I I f li li 10 VERGADERING VAN 29 MAART 1916. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verbreeding van het Hulsdonksch Wegje. il I fi In De 'eigenaar is herhaaldelijk tot minnelijke schikking, aangezocht en ook ik heb een tweetal conferenties {net hem gehad en nadien nog eene niet zijn gemachtigde, den heer an üers, zaakwaarnemer te Wouw. Vederzijds werden schatters aangewezen; de schat ting is geschied; de schatters zijn tot overeenstemming gekomen en in weerwil van dat alles verneem ik, noch van den eigenaar der perceelen, noch van zijn gemach tigde iets. Waar nu aan den eigenaar tot den 15den dezer maand gelegenheid was gegeven om tot eene minnelijke schikking te komen, achten wij langer onderhandelen ongewenschl en stel ik U namens Burgemeester e;n Wethouders voor, in te grijpen en te besluiten machtiging tot onteigening te verzoeken der perceelen, kadastraal bekend in deze ge- gemeente Sectie K, Nrs. 1759 en 1102, toebehoorende aan de echtelieden Potters voornoemd. De heer Jac .Vos: Mijnheer de Voorzitter! Is het de bedoeling om geheel dat perceel te onteigenen? De VoorzitterNeen, alleen dat gedeelte van de percee len dat wij voor de verbreeding noodig hebben. Wanneer een bebouwd pand onteigend wordt, bezit de eigenaar het recht om te vorderen, dat het pand in zijn geheeil genomen wordt volgens de schatting. Dus Potters kan vorderen dat de gemeente geheel zijn pand aankoopt. Potters heeft echter de bedoeling om de benoodigde breedte voor den weg te geven en daarvoor liefst de volle geschatte som te krijgen. Op zulk een wijze wil eenieder zijn pand onteigend zien. Door Potters of zijn gemachtigde is een schatter aan gewezen en van gemeentewege is eveneens een deskun dige aangesteld. De schatters zijn het over den prijs eens geworden, doch nu wenscht Potters er duizend gulden bijgedaan te zien. Gingen wij hierop in, dan hadden wijl ook geen schatters moeten benoemen en daarom stel len Burgemeester en Wethouders thans voor de ont eigening dier perceelen aan te vragen. De heer E. van Wely. Ik ben ©r wel ,een beetje bang voor of de kamers er op in zullen gaan. De oorzitterDat zal wel gebeuren, daar ben ik heel niet bang voor. De heer Jac. Vos: Tegen welken prijs wil Potters zijn eigendom afstaan? De VoorzitterWij hebben geen andere gronden meer noodig dan een gedeelte van het eigendom van Potters. Potters heeft mij bij herhaling persoonlijk gezegd, dat de 'weg zooals hij geprojecteerd is voor hem liet aangenaamste en ook het beste was. Hij heeft natuurlijk gehoopt het meeste geld te krijgen, dat spreekt vanzelf. De heer Braat: Kan den Gemeenteraad niet worden medegedeeld, Mijnheer de Voorzitter, welk bedrag Pot ters vraagt? De Voorzitter: 'Het bedrag, dat Potters gevraagd heeft, is drieduizend gulden. De heer Braat: Nu de Raad weet, dat Potters driel duizend gulden vraagt, kunnen wij beter over de zaak oordeelen. De Voorzitter: Wanneer er eenmaal deskundigen be noemd zijn, 'moeten wij ons aan hunne schatting houden.) althans zoo. denk ik erover. De twee deskundigen zijn het over den prijs eens geworden,, en nu verlangt Potters er nog duizend gulden bij. De heer Braat: Vindt U dat bedrag van dri© duizend gulden zoo 'overdreven? De Voorzitter: Dat vind ik zeer overdreven. De heer De Bruyii: Wat voor ©en huis is het? De Voorzitter: Potters vraagt voor vijf meter breedte van zijn perceelen drie duizend gulden. De heer A. F. Vos: U moet in aanmerking nemen Mijnheer de Voorzitter, wanneer er een stuk van het huis afgaat, de rest niet veel meer is. Hij moet een geheel nieuw huis bouwen, zijn woonhuis is dan heeleimaai weg. De heer Braat: Hij is duren grond kwijt ook. De Voorzitter: U moet in aanmerking nemen, dat wanneer er deskundigen zijn benoemd, wij den prijs heb ben te geven, welken zij hebben vastgesteld. Er is door Potters een deskundige uit Wouw aangewezen, die man is natuurlijk door hem op d© hoogte gesteld en zal dus ook geweten hebben, dat het pand moest geamoveerd worden. Nu zijn de beide deskundigen met hunne schatting tot overeenstemming 'gekomen en thans vraagt Potters in eens duizend gulden meer. Wanneer hij nu nog had voorgesteld, een derde schatter te benoemen, dan waren wij daar gaarne op ingegaan. