VERGADERING VAN 25 AUGUSTUS 1915.
Vaststelling van de balans en winst- en verliesrekening der gemeente-gasfabriek over het bedrijfsjaar 1914 en
vaststelling van het aan de gemeente uit te keeren gedeelte der beschikbare winst. Voorstel
B. en W. tot wijziging van de begrooting.
De eerste tekortkoming, die ik hier kan constateer em
is deze: 14 Maart 1914 werd (door deze vergadering [be
sloten in de Voorstraat eene vierduimsche gasleiding aan
te leggen, ter lengte van tweehonderd Meter, en wan
neer mijne inlichtingen juist zijn, Mijnheer de Voorzitter,
is tot op heden zelfs nog geen begin van uitvoering ..ge
geven aan dit raadsbesluit. Ik betreur dit ten zeerste,
omdat daardoor niet bereikt wordt, hetgeen wij met de
exploitatie der gasfabriek trachten te bereiken n.1. eene
algemeene voorziening in de behoefte aan licht in onze
gemeente.
Ik wil Burgemeester en Wethouders en de Gaseommissie
geen grief maken van het niet uitvoeren van dit Raads
besluit, omdat ik weet, dat Burgemeester en Wethouders
den laatsten tijd overladen waren met werkzaamheden
en beide Colleges Burgemeester en Wethouders en de
Gaseommissie zich in hoofdzaak bepalen tot het houden
van toezicht. Ik moet daarvan echter wel een grief maken
tegen den hoofdambtenaar, den directeur der gasfabriek,
die speciaal belast is om Raadsbesluiten met gepasten
spoed uit te voeren.
Nu kan men zeggen, vindt U dan een winstcijfer van
14.000.voor een gemeentebedrijf ook niet mooi? Ik
vind dit cijfer zeer mooi, Mijnheer de Voorzitter, maar
minder tevreden ben ik, indien zou blijken, dat een hooger
winstcijfer zou te behalen zijn met de exploitatie der
fabriek, en dit hooger winstcijfer zou kunnen worden ver
kregen, wanneer de directeur meer zorg zou besteden aan
het spoediger voldoen aan aanvragen tot aansluiting. Plet
is mij bekend, dat aanvragers om kook- en muntgasmeters
meer dan tien maanden uit den treure- moeten wachten.
U zult mij moeten toegeven, dat dergelijk weinig kostbare
aansluitingen heel gevoeglijk tot stand zouden kunnen wor
den gebracht en het debiet der gasfabriek daardoor aan
merkelijk zou kunnen worden uitgebreid. Wanneer de
zaken zoo staan, Mijnheer de Voorzitter, meen ik allen
grond te hebben ontevreden te zijn over de gestie der
gasfabriek.
Een derde bezwaar, dat ik tegen den directeur heb,
is dit. Ik wil op 't oogenblik geen namen noemen, irnaa'r
't is mij bekend, dal personen, die aan de gasfabriek
kwamen aandringen op spoedigen aanleg eeiner gaslei
ding, door den directeur zeer onheusch werden beje
gend. Het wil mij voorkomen, dat hoofdambtenaren jin
dienst der gemeente, daar zijn ten dienste en ten gerieve
van het publiek en niet omgekeerd.
Ik hoop, dat door Burgemeester en Wethouders |en
door de Gaseommissie de aandacht van den betrokken
hoofdambtenaar zal worden gevestigd op hetgeen ik hier
in deze vergadering heb gezegd.
De Voorzitter: Den heer Verheijen kan ik toezeggen,
dat door toezending van de gedrukte notulen onzer ver
gaderingen de Directeur der gasfabriek mededeeling krijgt
van hetgeen in deze vergadering wordt gesproken.
Wat het door U gesprokene omtrent onheusche bejege
ning aangaat, had ik liever gezien, dat door U namen
van personen waren genoemd, anders zie ik zulks liever
niet in deze vergadering medegedeeld, want dit zijn be
schuldigingen, die een ambtenaar ten zeerste moeten grie
ven. Die zaak moet door U grondig zijn omderzoc|h!t
om eene dergelijke verklaring in eene openbare verga
dering te kunnen afleggen. Wensch t U mij de namen te
geven, dan zal ik ook de namen der personen, die ,U
deze mededeelingen hebben gedaan aan den directeur
doen kennen.
