2
VERGADERING VAN 24 NOVEMBER 1915.
Aanbieding van de rekening 1914 der gemeente en gemeente instellingen en benoeming van een ecommisaie van on
derzoek. Aanbieding van de begrooting 1916 der gemeente en gemeente instellingen met voorstel
van B en W. Bepaling van den pensioensgrondslag van den heer J. J. Werz.
te stemmen, terwijl Burgemeester en Wethouders betref
fende de administratie van den gemeente-ontvanger niets
hebban, mede te deelen.
Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
III. Aanbieding ran de rekening 1914 der gemeente en
gemeente instellingen en benoeming van eene com
missie van onderzoek dier rekeningen.
De Voorzitter: Namens Burgemeester en Wethouders
heb ik de eer U hierbij aan te bieden de rekening jdeir
gemeente over het dienstjaar 1914, bedragende
in ontvangst331.590.683^
en in uitgaaf808.910.31
alzoo met een batig saldo van. 22.680.823^
Ik stel voor de rekening voorloopig vast te stellen
overeenkomstig het door Burgemeester en Wethouders
gemaakte ontwerp-besluit, welk ontwerp ik U mede na
mens dat college hierbij aanbied.
Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voor
lezing van het ontwerp-besluit.
Het ontwerp-besluit tot voorloopig© vaststelling der ge
meente-rekening wordt hierna zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De Voorzitter: Wij gaan nu over tot benoeming eener
Commissie van drie leden tot onderzoek der gemeente-
rekening en der rekeningen, welke aan de goedkeuring
van den gemeenteraad zijn onderworpen.
Ik benoem tot stemopnemers voor alle in deze verga
dering te houden stemmingen de beide heeren wethouders.
Hierna gaat de Raad tot stemming over:
De uitslag der gehouden stemmingen is dat de Com
missie belast met liet onderzoek der gemeenterekening
en der overige rekeningen bestaat uit: de heer J. Ver-
heijen als Voorzitter en de heeren A. W. Braat en F..
M. J. H. Schul als leden.
De Voorzitter: Ik verzoek de Commissie hare werk
zaamheden zoo spoedig mogelijk te willen aanvangen
opdat deze kunnen zijn afgeloopen vóór de vergadering,
welke voorloopig op den 15den December e.. k. is bepaald,
en waarin tot vaststelling der gemeente-begrooting zal
werden overgegaan.
IV. Aanbieding van de begrooting 1916 der gemeente en
gemeente instellingen met voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
De Voorzitter: Tot mijn spijt is de begroeting voor
het dienstjaar 1916 eerst de vorige week gereedgekomen,
zoodat de aanbieding daarvan eerst in deze vergadering
kan geschieden. Ik roep echter de clementie van den
Raad in gezien de overgroote drukte die nog altijd op de
gemeente-secretarie heerscht en 'het gering aantal amb
tenaren waarover Burgemeester en Wethouders hebben
te beschikken.
Namens Burgemeester en Wethouders bied ik U de
gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1916 aan be
dragende zoowel in ontvangst als in uitgaaf ƒ235634.485
en stel U andermaal voor te besluiten, in afwijking
met het bepaalde bij het reglement van orde, nog in deze
week tot behandeling in de afdeelingen over te gaan
ten einde te zorgen, dat de begrooting- in de tweedel
week van December in openbare behandeling zal kunnen
worden gebracht. Wanneer de vergadering hiertoe be
sluit, zullen wij nog in deze week de afdeelingen oproepen'.-
Kunnen de leden zich met het voorstel van Burge
meester en Wethouders vereenigen?
De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Is (dat
niet wat vroeg deze week nog? In sommige afdeelingan
is de behandeling in eene zitting afgeloopen.
De Voorzitter: De bedoeling is, dat, indien de oproe
pingen deze week zullen geschieden, de leden op zijn
vroegst Zaterdag a.s. voor de eerste vergadering zullen
worden opgeroepen.
Burgemeester en Wethouders zien er evenwel geen be
zwaar in er zijn zoo weinig punten onder deze om
standigheden in de begrooting veranderd met Uw
bezwaar rekening te houden en eerst in de volgendel
week te beginnen.
Zijn er meerdere leden, die wenschen, dat de vergade
ringen eerst in de volgende week zullen beginnen,?
