VERGADERING VAN 25 AUGUSTUS 1915. Voorstellen met betrekking tot den aanleg van de gas- en waterleiding in de Kapellerlaan naar de nieuw te bouwen kazerne. XIÜ. Voorstellen met betrekking tot den aanleg van de gas- en waterleiding in de Kapellerlaan naar de nieuw te bon wen kazerne. De Voorzitter: Mijneheeren! Ik zal voorlezing doen geven van het voorstel der Commissie van toezicht op de Gemeen tcgasfabriek met betrekking tot de aanvrage voor den aanleg eener gasleiding in de Kapellerlaan.' Op verzoek van den Voorzitter geeft de .Secretaris hier van voorlezing. De Voorzitter: Namens Burgemeester en Wethouders stel ik U voor op het voorstel der Gascommissie in te gaan en den aanleg eener gasleiding in de Kapellerlaan, niet voor gemeenterekening te doen geschieden* De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ligt het ook in de bedoeling, wanneer eventueel de leiding pro ductief zal zijn geworden deze van requestrante weer over te nemen? Het komt mij voor, wanneer eenmaal voldoende aanslui tingen op die leiding zijn verkregen,, wij zonder bezwaar door het gemeentelijk gasbedrijf kan worden overgenomen, en het wel wenschelijk is dat gedeelte dep kosten, hetwelk de eigenaresse der gronden op 't oogenblik moet bijdragen te restitueeren. Het lijkt mij eene onbillijke belasting; leggen op de eigenaren, wanneer die eigenaren [van [gronden eigen lijk zouden moeten medewerken om het gasbedrijf beter rendabel te maken. De Voorzitter: Deze aanvrage heb ik anders beschouwd dan die welke vroeger gedaan zijn. De aanvrage, die voor de zoogenaamde Knip is gedaan, is door den Raad ge sanctioneerd tot de helft voor rekening der gemeente en de andere helft voor rekening der eigenaresse. Uit het advies, dat de Commissie ons heeft gegeven blijkt, jdat het aantal aanvragen om aansluiting zoo gering is te achten, dat zij niet voorstelt, hetgeen hier gebruikelijk is te doen, en daarom heb ik ook namens Burgemeester (en Wethouders geadviseerd den aanleg niet voor de helft voor rekening der gemeente te nemen. Alleen komt het Burgemeester en Wethouders wenschelijk voor als voor waarden van aansluiting te bepalen, dat de leiding moet zijn eene vierduimsche leiding, zooals in de Van Gilselaan is gelegd. Ik had evenwel liever een ander voorstel gezien; doch Burgemeester en Wethouders „scharen zich altijd, behou dens buitengewone omstandigheden, aan de zijdei eener Commissie, die door den Raad benoemd is. Mjj'n volle sympathie heeft het voorstel echter niet. De heer Verheijen: Ik opponeer niet, Mijnheer de Voorzitter, ik vraag alleen, of het in de bedoeling ligt eventueel de waarde der leiding te restitueeren aan de personen, die ze thans moeten betalen, daar naar mijne meening deze zonder bezwaar, wanneer voldoende aan sluitingen zijn verkregen, door de fabriek kan worden overgenomen. De heer P. Konings: Mijnheer de Voorzitter! Wij heb ben over die leiding reeds vroeger gesproken, doch met hwt uitbreken van den oorlog werden de buizen zoodanig duur, dat hierop niet verder is ingegaan. Toen de aanvrage voor de Knip werd gedaan hadden wij daar reeds eenige aansluitingen, hier hebben wij ech ter niets dan de maréchausséekazerne, welke aan het begin der Kapellerlaan wordt gebouwd. Indien wij daar eene vierduimsche leiding leggen en bij invoering der electriciteit men zou zeggen, wij hebben liever electrici- teit, dan zitten wij met eene dure leiding te kijken. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ik vraag alleen dit, of de Commissie in overweging heeft genomen om, wanneer die leiding, welke op 't oogenblik voor reke ning der Roosendaalsche Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen wordt aangelegd, voor het bedrijf rendabel is geworden, een gedeelte der aanlegkosten naai de waarde, laat ons zeggen, de waarde, welke de leidingl voor het bedrijf heeft, aan de genoemde Maatschappij zal worden gerestitueerd. Ik vind er alles voor te zeggen dat, terwijl de kosten van aanleg door de Maatschappij worden gedragen bij het rendabel worden voor de gasfabriek die leiding; tegen de dan hebbende waarde door de fabriek weer wordt over genomen. De Voorzitter: Zoodra men kan aantoonen, dat die Leiding rendabel is geworden, is er niets tegen, dat zij door de gemeente wordt overgenomen. Ik zou nu de bepaling willen maken, gelijk de Commis sie geadviseerd heeft, om den aanleg voor rekening van aanvragers te doen geschieden en op voorwaarde, dat ©ene vierduimsche leiding zal worden gelegd ein anders geien aansluiting aan het gasbuizennet zal worden gegeven. Mijn voorstel is dus pan aanvragers te doem weten, dat de gemeente bereid is om tot aanleg eener vierduimsche leiding in de Kapellerlaan voor hunne rekening over te gaan en tevens in beginsel bereid is om, wanneer de ren tabiliteit der leiding door de Maatschappij wordt aange toond, de leiding over te nemen. De beer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Anderen kunnen natuurlijk ook op die leiding aansluiten. De ge meente beeft toch het recht niet waar daarop aanslui tingen te geven. Du Voorzitter: Natuurlijk, de Maatschappij is ver plicht toe te laten dat de gemeente, zonder nadere tod- stemming aansluitingen op die leiding aan heit gasbuizen- net maakt. De Commissie heeft bij haar voorstel de be paling gevoegd, dat voor gemeenterekening een lantaarn voor de maréchausséekazerne zal „geplaatst worden, mits voor het ontsteken en uitdooven dier lantaarn door de Maatschappij wordt gezorgd. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van den Voorzitter aangenomen. De Voorzitter: Eenzelfde aanvrage is voor de aan sluiting der waterleiding gedaan, dus ook dit moet dooi den Raad gesanctioneerd worden. Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voorlezing van het advies der Waterleidingmaatschappij. De Voorzitter: Het laatste voorstel door de Maatschap pij gedaan is, de helft der kosten door de gemeente te doen dragen en de andere helft door de Maatschappij tot Bouw en Exploitatie van Onroerende Goederen. Ik had mij liever vereenigd met het voorstel het vorige jaar gedaan, waarbij door de Maatschappij naargelang de kosten der aansluiting eene garantie moest gegeven wor den om zoodoende het kapitaal, voor den aanleg besteed, rendabel te maken. 11 VERGADERING VAN 25 AUGUSTUS 1915. Voorstellen met betrekking tot den aanleg van de gas- en waterleidingen de Kapellelaan naar de nieuw te bou wen kazerne. Uitloting van schuldbrieven. Mededeeling van ingekomen stukken. Wat mij betreft, vind ik het uit te geven bedrag nogal aanzienlijk om een aansluiting te verkrijgen van af de Bredasche baan naar de kazerne, vooral waar die voor onze gemeente zoo ongelukkig komt 'te .liggen.' De heer Van Gastel: Daar komt nog bij, Mijnheer de Voorzitter, het dadelijk afwerken en het kan misschien nog wel anderhalf jaar duren, voordat er van water ge bruik gemaakt wordt. Ik vind het gekheid, dat direct af te werken en daar dringt men toch op aan niet [waar? De heer E. van Wely: Men heeft „toch veel'moeite gedaan om de kazerne dichterbij te krijgen. De Voorzitter: Men heeft wel moeite gedaan, maar voor zoover ik iets heb kunnen bespeuren warende prijzen, die elders gevraagd werden, te hoog. Ik vind het eene ongelukkige terreinkeuze voor de maréchausséekazerne. Aanvankelijk heeft mem ook onderhandeld voor aankoop van terrein aan het Ommegangstraatje. De heer E. van Wely. Dat was allemaal te duur. 't Is me een oppervlakte hoor! De VoorzitterMen heeft ook pogingen aangewend om in de Spoorstraat terecht te komen. De heer Jongeneelen: Dat was toch beter geweest, dunkt mij. De heer E. van WelyDat is ook allemaal nogal duur. Daar had het Rijk ook nog ©en stukje liggen., De Voorzitter: De plaats schijnt thans aangewezen te zijn en wij hebben au alleen te beslissen over den aanleg der waterleiding, waarbij volgens het voorstel der Maat schappij tot Bouw en Exploitatie van Gemeentebedrijven da helft der kosten voor hare rekening zullen komen en de andere helft door aanvragers moet worden