10 VERGADERING VAN 22 MEI 1915. Benoeming van de leden der schattingscommissie voor de inkomstenbelasting. Benoeming van een lid voor het Burgerlijk Armbestuur. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de begrooting 1914 der gemeente en gemeente-gasfabriek. Bij de stemming ter benoeming van het jjendei lid der commissie worden uitgebracht 5 stemmen op den heer P. C. M. Konings, 3 op de hoeren Jac. Vos en A, J. dH Bruyn, 2 op den heer A. C. Jongeneelen en, 1 ojpi dei heeren J. A. C. van Gastel, Jac. Voeten en H. Laane. Daar niemand jde volstrekte meerderheid van stemmen heeft verkregen wordt tot eene tweede vrije stemming over gegaan, waarbij worden uitgebracht 6 stemmenop den heer P. C. M. Konings, 3 op de heeren Jac. Vos en A^ J. de Bruyn, 2 op den heer A. C. Jongeneelen en 1 op de heeren Jac. Voeten en H. Laane. Aangezien ook hierbij niemand de volstrekte meerderheid van stemmen heeft verkregen, heeft een herslemming plaats tusschen de heeren P. C. M. Konings, Jac. Vos en A. J. de Bruyn, die bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen ver kregen. Bij deze herstemming worden uitgebracht 8 stem men op den heer P. C. M. Konings en 3 op de heeren Jac. Vos en A. J. de Bruyn, zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen lot derde lid van de schattinigscommissije voor de inkomstenbelasting 'is benoemd de heer P. C. ML Konings. Bij de stemming ter benoeming van het vierde lid der commissie worden uitgebracht 6 stemmen op den heer J. A. C. van Gastel, 4 op dein heer Jac. Vos, 3 op den, heeir A. J. de Bruyn, 2 op den heer A. C. Jon gene alen en 1 o|p den heer Jac. Voeten. Daar niemand da volstrekte meer derheid van stemmen 'heeft verkregen, wordt tot ©ene tweede vrije stemming overgegaan, waarbij worden uit gebracht 7 stemmen op den heer J. A. C. van Gastel, 4 op den heer Jac. Vos, 3 op den heer A...C. Jongeneelein ©n 1 op de heeren Jac. Voeten en A. J. de Bruyn. Aange- gezien ook hierbij niemand de volstrekte meerderheid van stemmen heeft verkregen, heeft een herstemming' plaats tusschen de heeren J. A. C. van Gastel en Jac. Vos, diq bij de tweede 'vrije stemming de meeste stemmen ver kregen. Bij deze herstemming worden uitgebracht 9 stem men op den heer Jac. Vos en 5 op den lieer: J. A. C. van Gastel, zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen tot vierde lid van de schattingscommissie yoor de inkom stenbelasting is benoemd 'de heer Jac. .Vos. XI. Benoeming van een lid voor het Burgerlijk Arm bestuur. Voorgedragen worden de heeren P. C. van Loon, commissionair in effecten en A. van Osta, smid. De Voorzitter: Mijneheeren, ik stel U voor tot benoe ming over te gaan en deel de vergadering mede, dat door U ©ene keuze moet worden gedaan uit de beide heeren,, die zijn voorgedragen en zulks ter vervanging van d©n| heer Jan Vermeulen, die overleden is. Hierna gaat de Raad lot stemming over. Na afloop daarvan zegt: De Voorzitter: Het getal tegenwoordig zijnde leden bedraagt 16. In de bus zijn bevonden 16 stembriefjes. Hiervan zijn als zijnde niet of niet behoorlijk ingevuld van onwaarde geene. Het getal geldig uitgebrachte stemmen bedraagt der halve 16. Van dit getal hoeft verkregen de heer P. C. van Loon1 12 stemmen en de heer A. van Osta 4 stemmen, zoo dat met volstrekte meerderheid van stemmen tot lid van het Burgerlijk Armbestuur is gekozen en mitsdien be noemd de heer P. C. van Loon, commissionair in effecten; alhier. XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij ziging van de begrooting 1914 der gemeente en gemeente-gasfabriek. De Voorzitter: Mijneheeren, ik stel JJ yoor de af- en overschrijvingen der gemeenlegasfabriek vólgens de stuk ken, die voor U hebben ter visie gelegen, goed te keuren. