VERGADERING VAN 22 MEI 1915.
Benoeming van de leden der Schattingscommissie voor de inkomstenbelasting. Voorstel van de Gascommissie
tot verhooging van de gasprijzen.
Tot stemopnemers voor deze en yerder in doze ver
gadering te houden stemmingen benoem ik beide heerenj
[Wethouders.
Met algemeene stemmen wordt daarop met ingang van
1 April jl. aan den heer Weijts eervol ontslag verleend!
als onderwijzer aan school C.
V. Benoeming van de leden der Schattingscommissie voor
de inkomstenbelasting.
De Voorzitter: De wet op de inkomstenbelasting schrijft
bij' artikel 58 voor, dat de Raad van elke gemeente vda
leden der schattingscommissie voor zijne gemeente heeft
te benoemen.
Het getal leden, dat door ons .moet worden benoemd*
bedraagt vier.
Die leden moeten den vollen ouderdom van 25 jaren
hebben bereikt. Tusschen de leden mag geen bloed- of
aanverwantschap, in den eersten of tweeden graad be
staan en zij worden voor een tijdvak van yier jaren be
noemd ingaande 1 Mei.
Ik stel derhalve voor tot benoeming over te gaan en te
bepalen, dat moet geacht worden, dat hunne benoeming1
is ingegaan met 1 Mei jl.
Alvorens hiertoe over te gaan acht ik het gewensch't
mededeeling te doen van de namen der leden, die thans
zitting hebben in het College van Zetters die tot heden
toe hebben gefungeerd en dus met de door het Rijk be
laste werkzaamheden het meest vertrouwd zijn. De Raad
is echter vrij in zijne keuze. De namen dier leden zijn,:
Ant. J. de Bruyn,
Henri van Gilse.
Henri Laane,
Karei van Wely,
Arend Heerma van Voss,
Piet Konings,
de laatste drie hoeren, leden van den Gemeenteraad.
De beer Voeten: Mijnheer de Voorzitter! Zou het niet
goed zijn, dat in die Commissie ook een deskundige pp
landbouwgebied zitting had?
Do Voorzitter: U kunt benoemen, wie U wilt.
De heer Voeten: Iemand, die kennis heeft van deze
z aken
De Voorzitter: De Raad benoemt, die hij wilt, alleen
moeten de benoemden den vollen ouderdom van 25 jaar
bereikt hebben. Het behoeven zelfs nog niet eens inge
zetenen der gemeente t|e zijn.
De heer Verheijen: liet college van zetters bestaat
uit 6 leden niet waar, terwijl de nu te benoemen schat
tingscommissie uit vier leden zal bestaan.
De VoorzitterDeze schatlingscommissie staat naast
het college van zetters. Ik heb alleen uit beleefdhei(d|
ten opzichte dier lieeren <h(unne namen aan den Raad
willen mededeelen. Dat sluit evenwel niet uit, dat elk
lid van den Raad geheel vrij is in zijne keuze.
De heer Verheijen: Een gedeelte der werkzaamheden
van het oude college van zetters gaat over naar de
nieuwe schattingscommissie der inkomstenbelasting, niet
waar, voor zoover de oude bedrijfsbelasting aangaat.
De Voorzitter: Die belasting is vervallen. Van die werk
zaamheden wordt het college van zetters ontheven, dat
is zoo.
Wij zullen thans overgaan tot het benoemen der vier
leden. Ambtshalve is Voorzitter van de schattingscom
missie de inspecteur der directe belastingen.
Tot nu toe was de Burgemeester ambtshalve Voorzitter
van bet college van zetters.
De beer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter!
Aangezien de heer Verheijen deze vergadering zal moeten
verlaten en het mij wenschelijker voorkomt, dat alle leden
der Commissie, belast met het onderzoek naar den toe
stand der afdeeling Openbare Werken, bij het uitbrengen
van het rapport tegenwoordig zijn, zou ik U willen voor
stellen dit punt aan te houden.
De Voorzitter: Naar aanleiding van het verzoek van
den heer Heerma van Vo-ss, stel ik U voor en zulks met
het oog op de uitgebreidheid der stemming, vooral waar
voor deze stemming geen leidraad bestaat, Burgemeester
en Wethouders vonden geene vrijheid U in deze een
leidraad te geven, de benoeming van de leden der schat
tingscommissie tot straks aan te houden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aan
genomen.
De Voorzitter: Wenscht U eerst het rapport behandeld
te zien, mijnheer Heerma van Voss?
De lieer Heerma van Voss: Ik geloof, Mijnheer |de
Voorzitter, dat de behandeling der voorafgaande punten
niet veel tijd in beslag zal nemen.
De Voorzitter: Dan zullen wij met het volge-nde punt
doorgaan.
