FanS En®5land of do a°dere °°ri°ï 8 VERGADERING VAN 29 MAART 1916. Beslissing omtrent den bouw van een nieuw Gemeentehuis op de Markt of tot vergrooting van het bestaande Gemeentehuis. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is te besluiten dat tot het bouwen van een nieuyv gemeentehuis zal worden overgegaan. Wenscht een lid aan dit voorstel iets toe te voegen dan kan dit gedaan worden. De Raad erkent hierdoor alleen de noodzakelijkheid om een nieuw gemeentehuis te bouwen,, ik zie dus totaal niet in waarom de beslissing daarover niet zou kunn,e|n vallen. Ik zal dus over dit punt doen stemmen,, tenzij iemand vooraf een amendement voorstelt. De heer E. van WelyDan zou ik dit als amendement op het voorstel willen voorstellen Mijnheer de Voorzitter? dat bepaald wordt dat met het bouwen van het nieiujwq raadhuis niet zal worden begonnen dan, na het eindigen van den oorlog, of beter dat met den bouw geen aauvang zal worden gemaakt dan na het sluiten van den vredej De Voorzitter: Wanneer ons voorstel wordt aangeno men, hebben Burgemeester en Wethouders verder reke ning te houden met de meeningen die hier in den Raad zijn geuit. Wij moeten altijd met een nader voorstel om trent plaats en tijd bij den Raad komen en hierovjetr eene beslissing doen vallen. Dat ligt voor de hand. Bur meester en Wethouders zullen het niet in hun hoofd krijgen direct tot uitvoering te doen overgaan. De Raad zou dan terecht kunnen zeggen daartoehebben wij U geen cnediet gegeven. Het voorstel tot het bouwen van een nieuw gemeente huis wordt in stemming gebracht en met negen tegen zeven stemmen aangenomen. Vóór hebben gestemd de heeren Verheijen, Braat, A. P. Vos, Jongeneelen, J. Vos, Backx, K. van Wely, P. Ko- nings en de Voorzitter. Tegen hebben gestemd de heeren Heerma van Voss, Voeten, G. J. Konings, Van Gastel, De Bruyn, E. van Wely en Schul. De Voorzitter: Hiermede is de beslissing gevallen en door U uitgemaakt, dat tot stichting van een nieuiwj gebouw voor een gemeentehuis moet worden overgegaan. Op de tweede plaats dient nu beslist te worden over dei plaats waar en den tijd wanneer dit zal geschieden. Het komt er in hoofdzaak op neer dat Burgemeester en Wét- houders weten zullen of de Markt als plaats voor het nieuwe gemeentehuis zal worden behouden,ofwel dat iciok andere terreinen of panden in andere deelen der gemeente gelegen hiervoor in aanmerking komen, die Burgemeester en Wethouders daarvoor geschikt achten pin waaruit den Raad nader zijne keuze kan doen. Ik hoop, dat ik mij goed uitgedrukt heb, wanneer do vergadering zegt, de plaats waar nu het gemeentehuis staat is de beste, dan behoeven wij geene verdere stappen meier te doen. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! U stelt de vraag of de plaats waar thans het raadhuis staat de beste is. Mijne opinie is echter, dat de plaats waar ;he,t tegenwoordige raadhuis staat de slechtste is. Ik zou? wanneier wij tot den bouw van een nieuw raadhuis over gaan in ieder geval het bestaande raadhuis wenschen te .behouden en wanneer het niet behouden wordt, toch in geen geval het nieuwe raadhuis op die plaats bouwen, Ik geef er de voorkeur aan het nieuwe raadhuis niet op deze plaats te zetten, doch het bestaande raadhuis 'te behouden op de plaats waar het op 't oogenblik slaat., De Voorzitter: Het voorstel van Burgemeester en Wet houders is geweest, dat de Markt als de plaats voor liet gemeentehuis zal worden behouden. Daar is natuurlijk mede bedoeld, de plaats waar bet bestaande gemeen tehuis staat? omdat Burgemeester en Wethouders oordeelen dat dit terrein voor de gemeente het meest voordeelige is. Denkt de Gemeenteraad hier anders over, dan is ons dat ook goed. Nog eiens wij hebben het voorstel alleen gedaan? omdat wij dachten, dat dit voor de gemeente hef voor de,eligsfce zou uitkomen. De beier Verheijen: Ik meen niet Mijnheer de Voor zitter, dat heit de goedkoopste weg is. Op de eerste plaats blijft het bestaande raadhuis een waardevol bezit voor de gemeente,, daarenboven wordt wanneer U het gemeente- beheer wil oen tralis,e eren? het nieuwe raadhuis abnor maal groot. Dan moet er worden uitgekeken,; of wij heit terrein zoodanig kunnen nemen,, dat het