i i e J 10 VERGADERING VAN 19 JANUARI 1915. Voorstel van B. en W. tot opheffing van de overeenkomst met de gemeente Wouw betreffende het schoolgaan al daar van kinderen uit deze gemeente. Vaststelling van eene verordening op het bakken van onvermengd roggebrood. De Voorzitter: Voorloopig natuurlijk wel; over een week of drie hebben wij weejr vergadering en kunnen dan, hierover besluiten. VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ophef fing van de overeenkomst met de gemeente Wouw betreffende het schoolgaan aldaar van kinderen uit deze gemeente. De Voorzitter: Mijneheeren! Zooals ik U in de vorige vergadering te kennen gaf, zou dit onderwerp altijd nog een punt van nadere bespreking moeten uitmaken. Naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders bestaat er geen bezwaar om op Siet voorstel van het Dagelijksch Bestuur van Wouw in te gaan. Alleen ver dient het eenige overweging, of aan Burgemeester en Wethouders, of aan den Raad der gemeente Wouw niet moet te kennen gegeven worden, dat wanneer de open bare school in Wouw wordt heropend men kan nooit weten wat er gebeurt de kinderen uit het land yanj Nassau die school weer moeten kunnen bezoeken, 't Is alleen een maatregel van prudentie, acht men het niet noodig zoover in de toekomst te zien, dan kjn men op het voorstel van de gemeente Wouw zonder meer ingaan. Mocht het zijn, dat te eeniger tijd de openbare schjool in de dorpskom moet worden heropend, dan moest naar mijn oordeel de gelegenheid bestaan voor onze kinderen om die school weer te kunnen bezoeken. Indien het niet noodig is dat te bepalen, heb ik alleen maar de waar schuwende klok willen luiden. De heer Backx: Dat kan later toch altijd nog behan deld worden, Mijnheer de Voorzitter. De heer Jac. Vos: Mijnheer de VoorzitterVan her opening der gemeenteschool zal wellicht geen sprake zijn. Ik geloof, dat die school voor andere doeleinden zal gei- bruikt worden. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Het komt mij voor, dat Uw voorstel hoezeer ook voorzichtig, niet dringend noodzakelijk is. De Voorzitter: Dat heb ik ook niet beweerd. De heer Verheijen: De motieven, die geleid hebben tot den toestand, dat de kinderen uit het land van Nas sau in Wouw schoolgaan, zijn, dat de kinderen die in Wouw godsdienstonderwijs moeten genieten ook daar kun nen profiteeren van het profaan onderwijs. Het komt mij voor, dat de kinderen die in Wouw gods dienstonderwijs moeten genieten het profaan onderwijs heel best kunnen genieten in die bijzondere school. Zouden er kinderen gevestigd zijn in het land van Nassau, waarvan de ouders niet gesteld zijn op godsdienst onderwijs, dan geloof ik, dat die kinderen van idealer profaan onderwijs zullen kunnen genieten in Roosendaal dan in Wouw en die kinderen veel eenvoudiger in Roo sendaal school kunnen gaain dan in Wouw. Daarom komt het mij voor, Mijnheer de Voorzitter, dat Uw voorstel niet direct 'dringend noodzakelijk is. De Voorzitter: Wanneer alles couleur de ros© blijft, wat ik hoop voor de gemeente Wouw, is het heel goedl wat U gezegd heeft. Wanneer er echter een kink in den kabel komt, zit Wouw er mede vast. Wanneer de kinderen uit het land van Nassau, dat een uur gaans van Roosendaal ligt, daardoor genoodzaakt worden te Roosendaal school te gaan, zou Roosendaal de dupe kunnen worden van die niet-couleur de rose. U zult zich wel herinneren, dat het altijd niet zoo rooskleurig geweest is. Ik heb er toestanden gekend, die minder rooskleurig waren, en als wij daaraan denken, zijn wij altijd eenigs- zings huiverig. U weet waartoe die boteroorlog aanleiding gaf en dient te bedenken dat wanneer men op een be paalden afstand van de kom eener Gemeente woonachtig is, men gemakkelijk daar eene school kan krijgen. Dat is het eenige bezwaar om z|oo maar voetstpot|s op het verzoek der gemeente Wouw in te gaan. Ik heb alleen de alarmklok willen luiden en de voor zorg willen nemen, dat ;de kinderen uit het Land van Nassau dan weer de dorpsschool zouden kunnen bezoeken. Deelt de Raad die vrees niet, ik hoop van harte dat het nooit gebeuren zal maar het is beter dat ik vooraf waarschuw, dan moet hij op het voorstel van Wouw ingaan. Zooals ik de vorige vergadering reeds gezegd heb, ga ik gaarne met het voorstel mede. Ik vrees wel, dat men binnenkort op onze beurs zal komen kloppen. Men moet niet denken, dat die ophef fing der school allemaal couleur de rose voor ons is* Ik ben bang, dat wij zullen verzocht worden een iduit in 't zakje te doen. I Wanneer er geen bezwaar tegen bestaat, doe ik het voorstel om overeenkomstig het verzoek der gemeente Wouw eene beslissing te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Burgemeester ©n Wethouders aangenomen. VIII. Vaststelling van eene verordening op het bakken van onvermengd roggebrood. De Voorzitter: Mijneheeren! Naar aanleiding ©enen circulaire, die door den Commissaris der Koningin iq onze Provincie aan het Gemeentebestuur is gezonden, zijn wij' geroepen om ©ene verordening in het leven te roepen op het bakken van onvermengd roggebrood, zoo als U die in afdruk is toegezonden geworden. De circulaire van den Commissaris der Koningin heeft voor U ter visie gelegen. De conclusies daarin