2
VERGADERING VAN 22 MEI 1915.
Mededeeling van het proces-verbaal van kasopname. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de instructie
met jaarwedderegeling voor de gemeente-vroedvrouw.
II. Mededeeling van het proces-verbaal van kasopname.
De Voorzitter: Mijneheeren! Tot mijn, spijt moet ik
aan de vergadering mededeelen, dat Burgemeester en
Wethouders niet in de gelegenheid zijn geweest deze week
de kasopname bij den Gemeenteontvanger te doen, die
zij zich hadden voorgesteld. Dit punt dient dus van dei
agenda te worden afgevoerd.
III. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wij
ziging van de instructie met jaarwedderegeling voor
de gemeente-vroedvrouw.
De Voorzitter: In onze vergadering van 3 Maart j.,1.
werd na uitvoerig gehouden besprekingen, in verband
met de ontslagaanvrage van de in functie zijnde gemeente-
vroedvrouw de instructie met jaarwedderegeling voor de
gemeente-verloskundige herzien en opnieuw vastgesteld.
Bij die herziening werd de jaarwedde der aan te stellen
verloskundige verminderd. Na die vaststelling werd door
ons ©ene oproeping in een der vakbladen geplaatst, doch
met 'een niet noemenswaardig resultaat. En het verkregen
resultaat werd nog geringer, doordat spoedig intrekking
van sollicitatiën volgde. Wij zijn van meening, dat de
oorzaak van die weinige sollicitatiën hierin moet worden
gevonden, dat de aan te stellen verloskundige geen vol
doende bestaanszekerheid vindt in het bedrag, dat als
jaarwedde thans in de instructie is bepaald. Wij rneenen
dan ook gehouden te zijn U een nader voorstel tot wij
ziging van artikel 2 der instructie te doen, in de hoop
dat daardoor het getal sollicitanten zal toenemen en door
de gemeente eene gunstige keuze kan worden gedaan,
Gebruik makende van de gelegenheid die het doen van
dit voorstel ons aanbiedt, hebben wij ook gemeend aan
de instructie een artikel te moeten toevoegen, dat in die
instructie wordt gemist en wij gewenscht achten,, dat in
elke verordening of instructie voorkomt. Namens Burge
meester en Wethouders stel ik U thans voor bij artikel 2
te bepalen, dat de vaste bezoldiging der vroedvrouw zal
bedragen zes honderd gulden gerekend tegen tachtig ver
lossingen per jaar en dat voor elke verlossing boven dat
aantal zij bovendien ƒ7.50 van de gemeente zal ontvangen.
Wijders stel ik U voor bij een nieuw artikel te bepalen,
dat de Raad deze instructie te allen tijde kan aanvullen;
en wijzigen.
Verlangt er omtrent het hier voorgestelde iemand het
woord?
De heer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Indertijd
toen de instructie voor de gemeente-vroedvrouw hier aan
de orde kwam, is op mijn voorstel door deze vergadering
besloten, dat het vast salaris aan deze betrekking ver
bonden zou worden verlaagd. Na de door U gegeven toe
lichting, kan ik mij echter met de door U voorgestelde
wijziging dier verordening geheel vereenigen.
De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! De
vorige maal was het maar ƒ500,en nu ineens /G00.
De Voorzitter: liet voorstel, dat hier gedaan wordt,
geeft voor de gemeente geen verschil. Naar de opgaven
die ingekomen zijn van diegenen, welke op de lijs
ten wenschen geplaatst te worden, zal het bedrag nog
moeilijk gehaald worden, wat hier wordt voorgesteld^
De geheele zaak zit hem hierin, dat geen vroedvrouw;
hier zal solliciteeren, tenzij zij eene bestaanszekerheid!
kan vinden. De kwestie is alleen, dat wij door dit voor
stel het bedrag van ƒ5.— brengen pp 7.50. Dat is het
verschil en garandeeren wij haar zoodoende eene bestaans
zekerheid.
De heer E. van "VVely: Dan zoude'n wij misschieln
beter doen, Mijnheer de Voorzitter, met een derden dokter
aan te stellen en de verloskundige hulp aan dien dokter
over te laten, 't Voorgestelde bedrag is ƒ600.— en dan
heeft de burgerij er ook wat aan.