VI. Voorstel van de Gascommissie tot verhooging van
de gaspryzen.
De Voorzitter: Bij brief van 24 April j.1. noodigt de
commissie van toezicht op de gasfabriek Burgemeester
en Wethouders uit aan den Gemeenteraad voorstellen te
doen tot verhooging van de gasprijzen over te gaan.,
Als motief tot verhooging wordt opgegeven, dat de kos
tende prijs van het gas door den prijs der steenkolen]
zoodanig is gestegen, dat thans de verkoopprijs voor koek
en werkgas minder bedraagt dan de kostende prijs van
het gas en derhalve op die posten verlies te boeken valt.
Burgemeester en Wethouders,. voldoende aan den wensch
van de Commissie, bieden den Gemeenteraad de gele
genheid aan door het ter tafel brengen dier voorstellen;
die voorstellen onder de oogen te zieja en desgewenscht
de gasprijzen met de door de Commissie voorgesteldei
bedragen te verhoogen en die verhooging te doen ingaan
op 1 Juni e.k.
Do heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Opper
vlakkig zou men denken, dat de brief van de Gascommis
sie aan deze vergadering gericht volkomen duidelijk is.
Tot mijn spijt moet ik echter zeggen, dat de duidelijkheid
wel ©enigszins te wenschen overlaat.
Er staat n.1. dat de kostprijs bedraagt 5.85 cent en nu
heb ik mij afgevraagd, wat is de kostprijs van het gas?
Is dat de gedistilleerde M3 gas, is dat het gas, daL in
den gashouder is afgeleverd, of is dat het gas, geleverd
aan de huizen der verbruikers?
VERGADERING VAN 22 MEI 1915.
Voorstel van de Gascommissie tot verhooging van de Gasprijzen.
tOm te doen zien, Mijnheer de Voorzitter, dat die prijzen
dan geen klein verschil uitmaken, heb ik nagerekend
wat het verschil zou geweest zijn in 1913, wanneer Ide
M3 gas 5.85 cent zou hebben gekost. Op da eerste plaats
per M3 gedistilleerd gas, op de tweede plaats in den
gashouder >en op de derde plaats geleverd in da meters
der verbruikers. Gedistilleerd zou hij gekost hebben 4.36
cent, in den gashouder 4.42 cent en afgeleverd in da
meters der verbruikers 5.11 cent. Wanneer dus in 1913
de prijs zou hebben bedragen 5.85 cent per M3 gedistil
leerd zou het verlies in 1913 hebben bedragen f 326.571/2,
terwijl ar nu eene winst was van f 12884.631/2- Rij dazen
kostprijs gedistilleerd zou dus over 1913 verloren zijn
326.571/25 waardoor wel geen gelden aan da gemeentekas
behoefden te worden onttrokken, maar waardoor toch in
ieder geval een bedrag te kort gekomen zou zijn op de
afschrijving. Werd bedoeld de prijs in den gashouder,
dan zou er geen tekort zijn geweest, zou er zelfs eert
restant winst van 382.32 zijn overgebleven, en was de
bedoeling de prijs afgeleverd in de meters der verbruikers,
dan zou er een winst overgebleven zijn van 6597.02.,
U ziet, Mijnheer de Voorzitter, dat verschil is nogal
groot. Omdat ik echter niet wist, welke prijs bedoeld
werd, heb ik aangenomen dal bedoeld werd de prijs die
het meest nadeelig is voor mijn stelling n.1. de prijs per
M3 gedistilleerd gas.
Ik wist ook niet, wat in 1915 volgens de begro(ptin,g
de M3 gedistilleerd gas zou hebben gekost, daarom heb
ik mij de moeite getroost volgens de begrooting: voor 1915
zelf een fabricatierekening op te maken en kwam ik
daaruit tot de conclusie, dat de prijs gedistilleerd per
M3 zou bedragen 4.48 cent. Thans wordt medegedeeld,
de prijs 5.85 cent bedraagt, zoodat dit een verschil op
levert van 1.07 cent. Door dat verschil van 1.07 cent
per M3 zou de winst over 1915 f 9511.23 minder be
dragen dan geraamd is, zoodat er een tekort op het be
drijf ontstaat van 344.67 in plaats van ©en geraamde
winst van 9166.56.
Nu Mijnheer de Voorzitter, vraag ik mij af is dat ver
schil, dat te verwachten verlies of te kort op de exploi
tatie ©en voldoende motief om den gasprijs te verhoogen?