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Het zijn een paar oude menschen, die misschien een beetje hui verig zijn Voor al die omstandigheden. Is het idée'bij het gemeentebestuur ooit opgekomen ©en goed bewoonbaar huis voor die menschen te zetten en den grond, die ont eigend wordt, goed te betalen? Is daaraan wel gedacht? De Voorzitter: Dat is allemaal gebeurd, maar zij wein- schen zulks 'niet. Wij zijn nu meer dan ©en jaar in- on derhandeling maar daar valt absoluut niet me© te scha- veelen zoo als men dat hier zegt. Als ik de schatting begrepen heb is boven de waarde van het $rand toegekend duizend gulden schadevergoeding en mij dunkt, dat dit een heel mooi bod is. Ik had veel liever de zaak a 1'amiabl© geregeld gezien, maar Potters heeft nooit ©en schriftelijk stuk in" mijn© handen gegeven. Gisteren met de laatste post kreeg ik een briefje, waarin stond dat Potters drie duizend gulden! vroeg. Wanneer wij nu vandaag drie duizend gulden wil len geven, kan hij er morgen wel vier duizend vrag|ejn.i De zaakgelastigde van Potters heeft mij niets medege deeld dan dat. De heer Braat: Ik vind het niet veel, wanneer men de zaak neemt zooals zij is. Het gaat nu over de kwestie! van duizend gulden en daarvoor moet het gehaele werk! een jaar stilliggen. De Voorzitter: Wanneer wij van Gedeputeerde Staten de toezegging ontvangen dat ons de subsidie zal uitge keerd worden, kunnen wij de verharding der wegen doen uitvoeren, dan is het nog alleen die kleine uitweg langs het perceel van Potters, waar men voorbij moet zien te komen. De heer Braat: Ik meende gehoord te hebben, dat niet kon begonnen worden voordat de geheel© weg klaar en onteigend was. De Voorzitter: Er wordt geen subsidie uitgekeerd, ten zij de gronden, die noodig zijn voor de verbreeding van den weg in het bezit der Gemeente zijn gekomen. Wan neer wij het gedeelte eigendom van Potters niet hebben, krijgen wij de subsidie niet, tenzij bij een niejuw Staten- II VERGADERING VAN 29 MAART 1916. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verbreeding van het Hulsdonksch Wegje. - Voorstellen tot het vaststellen van het project voor de electrificatie der gemeente. besluit dia voorwaarde voor dit special© geval wordt op- geheven, en dat kan alleen worden verwacht wanneer de Raad besloten heeft tof hetgeen hier wordt voorgel- steld, n.1. tot toepassing der onteigeningswet ter verkriiy ging van een gedeelte der eigendommen van Potters. Alsdan heeft de Raad te kennen gegeven, dat hij wil doorgaan. De Raad is bij aanneming van dit voorstel later natuurlijk altijd verplicht de schadevergoeding te geven die de rechtbank zal bepalen. Door dit besluit staat het voor de Staten vast dat 'te ©eniger tijd, die gronden ter verbreeding noodig, eigendom der gemeente worden. Wanneer dit besluit wordt genomen, moeten wij aan Gedeputeerde Staten mededeelen dat wij tot onteigening hebben besloten ©n verzoeken, ons te ontheffen van de verplichting tot onmiddellijk© verkrijging van het eigen dom van dit kleine stukje en verder vragen ons de sub sidie te willen verstrekken. Gedeputeerd© Staten zullen gaarne toegeven, dat voor één onwillige de subsidie aap do gemeente niet langer kan worden onthouden en zul len hunne medewerking geven om de bepalingen in dien geest te wijzigen, dat de subsidie kan worden verleend De heer Van Gastel: Mijnheer de Voorzitter! Is het met mogelijk om eerst bij Gedeputeerde Staten aan te kloppen om toch de subsidie te krijgen? De Voorzitter: Wij kunnen van Gedeputeerde Staten met verwachten dat zij op dat verzoek ingaan. Eeln lichaam kan met optreden of besluiten gelijk een particulier dat kan doen. Gedeputeerde Staten als lichaam zijn, verplicht voor alle aanvragen dezelfde bepalingen! te doen gelden en kunnen voor Roosendaal geen uitzondering maken. Als de gemeentel besluit te onteigenen, is zij iater ver plicht desnoods ook drie duizend gulden of meer te geven. Die verplichting neemt zij door aanneming van dit ooi stel op zich, daar kan de gemeelnte later niets meer aan veranderen, door tot onteigening te besluiten weten, de Maten dat deze zaak haar beslag krijgt. Alles is dam slechts meer .een kwestie van tijd. De heer BackxKan van de overige weggedeelten niets verhard worden voordat er overeenstemming komt met Potters De VoorzitterWanneer de Raad heit voorstel van Burgemeester en Wethouders aanneemt, dan zullen de Staten overtuigd worden van ons goed recht en goeden -e!