Dc heer P. KoningsMijnheer de Voorzitter! Ik her
inner mij nog goed, dat het vroegere salaris der vroed
vrouw ƒ400.— bedroeg en W/erinner mij ook nog best,
dat is «enigen tijd na de aanstelling der vroedvrouw ge
schied, dat ik voorgesteld heb om het salaris van 400.
op ƒ500.— te brengen en daarop is de Raad met alge-
meene stemmen ingegaan.
Gezien de tegenwoordige tijdsomstandigheden, Mijnheer
de Voorzitter, en het feit dat de dokters,veel meer rekenen,
ben ik van meening, dat wij moeten trachten eene dege
lijke vroedvrouw te krijgen. Mij dunkt verder, dat zoo'n
ambtenaar een menschwaardig bestaan moet hebben len
ik kan mij daarom met het voorstel geheel verelelnigehM
De heer E. van Wely: Wij zouden er bijna een dokter
voor in de plaats kunnen hebben.
De heer P. KoningsEen geneesheer kost 'nog ,veel
meer.
De Voorzitter: Wenscht U, Mijnheer Van Wely, een
voorstel te doen tot het doen vervallen van de betrekking
der gemeente-vroedvrouw en aanstelling van een gemeente
geneesheer
De heer E. van Wely: Neen, Mijnheer de Voorzitter,
ik zou het er maar bij laten, 't Was! alleen maar qejn'
idéé van mij.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen
voor art. 2 van de instructie met jaarwedderegeling voor
de gemeente-vroedvrouw te lezen als volgt:
„Van gemeentewege geniet zij eene vaste bezoldiging
van zes honderd gulden per jaar gerekend voor tachtig
verlossingen van onvermogende barende vrouwen. Voor
elke verlossing van onvermogende barende vrouwen door
haar boven voormeld aantal in de gemeente verricht,
ontvangt zij bovendien van de gemeente zeven guldenj
en vijftig cents."
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders stellen
verder voor aan die instructie met jaarwedderegeling als
artikel 13 toe te voegen de navolgende bepaling:
„Deze instructie met jaarwedderegeling kan te allen
tijde door den Gemeenteraad worden aangevuld en ge
wijzigd.
Zij treedt in werking op een door Burgemeester en Wet
houders te bepalen dag; alsdan vervallen en worden bui
ten werking gesteld de instructie en jaarwedderegeling
voor de gemeente-vroedvrouw vastgesteld bij Raadsbesluit
van den 30sten December 1907."
Kunnen de leden zich ook met dit voorstel vereenigen?,
Dan stel ik voor de instructie, zooals deze in onze ver
gadering van 3 Maart j.1. was vastgesteld met de heden
VERGADERING VAN 22 MEI 1915.
Instructie en Jaarwedderegeling voor de Gemeen te-Vroed vrouw. Request van W. Th. Weijts om eervol ontslag
als onderwijzer aan school C.
aangebrachte wijziging en aanvulling onder dagteekening
yan heden in haar geheel opnieuw vast te stellen.
'Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens Jiier-
toe besloten.
De verordening' luidt thans derhalve als volgt:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen;
Besluit j
vast te stellen de navolgende
Instructie met Jaarwedderegeling voor de
Gemeente-Vroedvrouw.
Artikel 1.
De vroedvrouw wordt door den Gemeenteraad voor
onbepaalden tijd aangesteld.
Ongerekend wangedrag en plichtsverzuim kan zij door
den Raad niet worden ontslagen dan na drie maandani
van te voren van het eindigen haretr diens tbet rekking
in kennis te zijn gesteld.
Van haren kant is de vroedvrouw,zoo zij hare betrek
king wenscht neer te leggen,- verplicht den Raad drie
maanden vooraf van dat voornemen kennis te geven..
Artikel 2.
Van gemeentewege geniet zij eene vaste bezoldiging
van zeshonderd gulden per jaar gerekend voor tachtig
verlossingen van onvermogende barende vrouwen. Voor
elke verlossing van onvermogende barende vrouwen door
haar boven voormeld aantal in de gemeente verricht,,
ontvangt zij bovendien van de gemeente zeven guldein en
vijftig cents.
Artikel 3.
Zij is gehouden in de kom vart Roosendaal te wonejn,
Artikel 4.