vastgelegd] zou ik den Secretaris nog eens willen doen voorlezen./ De Secretaris geeft hiervan voorlezing. De Voorzitter: Mijneheeren! Naar aanleiding dier; circulaire hebben wij U eene verordening, zooals die ge concipieerd is vermoedelijk op de Provinciale Griffie, doen toekomen, waarin eigenlijk maar één artikel in voorkomt. De overige artikelen zijn van plgemeene strekking.; Die verordening hebben wij U doen toekomen, ten einde tot vaststelling te kunnen overgaan. Verlangt daaromtrent iemand het woord? De heer Voeten: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou daar aan willen toegevoegd zien, dat voor rogge die onteigend is door het Rijk een zekeren prijs is vast te staHeln.; Verder zou ik daaraan toegevoegd willen zien, dat de, bakkers hun brood moeten verkoopen per gewicht en1 tegen zekeren prijs. Nu verkoopen zij maar; een brood van 2 Kilo daar maken zij maar amper een goeden Kiloj 11 VERGADERING VAN 19 JANUARI 1915. Vaststelling van eene verordening op het bakken van onvermengd roggebrood. Mededeeling van ingekomen stukken. Vaststelling van het suppletoir-kohier van den hoofdelijken omslag dienst 1914. van en berekenen er toch ©en kwartje voor. Wanneer voor iden een alle kans is uitgesloten om winst te maken,, moet aan een ander de gelegenheid ook niet gegeven Worden. De boeren mogen niet meer van hun graan heibbgnj en de bakkers stekeu het in hun zak! De heer E. van Wely: Dat was een goéd ding om het gewicht van het brood vast te stellen. De Voorzitter: Omtrent hetgeen de heer Voeten zoo juist gezegd heeft, is nadat onze agenda opgemaakt en verzonden was, een verzoek ingekomen om eene der gelijke verordening in het leven te roepein. Wanneer da Gemeenteraad eene dergelijke verorde ning wenscht en er meerdere leden zijn, die met hef idéé van den heer Voeten kunnen meegaan, zal ik diq verordening ten spoedigste in den Raad brengen. De concept-verordening werd ons toegezonden door den .Voorzitter van het centraal punt Oud- en Nieuw-Gastel voor den aankoop van rogge. De heer E. van Wely: 't Is hard noodig, Mijnheer jdej Voorzitter., Men doet maar wat men wilt.. D(e VoorzitterWanneer de urgentie zoo groot isj, bestaat er wellicht geen bezwaar tegen die verordening nog' in deze vergadering te behandelen. Er zijn exempla ren genoeg van. De heer E. van Wely: 't Is ook noodig voor 't ,alge/- meen belang. De heer Verheijen: Was het niet wenschelijk deze 2 punten te combineeren en te behandelen in de ver gadering die misschien Vrijdag kon worden belegd.. De Voorzitter: Ik mag eene vergadering maar 2dagen .uitstellen. Dan moeten alle leden er voor terugkomen* De heer Jac. Vos: De eerste verordening kan nu nog wel vastgesteld worden. De heer K. vau Wely: 't Was misschien het beste om een half uur pauze te 'nemen. Er zijn exemplarejp genoeg voorhanden en kunnen de leden ze in dat half uur even inzien. De Voorzitter: Ik zal beide punten aanhouden totdat onze agenda is afgehandeld. IX. Mededeeling van ingekomen stukken. De Voorzitter: Ik deel de! vergadering mede, dat zijn ingekomen: t /l Olv fQ J't-f9/ ixi^i dl* ïy'jJkwJ het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.(d. 14 Januari 1915 G JVs 193, houdende goedkeiurii]njg van de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1915; het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Bra bant djd. 31 December 1914 G Na 134 houdende goedkeu ring van het besluit dezer vergadering djd. 16 December a. p. tot het aangaan eener tijdelijke geldleening. Van de overige stukken, die zijn ingekomen heb ik Ui bereids in de vorige vergadering reeds mededeeling gedaan. Deze hebben voor U ter visie gelegen. Gaarne vernam ik of die stukken een der leden aan leiding geven tot het doen van een voorstel of verzoek* De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Het eenige, dat mij aanleiding kan geven er een enkel woord! over te zeggen is, dat ik zou wenschen Burgemeester: en Wethouders uit te noodigen om het schrijven dein Tuchtunie over de houding van de kinderen op de open bare straat ter kennis te brengen der hoofden van scholen, De Voorzitter: Ik zal gaarne aan Uw verzoek vol doen en het stuk laten circuleeren bij de hoofden van scholen. X. Vaststelling van het suppletoir kohier van den hoof dei^ken omslag dienst 1914. De Voorzitter: Mijneheeren! Nu de vergadering tot punt 10 der agenda gekomen is, sitel ik voor een oogen/- blik te pauseeren en dan inzage te nelmen van de ver(- ordening. Wanneer daartegen geen bezwaar bestaat bij de leden schors ik hiertoe de openbare vergadering.. De openbare vergadering wordt hierop door den Voor zitter geschorst. Na heropening der vergadering wordt op voorstel van den heer J. Vos de behandeling van punt VIII tot eene nadere vergadering aangehouden alsmede de vaststelling van het suppletoir-kohier van den Hoofdelijken Omslag dienst 1914. Door den Voorzitter wordt die nadere vergadering be paald op Zaterdag e. k. des voormiddags 9 uur. De ppenbare vergadering wordt hierop te ongeveer half twaalf door den .Voorzitter gesloten. ix-l S-t-, q- o- 3 Jj e Ij l&l ,i - C*~ Cx-xf<^ I I VP. J. VAN POLL-SUYKERBUYKj ROOSENDAAL

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1915 | | pagina 6