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De Voorzitter: Aangenomen dat in de volgende week
de afdeelings-vergaderingen afloopen,, zoo verzoeken Bur
gemeester en Wethouders te besluiten, dat de termijnen
van afdoening in het reglement van orde bepaald, niet
behoeven te worden 'nageleefd, opdat wij zoodoende dej
behandeling der begrooting kunnen doen plaats vinden
in de vergadering, welke voorloopig is bepaald op 15
December a.'s. 1
De heer Braat: De leden 'die benoemd zijn dn de
Commissie belast mei het nazien der rekeningen en na
tuurlijk ook in de afdeelingen zijn, krijgen het dan in
dezen korten tijd wel een beetje druk Mijnheer de Voor
zitter. Daarom dunkt mij, was het beter, dat de af
deelings-vergaderingen a.s. Zaterdag konden beginnen,
want .anders is het bijna iedereu avond vergadering.
Da Voorzitter: Mijn idee zou het volgende zijn: Aan
da leden, die in mijne Commissie zitting hebben zal ik
vragen welke dagen 'der week hun het best convenieeren.
Ik vermoed, dat de overige Voorzitters' er ook zoo over
denken.
Wanneer er bezwaar tegen bestaat om Zaterdag reeds
ta vergaderen dan wordt er natuurlijk mede gewacht.
V. Bepaling van den pensioensgrondslag van den heer
J. J. Werz, directeur der burgeravondschool en
teekenschool.
De Voorzitter: In onze vorige vergadering is door U
benoemd tot directeur der burgeravondschool en tee
kenschool de heer J. J. Werz, leeraar aan die school.
De Raad is verplicht de pensioensgrondslagen voor
dien ambtenaar vast te stellen. Burgemeester en Wet-
VERGADERING VAN 24 NOVEMBER 1915.
Voorstel van B en W. tot wijziging van de verordening regelende de jaarwedden van het onderwijzend personeel.
houders hebben daartoe een concept-besluit doen op
maken, waarvan ik den Secretaris verzoek voorlezing
te willen geven.
Na voorlezing zegt:
De Voorzitter: Verlangt een der leden naar aanlei
ding van het voorgelezen concept-besluit het woord of
nadere toelichting. Niemand 'het woord verlangende stel
ik voor het besluit ongewijzigd goed te keuren en vast
te stellen en de pensioensgrondslag te bepalen op zeven
honderd vijftien gulden als directeur der burgeravond
school e;n op zeven honderd vijftien gulden als directeur
dor teekenschool.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouder tot wijzi
ging van de verordening regelende de jaarwedden
van het onderwijzend personeel.
De Voorzitter: Het is U bekend, Mijneheerein, dat het
hoofd van school E te Nispen, voornemens is eerstdaags
den gemeentedienst mei pensioen te verlaten.
Herhaaldelijk is in deze vergadering een voorstel ter
tafel gekomen waarbij gelijkstelling van jaarwedde voor
het hoofd van school te Nispen met die voor de hoofden:
van scholen te Roosendaal vastgesteld, werd verzocht.
In de vorige vergadering is U mededeeling gegeven van
©en schrijven van het hoofd van school te Nispen, waarbij
deze te kennen gaf, naar aanleiding eener in 't vorige
jaar gevallen beslissing, dat hij voornemens is den ge
meentedienst te verlaten, uiterlijk met 1 Mei 1917; dit
werd door hem zoo vroegtijdig gedaan opdat door U
met zijne wenschen tijdig zou kunnen rekening gehouden
worden.
Na afloop onzer laatste vergadering heb ik een officieel
bezoek gehad van den heer Smeltzer, waarbij "hij mij
definitief te kennen gaf, den gemeentedienst hoe eerder
hoe liever te willen verlaten en dit om bijzondere re
denen. Zoo staan dus de zaken.
Het standpunt, dat Burgemeester en Wethouders in
deze steeds hebben ingenomen, is U bekend; daarvan
wijken zij ook thans niet af. Toch wenschen zij de "stroo
mingen, die omtrent deze zaa"k in den Raad bestaan lot
een vergelijk te 'doen komen én hebben zij gemeend dit
het best te doen door aan U voor te stellen eene partlee'le
wijziging van de salarisregeling voor bet onderwijzend
personeel, waardoor het hoofd van school E te Nispen
verkrijgt hetgeen hij zoo vurig wenscht en omtrent
welks inwilliging stemmen in dezen Raad zijn opgegaan.