Op de ©erste plaats meen ik, dat het niet aangaat om
gecontracteerde prijzen te verhoogen zonder medewerking
van de tegenpartij en in de tweede plaats het ook niet
aangaat om een verlies op de exploitatie der gasfabriek
dat eigenlijk te wijten is aan deze vergadering, te laten!
dragen door de gasverbruikers in plaats jan door de
belastingbetalers. Ik wil daarmede zeggen, dat het tekort
van f 344.67 feitelijk veroorzaakt wordt door den op deze
begrooting voorkomenden post voor pensioensbijdragen der
ambtenaren en beambten van de gasfabriek. Kwam die
post niet op de begrooting voor, drukte die dus de fabri
catierekening van 1915 niet, dan zou deze zelfs bij de
hoogere steenkolenprijzen geen nadeelig saldo» opleveren.
Mijne conclusie is, dat wanneer 1915 eventueel jeen
nadeelig saldo zou opleveren dit te wijten is aan het
besluit 'dezer vergadering om de inkoopsommen en ver
goedingen voor eigen, weduwen en weezenpensioen te
brengen ten laste van h'et bedrijf en niet ten laste der
ambtenaren zelve.
H'et gevolg is dus ook, dat de verantwoordelijke per
sonen, m.a.w. deze vergadering en daardoor de kiezers
het nadeel moeten dragen en dus niet de consumenten!
der gasfabriek.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter!
Ik wensch over dit voorstel ook nog even mijn gevoelen
te doen hooren.
Het zal U misschien nog bekend zijn, toen een paar
jaar geleden door de Gascommissie een voorstel werd
gedaan om den gasprijs te verhoogen, ik mij daar nogal
tegen verzet heb. Op dezelfde gronden kan ik ook thans
met dit voorstel niet medegaan. Was de productieprijs
van het gas van djen aard, dat op het lichtgas verlies
werd geleden, dan natuurlijk waren wij in de noodza
kelijkheid den prijs te verhoogen. Daar zat dan niets
anders op. Nu het echter alleen daggas betreft ©n dat
zoo'n minimum verschil geeft, zooals de heer Verheijen
terecht aangetoond heeft, ben ik huiverig om met dit
voorstel mede te gaan. Wij moeten niet vergeten, dat juist
een groot contractant of afnemer de oorzaak is, dat da
exploitatiekosten minder worden. Wanneer wij nu zoo'n
afnemer verliezen, worden de exploitatiekosten wederom
hooger en wanneer wij het daggas duurder maken, wor
den de verbruikers, die gasmotoren hebben, er meer en
meer toe geneigd en wordt zulks wederom een argument
om zuiggasmotoren te plaatsen. De gasfabriek moet juist
zooveel mogelijk daggasverbruikers trachten te krijgen
om de exploitatiekosten goedkooper te doen worden. Ik
zou daarom de Gascommissie in overweging willen geven
het voorstel in te trekken en zoolang de steenkolenprijzen
niet hooger zijn dan thans, niet het voorstel te doen'
tot yerhooiging van den prijs van het daggas.
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Ik ge
loof, dat ik met het werpen van cijfers in defce vergadering
©en ©enigszins verkeerden indruk heb gewekt, die wel
niet uit mijn betoog kon gedistilleerd worden maar toch
juist is.
De heer Heerma van Voss en de andere leden hebben)
gemeend, dat het verschil in den distillatieprijs gering
scheen, doch dat is niet het geval, Mijnheer de Voorzitter,
Dat verschil in distillatieprijs is groot, want de geheale
winst plus een gedeelte der afschrijving die gaan "er aan,
Die winst krijgen wij niet terug en dat tekort wordt niet
gedekt door het voorstel der Gascommissie.
Wanneer wij een en ander nagaan blijkt, dat de Stijf-
selfabriek volgens de begrooting voor het dienstjaar 1915
30.000 M3 zal verbruiken, terwijl aan daggas zal worden
afgeleverd 130.000 M3, dat is totaal 160.000 M3.
Wanneer wij verder zouden aannemen, wat evenwel
niet juist is, dat voor de overige maanden van 1915 het
verbruik hetzelfde is, geldt voor 1915 nog 7/12 gedeelte
van het totaal der af te leveren eenheden en zou men
daardoor eene grootere opbrengst verkrijgen van 7'l2 X
160.000 X cent 466.Dat is het geheele resul
taat van het voorstel der Gascommissie. Wanneer wij
moeten riskeeren, dat de exploitatiekosten der fabriek
hooger worden, vind ik het loon voor de gemeentekas
de offers niet waard, die wij er ons voor zouden moeten
getroosten.
Het daggas, Mijnheer de Voorzitter kan verder niet
over een kam geschoren worden met het gewone lichtgas.,
De algemeene onkosten mogen daarop niet op dezelfde
wijze drukken. Het is hier altijd wel aangenomen, dat
het zoo is, doch de algemeene onkosten zijn voor het