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter Mag ik misschien van de Gascommissie weten of zij, wanneer de gunning aan buitenlanders zal plaats hebben, ervan ver zekerd is, dat dit werk ook door buitenlanders zal ge leverd worden De Voorzitter: Dat doet niets aan de af- en overschrij ving af. De heer Verheijen: Dat houdt verband met elkander. De af- en overschrijving houdt verband met de gun ning van den 9 retorts generatoroven. De Voorzitter: De heer Verheijen vraagt of de Gas commissie ervan verzekerd is, dat die wérken door de Stettiner Chamottefabriek uitgevoierd zullen worden. De lieer P. Konings: De Gascommissie heeft de prij zen van dat werk gekregen en heeft de Stettiner Cha mottefabriek het werk tenminste aangenomen. Zij heeft haar plannen en alles ingeleverd. Die fabriek maakt altijd de ovens. De Voorzitter: Met het oog op den oorlogstoestand wordt de vraag gesteld, of de Gascommissie zich verzekerd' kan houden, dat die ovens kunnen geleverd worden.; De heer P. Konings: De plannen zijn ingeleverd. De heer Heerma van Voss: Is er geen garantie gestort? De heer P. Konings: Neen. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Dat kan de Gascommissie niet verzekeren, niet waar, daar kunnen wij niets aan doen. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Nu die verzekering niet gegeven 'kan worden, komt het mij wenschelijk voor en zou ik de Gascommissie in over weging willen geven dien nieuwen inbouw niet tei gun nen aan de Stettiner Chamottefabriek en voor Nedeir- landsche inschrijvingen, wanneer die eventueel plaats hebben, de verzekering |er bij te maken, dat wanneert de werken aan .dei gasfabriek klaar moeten zijn, deze) ook werkelijk zullen zijn opgeleverd, terwijl de nieuwe bouw dringend noodzakelijk is. Wanneer bij opdracht aan de Stettiner Chamottefabriek men over drie of vier maanden tot de conclusie komt, dat de werken niet op geleverd kunnen worden, zit men weer een half jaar langer met een oude gasfabriek en moeten wij misschien tegen veel hoogere prijzen toch nog aan eene binnen,- landsche fabriek het werk opdragen. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou niet kunnen begrijpen, hoe de Stettiner Chamottefabriek van' plannen, teekeningen en prijzen opgave kan doen, wan neer zij er niet van verzekerd was het werk te kunnen; opleveren. De heer E. van .Wely: Ik wel. VERGADERING VAN 22 MEI 1915. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de begrooting 1914 der gemeente en gemeente-gasfabriek. De Voorzitter: Op het gesprokene kan ik niet anders antwoorden, dan dat Burgemeester en Wethouders met de Commissie, doch vooral Burgemeester en Wethouders, die eigenlijk het werk uitvoeren, natuurlijk rekening moeten houden met hetgeen in deze vergadering is ge sproken en zoo volledig mogelijk zekerheid van da Stet tiner Chamottefabriek moet worden verkregen, alvorens haar onder deze omstandigheden het werk te gunnen., Dat neemt evenwel niet weg, dat de Raad eerst het creidiet dient te verstrekken of te geven om dat werk te mogen pn kunnen uitvoeren. Bestaat daar geen bezwaar tegen bij de leden? De heer Verheijen: Ik heb geen bezwaar tegen het crediet, Mijnheer de Voorzitter, ik heb alleen bezwaar tegen het crediet, wanneer dat vastgeknoopt wordt aan de opdracht aan de Stettiner Chamottefabriek, zoolang wij niet de zekerheid hebben, dat het werk zal uitge voerd worden. De Voorzitter: Wanneer Burgemeester en Wethouders dezen brief geschreven hadden, zouden zij niets anders gevraagd hebben dan de machtiging tot af- en overschrij ving, dan hadden zij daarin geen namen genoemd. Ik vind, dat dit niet bijzonder wijs is geweest. Wanneer, Burgemeester en Wethouders een werk uitvoeren vragen zij aan den Raad hel bedrag aan, maar spreken verder nergens over. De heer Verheijen: Nu het schrijven zoo luidt, mogen wij dat toch doen. De Voorzitter: Wanneer de Commissie zulks in den brief geschreven heeft alleen met het doel, dat wanneer de Raad het crediet toestaat, waardoor tevens door hem is gesanclionneerd, dat het werk aan de Stettiner Cha mottefabriek wordt gegund, vind ik, dat het prudent js geweest. De heer Verheijen: Dan kom ik er heelemaal tegen op. De Voorzitter: Dan is het zeer prudent geweest van de Commissie, doch uit hetgeen