Vandaar dat Burgemeester en Wethouders te rade zijn
gegaan om eene gelegenheidswijziging te vinden, welke
zij meenen aan uwe vergadering te mogen voorstellen,
waardoor diensten, uitsluitend in dienst dezer gemeente
volbracht, beloond werden. Vandaar dat Burgemeester en
Wethouders U thans voorstellen om aan alle hoofden
van scholen en alle onderwijzers, die in dienst dezer
gemeente zijn, of komen zullen, bij dertig-en veertigjarigen
diensttijd, uitsluitend in de gemeente doorgebracht, nog
verhoogingen van jaarwedde toe te kennen. De verhoo
gingein welke daarvoor worden voorgesteld, bedragen in
totaal de som van honderdvijftig gulden.
Verder hebben Burgemeester en Wethouders van deze
gelegenheid gebruik gemaakt om de pensioensbij slagen
die gegeven worden aan hoofden van scholen en onder
wijzers, en waarvan zij thans geen pensioen kunnen
genieten, op te nemen onder hunne vaste jaarwedden.
Zoodoende zijn de vaste jaarwedden zoowel voor hoofden
als voor onderwijzers verhoogd met de bedragen die zij
als pensioensbij slagen genieten. Wanneer dit voorstel
wordt aangenomen krijgen zij dan ook van die bijslagen
pensioen., Voor een lioofd van school bedraagt die bij-
Slag vijfenveertig gulden, voor de onderwijzers is deze
verschillend.
Met de idee om te zorgen dat het hoofd van school
t© Nispen een verhoogd pensioen krijgt kunnen Bur
gemeester en Wethouders zich slechts vereenigen wanneer
bereikt wordt dat gelijkstelling wordt verkregen voor
alle onderwijzers, die in dienst der gemeente zijn, dat
derhalve ook zij die in de toekomst dertig of veertig
jaar in dienst der gemeente hebben doorgebracht van
een verhoogd salaris kunnen genieten. Alleen dan kun
nen Burgemeester en Wethouders met het voorstel mede
gaan. Vandaar ook, dal zij hel voorstel doen om een©
bepaling te geven van terugwerkende kracht en 'deze
verordening in werking te doen treden 1 Januari 1915,
aangezien de heer Smeltzer voornemens is omtrent Pa-
schen den gemeentedienst te verlaten.
Gaat de Gemeenteraad niet met het denkbeeld van
Burgemeester en Wethouders mede, dan trekken zij de
verordening in haar geheel in.
Geen der hoofden of onderwijzers zal door dit- voorstel
een cent meer salaris genieten; Burgemeester en Wet
houders hebben dat niet gewild. De tijd tot herziening
van de algemeen© verordening is pas aangebroken in 1917
en vóór dien tijd wenschen Burgemeester en Wethouders
geene wijziging voor te stellen. Alleen hebben zij een
middel gevonden om te verkrijgen hetgeen door meerdere
leden voor het hoofd van school te Nispen gewenscht
wordt. Wat men evenwel aan één hoofd van schooi
wenscht te geven, moeten wij ook niet aan de overigen'
van het onderwijzend personeel onthouden en daarom
hebben Burgemeester en Wethouders eene algemeen©
regeling voorgesteld.
De heer Van Dorst: Mijnbeer de Voorzitter! Ik zou
U willen vragen of het wel noodig is aan het hoofd van
school te Nispen eene verhooging van jaarwedde toe te
kennen
Wij hebben den heer Smeltzer eene verhooging toege
kend toen hij vijf en twintig jaar hoofd der school was;
hij heeft toen een cadeau ter waarde van honderd gulden
gekregen. Mij dunkt, dat dit voldoende is. Ik kan er mij
niet mede vereenigen zijn tractement nog te.verhoogen,
te meer niet met hel oog daarop, dat alle onderwjjzeirjs
het dan ook zouden moeten genieten.
Ik kan met dit voorstel volstrekt niet meegaan.
Die heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter!
Toen verleden jaar het request van den heer Smeltzer
aan de orde kwam, om zijn salaris wat te verhoogen, ik
meen met twee honderd gulden, was ik een van de
leiden, die er voor was en zich uitsprak <pm aan dat ver
zoek te voldoen. Ik ging daarbij uit van de gedachte,
dat wanneer een ambtenaar, zooals de heer Smeltzer,
een hoofd ,van school, kan bogen op een ruimveertig
jarigen trouwen dienst in de gemeente wjj zulks moeten
i i