'Op het overige door U gesprokene kan ik niet ant
woorden; dit ligt geheel op den weg van de Commissie
van Toezicht op de Gasfabriek.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Het zal
U bekend zijn, dat klachten over hoofdambtenaren vrij
gemakkelijk worden geuit tegenover leden van den Raad,
maar minder gemakkelijk tot uiting komen, wanneer de
namen van de betrokken personen zullen worden ge
noemd. Over 't algemeen wordt vrij gemakkelijk geklaagd,
maar heeft men er bezwaar tegen ik voor mij zou
dat bezwaar niet hebben om namen te noemen, omdat
men bang is, dat dergelijke klachten misschien nog tot
andere onaangenaamheden aanleiding kunnen geven. Het
is U, evengoed als mij, bekend, dat dikwijls dergelijke
klachten worden geuit, Wanneer men er zeker van is,
dat namen niet zullen worden vermeld.
De Voorzitter: Alvorens tot stemming over te gaan,
wensch ik den Gemeenteraad ook mijn gevoelen te doen
kennen. Mij dunkt, dat bij de beoordeeling van den hoofd
ambtenaar der gasfabriek ook rekening moet gehouden wor
den met de tijdsomstandigheden in 1914, welk jaar voor
hem ook niet zoo'n gemakkelijk bedrijfsjaar is geweest.
Onder genoemde omstandigheden heeft hij zeker heel wat
met de fabriek te doen gehad. De heer Verheijein heeft trou
wens ook erkend, dat op de gasfabriek de zaken goed
marcheer en: echter naai- zijne meening niet goed genoeg.
Er zou namelijk naar zijne meening door meer tactisch,
te werken en regelmatig aan de gevraagde zaken uit
voering te geven een grooter winstcijfer kunnen worden
behaald. Nu moet ik erkennen liet verslag der fabriek
is door mij goed bestudeerd dat het behaalde winst
cijfer mij zeer heeft voldaan. Te meer omdat in aan
merking genomen moet worden, dat in dit winstcijfer
niet is begrepen de publieke verlichting.
Ik stel nu voor: het totaal der baten der gasfabriek
te bepalen op f 87.441.37i/2, het totaal der kosten op
f 73.441.56 en de zuivere winst op 13.999.811/2; en vast
te stellen, dat zal worden gestort 10o/0 der zuivere winst
in het reservefonds ingevolge art. 24 der bedrijfsverorde-
dening, zijnde f 1399.98, welke som zal worden bestemd
tot vermindering van het „Negatief Kapitaal Gemeente
Roosendaal en Nispen" met een bedrag van ƒ354.06 zoodat
netto aan de gemeente zal worden uitgekeerd een bedrag
van 12245.771/2.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
den Voorzitter goedgekeurd en de balans en winst- en
verliesrekening der gasfabriek over het bedrijfsjaar 1914,
zooals deze in druk zijn verschenen, vastgesteld.
III. Voorstel ran Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging van de begrooting 1914.
De Voorzitter: Mijneheeren! Volgens verklaring van
den Gemeente-Secretaris hebben de besluiten tot wijzi
ging der begrooting 1914, zooals die door ons aan ter
goedkeuring worden voorgedragen ter visie gelegen. Deze
VERGADERING VAN 25 AUGUSTUS 1915.
Voorstel van B. en W. tot het aangaan eener tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld.
Voorstel tot wijziging van het besluit betreffende de aanstelling van een Ingenieur-Directeur van gemeentewerken
tevens Directeur der burgeravondschool. Voorstel tot opheffiing van de betrekking van Ingenieur-Directeur of
Directeur van gemeen te-werken.
besluiten worden U aangeboden met het oog op de af
sluiting der gemeente-rekening over dat jaar en zijn dus
geheel van administratieven aard.
Verlangt naar aanleiding dier besluiten iemand het
woord
Niemand het woord vragende stelt de Voorzitter namens
Burgemeester en Wethouders voor deze besluiten onge
wijzigd vast te stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aangenomen.
IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
aangaan eener tQdeltyke geldleenig, groot f 30.000.
ter voorziening in de behoefte aan tasgeld.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders verzoeken
U hen andermaal machtiging te geven tot het aangaan
eener tijdelijke geldleening tot een bedrag van dertig
duizend gulden tegen eene rente van hoogstens 6°/o j>er
jaar, zulks om te kunnen voorzien in de tijdelijke behoefte
aan kasgeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb
het woord niet willen vragen, vóór dat U het voorstel
heeft gedaan en in stemming heeft gebracht, omdat ik
in ieder geval met het voorstel meega. Toch zou ik U
durven vragen, nu het voorstel is aangenomen, op welke
wijze Burgemeester en Wethouders denken de leeningen,
die thans zijn aangegaan ter voorziening in de behoefte
aan kasgeld, te liquideeren?
De Voorzitter: Uit de gewone inkomsten der gemeente.