de heer Braat gezegd] heeft, heb ik dat niet kunnen opmaken. De heer Braat: Neen, Mijnheer de Voorzitter. De Voorzitter: Wanneer de directeur en de Gascom missie had gezegd: Wij zijn Hot nu toe gewoon onze retorten te betrekken van de Stettiner Chamottefabriek, doch met het oog op de omstandigheden, durven wij er niet mede in zee te gaan, tenzij de Raad het nader goed keurt, dan ben ik het met de Commissie eens. Wanneer de Commissie daar niet huiverig voor is, had die naam uit hst schrijven kunnen wegblijven. Dat is mijn gevoelen, doch ik kan 'het ook mis hebben en geef mijn gevoel e|ii gaarne voor ©en beter. Ik zou het zeer verslandig vinden, wanneer de Com missie dat gedaan li,ad juist zooals de vorige vergadering met de besprekingen, die wij toen hebben gehad over dein aankoop van steenkolen. Dat geschiedde ook niet anders dan uit prudentie. Nu ben ik evenwel van meening, wanneer Burgemeester en Wethouders en de Commissie geen afdoende mathema tische zekerheid hebben dal de Stettiner Chamottefabriek kan leveren, wij ook haar het werk niet mogen gunnen., Dat volgt ook uit hetgeen hier gesproken is. De heer De Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou graag van de Commissie vernemen, of het totaal onmo gelijk is., dat het werk aan Nederlandsche 'fabriiakie|ni wTordt opgedragen, of dat zij er bang voor is, dat het werk niet goed zal worden uitgevoerd. Ik vertrouw wel, dat de Gascommissie bij voorkeur de Nederlandsche industrie zal bevoordeelen tegenover de buitenlandsche. In dit ge val mag het zelfs iets meer kosten. Wat betreft de garantie van levering zou ik het werk liever gunnen aan eene Nederlandsche firma dan aan eene buitenlandsche. Die staan aan meer verrassingen bloot dan op 't oogenblik' eene Nederlandsche firma. De heer Braat: Dat is eene zuivere technische kwestie. Dat laten wij natuurlijk aan den directeur over; daar kunnen wij moeilijk over oordeelen. De heer E. van Wely: De Stettiner Chamottefabriek zal toch wel niet aan alle fabrieken leveren, zij zal toch wel concurrenten hebben. De heer De Bruyn: Bestaan in Nederland geen specia liteiten yoor liet inrichten van gasfabrieken? Die moeten toch bekend zijn en de voornaamste installeurs dient jde Commissie toch te kennen. Ik zou het jammer vinden, dat zoo'n werk aan eene buitenlandsche firma zou wor den opgedragen. De heer Braat: Het werk dat ons hier wordt voorge legd is uitstekend werk. Wil de Raad dat aan een ander gunnen, dan moeten wij ons daarbij nederleggen. De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! De vorige spreker doet het voorkomen alsof ik getwijfeld heb aan de soliditeit of technische bekwaamheden van de Stettiner Chamottefabriek. Dat is absoluut niet het geval. Mijn ©enigst© angst bestaat daarin, dat ik vrees dat bij op dracht aan de Stettiner Chamottefabriek het werk niet zal worden uitgevoerd. Wanneer na verloop van enkele maanden het werk niet uitgevoerd kan worden, is de toestand geheel anders, en wordt het werk ook in 't binnenland duurder. Ik meen Mijnheer de Voorzitter, zoolang wij niet de mathematische zekerheid hebben, dat het werk zal wor den uitgevoerd, het prudent zal zijn aan de Stettiner Chamottefabriek het werk niet op te dragen en al is da prijs in 't binnenland iels honger het aan een Neder- landschen inschrijver te gunnen. Geheel de zaak behoort feitelijk niet tot de competentie van den Raad, maai- wanneer eenmaal den Raad de ge legenheid wordt gegeven er over te spreken, doordat dei naam in dezen brief voorkomt, heb ik.gemeend daarover te kunnen spreken. De Voorzitter: Ik zal voorstellen 'de Commissie in overweging te geven met het gesprokene rekening te hou den. Wanneer de Commissie huiverig is ingevolge helt gesprokene in deze vergadering het werk aan de Stettiner Chamottefabriek te gunnen, dan kan zij nog met een nader voorstel komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van den Voorzitter aangenomen.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1915 | | pagina 31