VERGADERING VAN 29 MAART 1916.
Voorstellen tot het vaststellen van het project voor de electrificatie der gemeente.
voor veel gunstiger gelegen dan andere plaatsen welke
slechts met een tienduizend volt kabel kunnen bereikt
worden, want juist het verkrijgen van kabel is een factor,!
die nog in de lucht hangt, omdat de Engelscbe regeering
op het oogenblik geen kabel doorlaat, de Duitsche rcgeei-
ring in 't geheel geen kabel uitlevert omdat er veel koper
in zit en onze Nederlandsche fabrieken niet in staat
zijn in de behoefte aan kabel te voorzien.
De Voorzitter: Mijneheeren, ik heb eene kleine omissie
begaan, ik verzoek den Secretaris alvorens verder te gaan,
eerst voorlezing te geven van de: stukken die betrejffendei
dit punt ingekomen zijn.
Na voorlezing door den Secretaris zegt
De Voorzitter: Wij staan hier voor drie punten waar
omtrent wij vermoedelijk eene beslissing hebben te nemen.
Ie aanleg van een dlectrisch net, zooals dat door de
Provinciale Noord-Brabanlsche Electriciteits Maatschappij
aan ons is voorgelegd en waarvan de teekening voor U
heeft ter visie gelegen.
2e. ontwerp en bouw daarvan op te dragen aan de
P. N. E. M. op de bij haar gebruikelijke voorwaardejh
3e. intusschem de rentabiliteitsrekening te herzien met
het oog op de gewijzigde omstandigheden en van dit
nader onderzoek de beslissing omtrent de uitgebreidheid
van het te bouwen net te doen afhangen.
Als ik de zaak goed begrijp, dan is het thans zaak de
eerste twee punten af te handelen en het derde misschien
aan te houden.
De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Ik wilde
nog vragen of er voor onze gemeente een plan was waarin
het net is aangegeven en of dat plan gaat buiten de
kom der gemeente.
De Voorzitter: Misschien hier en daar, maar dat zal
van geen beteekenis zijn, zooals het hier op de kaart
staat. Daarom zou ik er voor zijn, dat door den Ge
meenteraad eene commissie werd benoemd die met den
heer Verheijen dit plan bespreekt en vaststelt en dit
in eene eerstvolgende vergadering definitief te regelen.,
Ik geloof, dat dit het beste zal zijn.
De heer Jac. Vos: Bij de plannen tot stichting jeenep
provinciale electrische centrale, had men vooral op het
oog de klem-industrie en den landbouwersstand ten dienste
te zijn. Er zijn mij gemeenten in deze provincie bekend
waar men in alle mogelijke buurten in staat wordt ge|-
steld van de electriciteit gebruik te kunnen maken. Mij
dunkt, dat het nu nog niet te laat is en dit ook noig voor
Roosendaal zou kunnen geschieden. Met een klein beetje
goeden wil kan dit best, het is toch niet of er een gas
leiding moet gelegd worden, men heeft alleen maar een
draad noodig en de aanleg zal dus niet zoo kostbaar zijn.,
Ik stel mij voor, dat verschillende buurteln, boerenbuur-
ten, in de gelegenheid zouden moeten worden gesteld,,
van de electriciteit gebruik te kunnen maken.
De heer Verheijen: Mag ik misschien eene verkeerde
opvatting, die bij den vorigep. spreker schijnt te bestaan,,
even recht zetten? De heer Jac. Vos gaat uit van de ver
onderstelling, wanneer er eenmaal in eene buurt een
draad loopt, afgescheiden van het karakter van dien
draad, die met andere draden kan worden verbomdein
de energie daaruit kan geput worden. Dat is eene ver
onderstelling, die niet juist is. Wij moeten bij een eleci-
trisch net onderscheiden de hoogspanning en de ver'r
bruiksspanning. Nu kunt U, wanneer eenmaal een hoog
spanningsleiding ergens passeiert, voor een verbruiksspan-
ning geene aftakking maken. Wanneer ergens eene tien
duizend volt leiding passeert moeten wij haar eerst paar
een transformator voeren, en uwe aansluiting aanknoopen
aan den transformator waarin die tienduizend volt span
ning wordt gereduceerd tot spanning, die voor een bedrijf
gebruikelijk en mogelijk is. Voor normale gevallen geldt
380 volt voor bedrijfskraeht en 220 volt voor licht. Wij'
hebben dus aan een tienduizend volt kabel weinig, wan
neer wij ter geen transformator bijbouwen, waarbij met
verschillende omstandigheden rekening moet worden ge
houden. De mogelijkheid kan zich dus voordoen dat men
In de onmiddellijke nabijheid van een vijftig duizend volt
leiding zit en toch niet aangesloten kan worden, omdat
het voedingspunt moet zijn vastgeknoopt aan een onder
station. Op die manier kan het geval zich voor doen, dat
door uwe weide 'een hoogspanningsnet loopt en U toch
niet van electriciteit kunt voorzien worden. Het is dus
niet te vergelijken met een buizennet,, waarin overal een
gat kan geboord >en een tap kan gemaakt worden. Die!
vergelijking gaat niet precies op.
