ning verschillen, maar waar wij hier van een© provinciale
aanbieding genieten, geef ik mijne stem met gerustheid
aan het voorstel, zooals het hier wordt gedaan onder voor
behoud van enkele wijzigingen die daaraan mochten noo
dig blijken en die de voorsteller aangeeft bij punt drie4
waar bij te kennen geeft, dat altijd wijzigingen in het pro
ject kunnen worden aangebracht.
De duurte der materialen zullen wij natuurlijk onder
vinden. Met degenen die daarom hunne stem weigeren,
ik heb dit reeds de vorige vergadering gezegd, kan ik
mij niet vereenigen. Wij beschouwen het als plicht mede
te werken en zooveel mogelijk te zorgen, dat de werk
zaamheden èn van het Rijk, èn van de Provincie èn van
de Gemeente voortgang vinden. Dat zijn wij verplicht om
in deze tijdsomstandigheden werkeloosheid te voorkomen.
Voor mij is dit dus geen bezwaar en met een gerust ge
weten zal ik dus mijns stem geven. Ik ga accoord met het
voorstel en met hen, die het voorgestelde groote plan kun
nen ondersteunen.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Wanneer
ik in 't kort de verschillende sprekers wensch te beant
woorden, dan kan ik niet nalaten den Voorzitter een op
recht woord van dank te betuigen voor zijne zeer waar-
deerenda woorden geuit op de ©erste plaats aan het adres
der Electriciteits Maatschappij in deze als vertegenwoor
digster der provincie optredende en in de tweede plaats
aan het adres van mijzelve, die het voorstel aan dein
Raad heb gedaan.
In het kort de discussies samenvattend© is het voor
naamste argument, dat naar voren is gebracht en waar
tegen door U reeds is geageerd, dat er bezwaar bestaat
met ©ene nieuwe maatschappij in zee te gaan. De nieuwe
maatschappij Mijnbeer de Voorzitter is, zooals U terecht
hebt opgemerkt, in deze de provincie Noordbrabant,
maar dat in zee gaan is in geen geval een© zoo nauv^ei
verbinding als gelegd is b.v. bij de wa ter leiding eixploitar
tie in Roosendaal. Wat deze nieuwe maatschappij doet,
is niets anders dan het opwekken en leveren van stroom.
Daartoe bepaalt zich uitdrukkelijk de taak der nieuwe
maatschappij. Alles wat de maatschappij meer doet, doet
zij alleen in het belang en op Verlangen der gelmelcinlle
Roosendaal. Wanneer de nieuwe maatschappij dat net
zou bouwen, geschiedt dat op verlangen van het gemaenter-
bestuur. Wanneer het gemeentebestuur meent, dat het
beter is niet in zee te gaan mat de P, Ni. 'E. MJ miaatr»
met ©en willekeurigen aanlegger van electrischei leidingen,
dan bestaat daartegen bij de maatschappij geen enkel be
zwaar. Alleen zou ik dit minder raadzaam achten, om
dat de controle op het af te leveren net in handen komt
van de P. N. E. M. krachtens de overeenkomst, dia met
de gemeente Roosendaal is gesloten. Daarin staal uit
drukkelijk vermeld, dat alleen dan stroom zal worden
geleverd in het net, wanneer dit bij keuring voldaan heeft
aan de eischen, die aan een .goed h©t kunnen wordeini
gesteld. Daarom zou ik het wenschelijk achten, dat da
bouw niet aan een anderen aanlegger van leidingen doch'
aan de maatschappij wordt opgedragen.
Hier moet wel onderscheiden worden, dat de geheiele
exploitatie niet in handen komt van de P. N. E. M. maar
in handen van het gemeentebestuur van Roosendaal, dat
de exploitatie volkomen eigenmachtig kan inrichten, zoo
als het zelve meent, dat het best© is. Van ©en nauw sa
mengaan met de electriciteits maatschappij is dus, voor
zooverre ik kan nagaan, geen sprake.
Een tweed© bezwaar Mijnheer dei Voorzitter is, dat?
uit alle argumenten, die ik aangehaald heb om het groote