raadhuis in dei toekomst kan uitgebreid worden. Blijft dit gebouw bestaan? dan kunt U de toegangen tot de Markt in den besljaan- den toestand behouden en is het ook niet noodig de uit gaven te doen,- die noodzakelijk zijn om de verschillende takken van dienst gedurende den bouw onder dak te brengen. Daarom meen ik? dat de plaats waar op 't oogenblik het raadhuis staat de minst geschikte is om voor den bouw van een nieuw raadhuis te bestommenj De Voorzitter: Als tweede punt zal ik dan doen be handelen, dat bij voorkeur de Markt als plaats voor het nieuwe gemeentehuis zal worden behouden. Dan kan de Raad er zich toch zeker over uitspreken. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Wanneer thans wordt besloten als plaats voor het nieuwe stad huis bij voorkeur de Markt aan te wijzen? kan dit toch geien moeilijkheden opleveren voor Burgemeester en Wet houders om inmiddels naar andere geschikte terreinen voor de stichting van het raadhuis uit te zien en dan later door den Raad te doen beslissen welk der uitgezochte! terreinen daarvoor de voorkeur verdient. De Voorzitter: U wilt dus voorstellen als plaats bij' voorkeur aan te wijzen de Markt en tevens Burgemees ter en Wethouders machtiging te verleenen om naar andere terreinen? die naar hunne meening daarvoor in aanmer king komen? uit te zien. Wanneer het voorstel van den heer Jac. Vos wordt aangenomen Mijneheeren? dan zou mijn idéé zijn,, dat het op den weg van Burgejmeejster ipni Wethouders ligt in de plaatselijke couranten eene aan vrage te doen wie terreinen beschikbaar heeft? welke tot vestiging van het gemeentehuis dielnstig kunnen zij n? De beier Schul: Dan zal het een duur raadhuis wor den Mijnbeer de Voorzitter, wanneer U gaat advertee- ren in de courant. Ik geloof, dat het beste is eenvoudig te stemmen om het op zijne oude plaats te behouden. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Ik ben het met den heer Verheijen absoluit niet eens, dat de Markt de slechtste plaats is. Dit is in elk geval de beste plaats en zeer zeker de goedkoopste! U moet niet vergeten Mijnheer de Voorzitter wanneer U een terrein moet gaan koopen zooals dit, hetwelk! langs alle zijden geheel vrij is om goed licht te hebben, zulks een enorm bedrag zal kosten. U zult toch in |elk geval het raadhuis wel niet willen hebben in een der. 9 VERGADERING VAN 29 MAART 1916. Beslissing omtrent den bouw van een nieuw Gemeentehuis on de Markt nf tnt Gemeentehui». - Voorstel van Bmg«meMte, en W»th,»d.,a tot verbreeding v.nT.fSLTnkacV achterbuurten van Roosendaal en wanneer U in een der voornaamste straten van Roosendaal een bouwterrein wilt koopen of onteigenen? dat geschikt is voor een raad huis, een raadhuis voor eeuwen, dat zoodanig dient tei zijn dat LI van alle zijden goed licht hebt, dan moet U kapi talen alleen daarvoor uitgeven, dat staat bij mij vast. Ik zou niet weten Mijnheer de Voorzitter waarom het a/t" j Soede plaats niet is voor een nieuw raadhuis.i My dunkt, dat niemand kan ontkennen, wanneer het raadhuis goed recht in de as van de Markt geplaatst wordt, dit de geschiktste plaats is ï-an Roosendaal. De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Dei plaats waar vroeger het pastkantoor en telegraafkantoor! geweest is kan, zegt men, voor een billijken prijs ge kocht worden. Het is toch juist niet noodig op de Markt al die eigendommen te onteigenen. In de Vughtstraat zijn ook wel terreinen, die daarvoor geschikt zouden zijn. De Voorzitter: Daar is geen enkel plein,, en die straat vind ik te smal. Ik zou er voor zijn zooals de heer Jac. Vos heeft voor gesteld, dat Burgemeester en Wethouders gemachtigd wor- t en naar terreinen uit te zién, die naar hunne meerling zijn" v'e,stigen van het nieuwe gemeentehuis geschikt De heer Jac. Vos: Het ligt niet in mijne bedoeling,, Mijn heer de oorzitter, annonces in de courant te zetten. Wij moeten met die zaak practisch zijn en ze niet overhaasten, want dat zou soms te veiel geld kosten. De heer Braat: Dat zal niet veel meer geven? omdat deze zaak in eene openbare vergadering behandeld is. De heer E. van Wely: Men weet toch niet? waar men wil koopen. Doet de eene bet niet, dan doet het de andere.. De oorzitterHet tweede gedeelte van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt naar aanleiding der gehouden besprekingen aldus gewijzigd: „als plaats voor de oprichting van het gemeentehuis bij voorkeur de farkt te behouden en verder Burgemeester en Wethou ders te machtigen naar geschikte terreinen ook in andere deelen der gemeente uit te zien. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aan genomen. De Voorzitter: Naar aanleiding dezer beslissing? waar bij Burgemeester en Wethouders de opdracht hebben ge kregen om behalve de bestaande plaats ook naar andere terreinen uit te zien behoeven wij feitelijk over den tijd vanneer niet te spreken. Burgemeester en Wethouders moeten mijns inziens eerst ten minste met een voorstel komen °P and6r terr8in in Uwe vergadering e«i?eJueri Heerma van Voss: Wij kunnen toch nog een besluit nemen om in geen geval voor het einde van den oorlog mot den bouw te beginnen. rfJCr1fer Verheijen: Ik wil wel eens zien hoe een rgelijk voorstel niet te beginnen voor het einde van den oorlog zai worden omschreven. Wordt bedoeld het einde van den oorlog tusscben Duitschland en Frankrijk- tnbhH,ac' 7"S: W'ij nog wel aens een tachtigjarigen oorlog beleven. De Voorzitter: Ik zou eenvoudig bepalen?, dat de ge meenteraad zich nader zal uitspreken jwanneer tot den bouw zal worden overgegaan, als Burdemeester en Wet- komen*S m'e'^ 6611 n'euw voors,t'el in de,zie vergadering Er is door meerdere leden gezegd, wanneer de bouw materialen met zoo duur waren, zou ik er piet tegen zijn. Neem nu het denkbare geval eens aan, dat de materia len goedkooper worden, dan zouden wij met eene be slissing om met voor het einde van den oorlog te begin nen Z1ttein te kijken. Da hieer K. van Wely. Mijnheer de Voorzitter! Ik heb alleen mijne stem aan het voorstel gegeven onder voor waarde, dat niet aan den bouw zal begonnen worden alvorens de vrede is gesloten. De beer Jac. Vos: Er is geen enkele reden? Mijnheer! de Voorzitter? om de stichting van het raadhuis tot na den oorlog uit te stellen. De oorlog kan nog best tien jaar duren ,ein wie zegt ons, dat na den oorlog de bouw materialen goedkooper zullen zijn? Ik zou de zaak niet overhaasten? maar gerust plannen maken en wanneer da tijd er rijp voor is met een plan voor den dag komen om tot stichting over te gaan. De oorzitterIk ben niet van plan do zaak te, over haasten, doch naar het mij voorkomt kan toch gerust besloten worden, dat wanneer Burgemeester en Wethou ders met hun plan in deze vergadering komen waar bet gemeentehuis kan worden gesticht, nader zal beslist wor den wanneer tol stichting zal worden overgegaan Mij dunkt? dat dit het eenvoudigste is. Kunnen de leden zich vereenigen met het voorstel, dat ik bij deze aldus wil formuleer enDe Raad beslist over den tijd waarop tot bouwen zal worden overgegaan in de vergadering waarin de plaats van vestiging van het gemeentehuis definitief is aangewezen. Zonder 'hoofdelijke stemming wordt het voorstel van dep,Voorzitter aangenomen. VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver breeding van het Hulsdonksch Wegje. De Voorzitter: In een onzer vorige vergaderingen is door mij op eene vraag van den heer Voeten breedvoerig uiteengezet de stand der werkzaamheden, omtrent de verharding van het Hulsdonksch wegje. Toen heb ik U) onder meer doen kennen, dat het kosteloos afstand doen van enkele der benoodigde stukjes grond daar ter plaatse met vlotte en dat van sommige belanghebbenden geen medewerking werd ondervonden. De werkzaamheden zijn steeds kunnen worden voort gezet en een woord van lof mag niet onthouden worden aan hen, die hunne gronden kosteloos aan de gemeentfe afstonden, evenmin als aan hen, die finantieel onze onder neming steunden door eigenaars schadeloos te stellen wier gronden tot de verbreeding van den weg noodig waren. 81 In bovengenoemde vergadering wees ik U er op, dat wanneer minnelijke schikking geen succes had wij U voorstellen zouden doen tot ingrijpen. Het «enige perceeb dat de gemeente thans nog behoeft? is pen e'èdeelte van hef eigendom der echtelieden C. P&tters, wonende aan de Wouwsche Steenweg, Wijk R, Nr. 16.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1916 | | pagina 10