Het net is op 't oogenblik zoodanig ontworpen, dat jn
de kom van Roosendaal overal de electriciteit wordt ge
bracht zelfs tot de uiterste grenzen der kom. Daar staat
tegenover, dat wanneer ergens eene buurt in de onmid
dellijke nabijheid en dan nog niet al te ver verwijderd
liggende vah eene tienduizend volt leiding,, daar met niet
al te veel bezwaren een nieuwen transformator kan wor
den opgericht, zoodat van dat nieuwe voedingspunt die
buurt van electriciteit kan worden voorzien. Wanneer wij
van ons locaalnet uit de electriciteit daarheen moeten;
brengen, dan wordt dat te duur. Wanneer wij zelf eene
tienduizend volt leiding moeiten leggen naar het Anker,,
naar Nispen misschien of naar eene buurt op. de Bre<-
dasche baan, dan krijgen wij eene zoodanige verhooging
van onze leiding, dat dit niet te ,doen is.
Iets anders is het wanneer ergens in eene buurt b.v..
de Bredasche baan of het Anker een transformator zou
zijn te bouwen en van daar uit een klein netje te leg
gen. Dergelijke dingen heb ik echter niet in mijn schrij
ven gememoreerd, omdat die zaken al te zeer het plan
in de war zouden sturen en de bedragen danig zouden
wijzigen.
De beer Jac. Vos: Er is mij eene gemeente: bekend
met vier parochies waar een plan gemaakt is, waarbij1
rekening is gehouden om alle buurten van electriciteilE
te doen profiteeren.
De heer Verheijen: Kunt U mij ook zeggen, welke
gemeente U bedoelt?
De heer Jac. Vos: Dat is de gemeente Gilze-Rije|n„
waaronder o a. behooren Huiten en Molenschot.
De heer Verheijen: Heeft U het plan van Gilze-Rijen
(gezien
De heer Jac. Vos: Ik heb dit yan den Burgemeestteir
dier gemeente vernomen, welken ik nog al eens .ontmoet
in verschillende colleges waarin ik zitting heb. Dan wordt
de electrificatie ook soms ter sprake gebracht.
De heer Verheijen: Ik weet niet hoe het in Gilze-
Rijen gesteld is, omdat ik het plan van Gilze-Rijen niet
ken, maar het is voor mij eene openbaring,, dat Gilze-
13
VERGADERING VAN 29 MAART 1916.
Voorstellen tot het vaststellen van het project voor de electrificatie der gemeente.
Rijen met zijn plan klaar is. Ik vermoed, datde Burgei-
meester het voor zich zelf ontworpen heeft en gedacht
heeft, de electriciteit kan ik wel overal brengen, wij zul
len daarom al die parochies er maar in opnemen, afge
zien van het feit wat het kost.
De beier Jac. Vos: Die Burgemeester weet heel goed,
dat een tienduizend volt leiding hiervoor alleen niet
voldoende is, maar zooals U heeft gezegd er ook trans
formatoren moeten gebouwd worden om den stroom over
te brengen.
De beer Verheijen: Dat zal toch gepaard gaan met
groote kosten. Tienduizend volt kabel kost, vijfduizend
gulden per kilometer.
De beer Jac. Vos: Buiten de boerenbedrijven had ik het
oog op een watergemaal, want er is een groote streek
in Roosendaal, die geregeld last heeft van water. Er
heerscht 'nu altijd een zekere wrijving tusschen de scheep
vaart en industrie aan den eenen kant, en de boerenbe|-
drijven aan den anderen kant. Wanneer het water in
den Vliet zoo hoog op peil moet gehouden worden dat
groote schepen altijd kunnen binnenkomen, dan heeft
de boerenstand daardoor schade, want dan loopen ver
schillende landerijen onder water en wanneer voor de
scheepvaart het peil niet hoog genoeg is, dan komen
er klachten van de schippers. Wanneer de electrische
centrale ons de electriciteit kon leveren,, dan zouden de
boeren er toe komen tot stichting van een watergema(al
over te gaan. Hiervoor kon de centrale dus alweer
van 'nut zijn.
De beer Verheijen: Wanneer de capaciteit niet hooger
is dan het net kan verdragen dan is dat door een eind
waterkabel wel te verbinden met een motor, die aan den
anderen kant van de haven staat. Die is niet zoo .ont
zettend 'zwaar, die kabels liggen er buiten genoeg pok1,;
maar de groote kwestie is: te groote capaciteit moet ,U
nooit hangen aan het uiteinde van een net. Dan krijgt
U ontzettende verliezen.
De heer Jac. Vos: Groote krachtverbruikers zijn groote
stroomverbruikers.