\ levens van hetgeen zal gebeuren, en vragen wij onmiddellijk aan om in de zomerzitting van dit jaar de bepalingen omtrent de toekenning der subsidie voor onze gemeente te veranderen. Dat krijgen wij dan ook waar schijnlijk wel gedaan, dat verwacht ik tenminste, maar dan moet ook eerst de onteigening zijn aangevraagd. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Burgemeester ©n Wethouders tot verkrijging ©ener ge deeltelijke onteigening der perceelen kadastraal bekend in deze gemeente Sectie K, Nrs. 1759 en 1102 aangei- homen. 1 VII. Voorstel tot het vaststellen van het project voor de electrificatie der gemeente. pv?nHVm0rZitter: MijneheerenZij, die verleden Maandag avond hier geweest zijn, hebben het voorrecht gehad pm zich de discussies, die over dit punt in die bijeenkiouijst zijn gehouden, ten nutte te maken. Wij hebben in dia vergadering omstandige toelichtingen gehad van den heer Verbeijien en bij het afscheid nemen heb ik de hoop uitgesproken, dat de wijze wenken, goede toelichtingen en gehouden gedachte,nwisselingen tot resultaat mochten heb ben dat in deze vergadering eene beslissing zou wor den genomen. Ik meen niet beter te kunnen doen dan den heer Ver heijen andermaal te verzoeken, de voordracht en ver dediging van dit voorstel ook thans voor zijne rekening te nemen, aangezien hij de ©enige uit ons midden is, dia met deze zaak op de hoogte is, als lid van den Baad van Toezicht onzer Provinciale Electriciteitsmaatschappij. Wij kunnen niet anders dan dankbaar zijn, dat wij op dit punt goede voorlichting kunnen genieten. De heer Verheijen: De toelichting, welke ik zal kun nen geven, Mijnheer de Voorzitter, zal niets anders zijn dan eene herhaling van hetgeen ik in die bijeenkomst heb medegedeeld. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb die vergadering niet kunnen bijwonen, omdat het veel te slecht weder was. De zaak waarover bet ging was van genoeg belang, dat wanneer het weder beter was geweest- ik die bijeenkomst zeker had bijgewoond. Gaarne zou ik thans willen vernemen hoeverre men met de plannen betreffende d©, electrificatie voor Roosendaal staat. Do lieer Verheijen: De algemeen© toestand betreffende de ©lectrische voorziening kan ongeveer aldus worden samengevat Alle werken, welke voor de. electrificatie onzer provinl- cie noodzakelijk zijn, behalve het leggen der kabels, zijn aanbesteed. De centrale in Geertruidenberg is zoover ge- voiderd, dat de fundamenten geheel klaar zijn en pok met den bovenbouw is begonnen. Met dein lsten October moet de centrale in gebruik! kunnen genomen worden. De machinerieën, welke aan besteed zijn bij de firma Braun en Boverie zijn zoo goeid als klaar en de hoogspanningsinstallatie is aanbesteed. De vijftigduizend volt leiding, welke de onderstations erbindt, is eveneens aanbesteed en met de verkenning en uitzetting daarvan is begonnen. Men is begonnen in de richting den Bosch, Zeeland^ Helmond, Eindhoven en wanneer men daarmede klaar is, begint men aan de leiding Geertruidenberg'Roosen daal. Wij kunnen elke week verwachten, dat met bet plaatsen van de masten zal worden begofnnen. Ik heb in mijn schrijven aan den Raad uitdrukkelijk gememoreerd, dat wij hopen voor den aanvang van bet jaar 1917 met onze distributie in Roosendaal te kunnen beginnen en omdat dit de algemeene stand van zaken is, heb ik hel van belang geacht om de electrificatie jjg Roosendaal zelf zoo gauw mogelijk onder de oogen te zien om klaar te zijn met ons locaal net wanneer met de dis tributie van den stroom wordt aangevangen. Daardoor bereiken wij het voordeel, dat wij in Roosendaal zeer, spoedig stroom geleverd krijgen, omdat Roosendaal in hel exceptioneel gunstig geval verkeert, dat wij hier een groot enderstation krijgen, de vijftigduizend volt leiding naar dit onderstation gevoerd wordt en wij daaraan het locale net kunnen hangen, waardoor Roosendaal over liet onder station van stroom voorzien kan worden. Wij zijn daar-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 11