gedragen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens hier toe besloten. XIV. Uitloting van schuldbrieven. Da Voorzitter: Mijneheeren! Alvorens lot uitloting over te gaan zal ik eerst mededeeling doem van punt XV. Mededeeling van ingekomen stukken. Ingekomen zijn Een schrijven van de Gascommissie inhoudende, dat zij in hare vergadering van 2 Juli heeft besloten haar voorstel tot verhooging der gasprijzein in te trekken. Een schrijven aan den Raad gericht betreffende het verleenem van steun aan het Koninklijk Nationaal Steun comité. Een schrijven van Dr. Lammens, inhoudende dankbe tuiging voor het hem aangeboden huldeblijk. Een verzoek van de afdeeling Roosendaal van de Hanze ter verkrijging eener subsidie groot ƒ100.— voor een in 1916 te houden cursus in boekhouden. Da Voorzitter: Ik stel voor dit adres aan te houden tot bij de behandeling der begrooting. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! De Gascom missie heeft nog geen gelegenheid gehad den heer .Ver heijen dank te zeggen voor de groote belangstelling, welke da heer Verheijen heeft geloond in het voorstel der gas commissie, inhoudende verhooging van de prijzen van werk- en kookgas. Da gascommissie kan echter de uitdrukking van den heer Verheijen niet goedkeuren, waar de heer Verheijen zegt, dat de brief van de gascommissie niet duidelijk was. Ik weet niet, zegt de heer Verheijen, wat door het cijfer 5.85 bedoeld wordt. Maar Mijnheer de Voorzitter, ik zou U willen vragen, wat kan daarmede anders bedoeld zijn dan de prijs bij de verbruikers in den meter? Er kom hier van geen anderen prijs sprake zijn. Als de gascom missie verhooging van prijs voorstelt, dan ligt het toch voor de hand, dat zij geen distillatieprijs of prijs in den, gashouder zal opgeven. Alleen het feit, dat de gascommissie maar éénen prijs opgaf, moest den heer Verheijen voldoende zijn geweest om te begrijpen, dat er van geen anderen prijs sprake kon zijn, dan van den prijs in den meter Mj de verbruikers. In elk ander geval had de commissie verschillende prij zen moeten, opgeven. Alle berekeningen, Mijnheer de Voor zitter, welke de heer Verheijen heeft gelieve te maken, hadden met de zaak niets te maken. De zaak was heel duidelijk. Alleen de berekening, hoeveel méér dei gasfa briek zou ontvangen hebben tot einde 1915, indien de gas i/2 cent verhoogd werd, was ter zake dienende. Het spijt de gascommissie wel, dat de heer Verheijen waar schijnlijk veel tijd aan de berekeningen heeft besteed, maar zij is zich niet bewust daaraan schuld te hebben. De gascommissie wil eerlijk beken;nein, dat het haar ten zeerste bevreemd heeft, dat juist de heer Verheijen de bedoeling van het cijfer 5.85 niet begreep. Mijnheer |det Voorzitter, de gascommissie zal gaarne aan het verzoek van den heer Verheijen voldoen om in 't vervolg bij de opgave van den kostprijs de desbetreffende berekening bij te voegen. De lieer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ik behoef weinig te antwoorden op hetgeen de geachte vorige spre ker, vermoedelijk namens de gascommissie het woord voerende, aan mijn adres heeft gezegd. Ik kan heel tevreden zijn over het resultaat, dat mijn werk heeft opgeleverd en dank de gascommissie voor de loyale wijze, waarop zij in dezemijn arbeid heeft beloond. Hierop gaat de vergadering in comité-generaal. Na heropening der geschorste vergadering zegt De Voorzitter: Mijneheeren! Allereerst1 zal ik nu de vergadering doen beslissen over het voorstel ingediend door zes leden van den Raad 0111 de betrekking jvan ingenieur-directeur of directeur van gemeentewerken op te heffen en, bij aanneming daarvan, om de jaarwedden van de beide opzichters te herzien. Ik stel voor tot stemming over te gaan. Met negen t egen vijf stemmen wordt vervolgens besloten de betrekking van ingenieur-directeur of directeur vau gemeentewerken op te heffen. Tegen stemmen de heeren E. van Wely, A. Heerma van Voss, J. Verheijen, G. Konings en de Voqrzitter.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1915 | | pagina 39