De heer Verheijen: Zijn die daarvoor voldoende?
De Voorzitter: Wij zullen er 't volgend jaar, vooral
tengevolge van de invoering der Rijksinkomstenbelasting,
goed voor komen te staan.
De heer Verheijen: Moeten die tijdelijke leeningen ter
voorziening in de behoeften aan kasgeld na verloop van
acht maanden niet afgelost worden?
De Voorzitter: De eerste geldleening is rieieds afgelost,
wij behoeven toch ook slechts de rente .van het op te
nemen kapitaal op te brengen en die rente kan uit de
gewone inkomsten worden voldaan."
Va. Voorstel tot wyziging van het besluit betreffende
de aanstelling van een Ingenieur-Directeur van ge
meentewerken tevens Directeur der burgeravond
school.
Vb. Voorstel tot opheffing van de betrekking van Inge
nieur-Directeur of Directeur van gemeente-werken.
De Voorzitter: Mijneheeren! In onze laatste vergadering
is door U het besluit genomen tot aanstelling van .een
ingenieur-directeur van gemeentewerken, tevens directeur
der burgeravondschool; ingevolge dat besluit is toen eene
oproeping voor deze betrekking geschied met hel resul
taat, dat zich vijf ingenieurs als sollicitanten hebben aan
gemeld.
Burgemeester en Wethouders hebben hangende deze
sollicitatie overleg gehouden met den Inspecteur op het
Middelbaar Onderwijs en hebben dien ambtenaar het ge
voelen van den Raad doen kennen, teneinde van hem
te vernemen, of Z.Ed. zich met het voorstel van jdenj
Raad eventueel zou kunnen vereenigen.
Het resultaat van dat overleg is .geweest, dat de In
specteur aan Burgemeester en Wethouders bij schrijven
van 28 Juli jl. heeft te kennen 'gegeveqj, dat hij het gevoelen
van den Gemeenteraad niet deelde en dat hij niet wensch te
mede te werken om de betrekking van ingenieur-directeur
van gemeentewerken op te dragen aan dein directeur
van de burgeravondschool, omdat hij vond, dal een inge
nieur niet geschikt is om aan het hoofd eener burger
avondschool te staan.
Nadat ons dit bekend was, hebben Burgemeester ten
Wethouders eene vergadering gehouden met de Com
missie, uit Uw midden benoemd, om deze aangelegenheid
met 'hen in behandeling te nemen. Deze Commissie en
Burgemeester en Wethouders zijn tot het resultaat geko
men U in deze vergadering het voorstel te doen tot
wijziging van het besluit, genomen in onze laatste ver
gadering.
Burgemeester en Wethouders in overleg met de Com
missie stellen thans voor hel in de vergadering van 22
Mei jl. genomen besluit aldus te wijzigen^
„De directeur van gemeentewerken moet of zijn ingenieur
of in het bezit zijn van een der akten Mc, Mll of Md
Middelbaar Onderwijs."
Burgemeester en Wethouders hebben hierop direct eene
oproeping volgens dit voorstel gedaan, teneinde de zaak
daardoor zoo mogelijk te bespoedigen. Daarop hebben
zich tal van sollicitanten aangemeld, zoodat er voor dein
Gemeenteraad voldoende gelegenheid beslaat daaruit eene
keuze te kunnen doen. Ik had dan ook gaarne in deize
vergadering de benoeming aan de orde gesteld; doch
bij schrijven van 7 Augustus bereikte mij het voorstel
van zes leden dezer vergadering tot opheffing der be
trekking van directeur of 'ingenieur-directeur van ge
meentewerken. Burgemeester en Wethouders werden daar
bij tevens uitgenoodigd aan den Raad het voorstel te doen
toekomen tot herziening der jaarwedden van de beide
opzichters.
Bij schrijven van 11 Augustus zond de Inspecteur van
het Middelbuur Onderwijs de stukken der sollicitanten
terug met een uitvoerig rapport bevattende zijne ziens
wijze omtrent alle sollicitanten. Ik heb dit rapport echter
uit reverentie voor de zes leden van den Raad heden
niet aan de orde willen stellen, alvorens de vergadering
omtrent hun voorstel uitspraak had kunnen doen. Eene
beslissing op hun voorstel kan de Raad in deze verga
dering nemen.
Neemt de Raad het voorstel van Burgemeester en Wet
houders en de Commissie aan, dan wordt de brief van,
den Inspecteur onmiddellijk met verzoek om advies in
handen gesteld van de Commissie op het Middelbuur
Onderwijs en hoop ik in onze eerstvolgende vergadering
de benoeming aan de orde te kunnen stellen.