De heer Verheijen: Groote krachtverbruikers worden
door de Maatschappij zelf voorzien, omdat zij die meer
dan 15000 K.W.U.. afnemen zoodanige storing in het ka
belnet zouden teweegbrengen, dat de electrische voor
ziening er onder zou lijden.
Wanneer de capaciteit van het net te klein is om door
het aanzetten van een grooten motor de ontstaande stroom
stoot op te vangen, dan gaan al uwe lampen uit. Het
mag natuurlijk in een locaal net niet gebeuren, dat door;
het inschakelen van een dergelijken motor voor eenigen
tjjd, al is het slechts een gedeelte van een seconde,- ;he,t
licht daardoor uitgaat.
Groote krachtverbruikers worden op de hoogspannings
installatie 'aangesloten en krijgen (eien kleinen transformator
De Voorzitter: Ik zal thans omtrent het eerste punt
tot stemming doen overgaan.
De beier Braat: Ik dacht, dat U gesproken had van
•eene commissie te benoemen.
De Voorzitter: Ik heb voorgesteld eene commissie te
benoemen voor het derde punt.
Ik heb de zaak zoo beschouwd, dat wij alleen in deze
.vergadering zullen beslissen of wij meegaan met het
kleine of groote plan, en ook of wij de opdracht tot aanleg
zullen geven aan de P. N. E. M. Dat zijn de twee eerste
punten. De commissie kan nader overleggen of dit ge-
heele project zal worden uitgevoerd zooals dit op het
plan voorkomt.
De beer Heerma van Voss: Dan hebben wij nu niets
te stemmen, wanneer die commissie eerst een voorstel
heeft te doen omtrent dat groote project.
De Voorzitter: Mijne bedoeling is, dat die commissie
dat plan eerst nader zal onderzoeken. De commissie
zou b.v. tot de conclusie kunnen komen het net geheel
ondergronds of wel geheel bovengronds te maken. Ik
voor mij ben er persoonlijk voor in de kom der gemeente
tot en met den Boulevard eene ondergrondsche leiding
aan te leggen en verder het net bovengronds te maken.
Sommige leden denken hier misschien anders over, doch
wij moeten voortwerkein om op tijd met dei zaak gereed
te komen.
De heer Braat: Wanneer wij in deze vergadering be
slissen om het plan van 13 K.M.,; zooals wij dat in 1914
hebben aangenomen zoo uit te breiden,, dat wij een met
van 24 K.M. krijgen, dan beslissen wij tegelijkertijd over
het kapitaal, dat daarin moet gestoken worden en dat
is een kapitaal van twee ton.
Wanneer U toch eene commissie wilt benoemen Mijn
heer de Voorzitter, dan zou ik het raadzaam vinden
ook dit gedeelte van het voorstel aan de commissie op
te dragen en nu geene stemming houden over de elec
trificatie in de gemeente.
Die commissie kan toch zoodanig spoed betrachten, dat
binnen korten tijd de zaak in den Raad kan behandiold
worden.
De Voorzitter: Ik zou den beer Verheijen willen vra
gen of de beslissing ,nog (elene maand kan .uitgesteld worden.
De beier VerheijenIk zal U eene mededeeling doen,
welke feitelijk niet voor openbaarmaking geschikt is.
Om zekerheid te krijgen, dat mijne begrooting niet te
veel zou uiteenloopen met de werkelijkheid, heb ik met
het oog op dei steeds stijgende materiaalprijzen op het
moedige beslag gelegd. Wanneer U nqg' eene maand .uit
stelt, kan ik niet meer garandeeren,dat de eenheids
prijzen dezelfde blijven. U zult zich herinneren, dat mijn
schrijven meer dan eene maand geleden is ingekomen;
ik heb geen enkele verplichting op mij genomen ten op
zichte van 'Benige inslallatiefirma, maar heb iemand vast
gelegd voor de materialen, welke voor Roosendaal ver-
eischt wordeln.
De Raad van Roosendaal is volkomen vrij de instal
latie op te dragen aan een ander dan de Provinciale
Noord-Brabantsche Electriciteits-Maatschappij, ik heb daar
geen enkel belang bij. Alleen weet ik, dat wanneer aam
de P. N. E. M'. de opdracht wordt gegeven tot den bouw
van ons locaal distributienet,, beschikt kan worden over
de materialen die noodig zijn tegen de eenheidsprijzen,
welke door mij zijn aangegeven. Walnneer echter aan
een ander die opdracht wordt verstrekt of daartoe in
deze vergadering geen besluit wordt genomen, komen
de leveranciers van materialen vrij te staan en ben ik
niet meer verantwoordelijk voor de cijfers, die door mij
gegeven zijn.
De beer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Het argument
van duurdere materiaalprijzen weegt bij mij niet zwaar.
Eerst is in 1914 voorgesteld, dat wij een net zouden aan-