In zooverre dit voor haar dienst in deze gemeente geen
bezwaar oplevert, mag zij, mits onder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders,- ook in aangrenzende ge
meenten praktijk uitoefenen.
Artikel 5.
Zij is verplicht hulp te verleenen aan onvermogende
barende vrouwen,! welke in het bezit zijn van eene van
gemeentewege te verstrekken kaart.
Deze kaarten moeten door haar in pintvangst worden
genomen en ingeleverd ten gemeentehuize.
Artikel 6.
Verder is zij verplicht patienten,; die tegen betaling
bijstand van haar verlangen, bij de baring te assisteeren.
Voor de aldus bewezen hulp mag zij niet meer daul
tien gulden in rekening brengen.
Patiënten^ die zes maanden na hare bevalling het be
dongen honorarium aan de vroedvrouw nog niet hebben
voldaan,, zullen worden aangemerkt als wanbetalers len
als zoodanig door de vroedvrouw aan den Burgemeester
gesignaleerd. Na kennisgeving als de hierbedoelde heeft
zij het recht om,; alvorens aan eene in verzuim gebleven
patiente opnieuw hulp te verleenen^ vooraf betaling van
het honorarium te eischen.
Artikel 7.
Zonder toestemming van dan Burgemeester mag zij
niet langer dan vier ên twintig uur van hare standplaats
verwijderd blijven.
Artikel 8.
In de uitoefening harer praktijk heeft zij te voldoen
aan de eischen, welke uit verloskundig en hygiënisch oog
punt daaraan behooren te worden gesteld.
Artikel 9.
Zij overtuigt zich gedurende de eerste negen dagen na
de bevalling op geregelde tijden omtrent den toestand
van de kraamvrouw, al zou deze dat ook niet verlangen
en maakt bij dat onderzoek steeds van temperatuurop-
name gebruik.
Zij geeft de noodige wenken^ betreffende de verpleging
der kraamvrouw, alsook voor de voeding en verzorging
van het kind.
Artikel 10.
Ingeval van verscheuringen, tijdens de baring ontstaan,
verder van koorts en van alle zoodanige ziektemverschijn-
selen, die geneeskundige hulp noodzakelijk maken, moet
zij onmiddellijk den door de patiente verlangden genees
kundige, en waar het eene onvermogende barende betreft,
de geneesheer der wijk daarvan in kennis stellen.
Zij is tot zoodanige kennisgeving eveneens verplicht in
gevallen van ontijdige bevalling.
Artikel 11.
Wanneer zich in hare praktijk^ zij het ook slechts ver
moedelijk, een geval van kraamvrouwenkoorts voordoet,
zal zij daarvan onverwijld kennisgeven aan den Inspec
teur van de Volksgezondheid,- tot wiens ressort deze ge
meente behoort en tegelijkertijd aan den in artikel 10 ge
noemden geneeskundige, naar wiens voorschriften, be
treffende behandeling en voorzorgen zij zich stipt zal heb
ben te gedragen, voor zich zelve.
Artikel 12.
De vroedvrouw is verplicht tot het lidmaatschap van
den 3,Bond van vrouwelijke verloskundigen in Neder
land."
Artikel 13.
Deze instructie met jaarwedderegeling kan te allen tijde
door den Gemeenteraad worden aangevuld en gewijzigd.
Zij treedt in werking op een door Burgemeester en Wet
houders te bepalen dag; alsdan vervallen ein worden buiten
werking gesteld de instructie en jaarwedderegeling voor
de gemeente-vroedvrouw vastgesteld bij Raadsbesluit van
den 30stein December 1907.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roo
sendaal en Nispen,- in zijne openbare vergadering van den
22sten Mei 1915.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENENj
IV. Request van den heer W. Th. Weijts, houdende ver
zoek om eervol ontslag als onderwijzer aan school
C in de Burgerhoutsehe straat alhier.
De Voorzitter: Namens Burgemeester en Wethouders)
stel ik U voor aan den heer W. Th. Weyts overeenkom
stig eigen verzoek eervol ontslag te verleenen als onder
wijzer aan school C aan de Burgerhoutsehe straat glliier
en te bepalen, dat dat ontslag wordt geacht te zijn in
gegaan op 1 April j.1., datum, waarop de benoeming)
van den heer Weijts als eerste onderwijzer aan school B
aan de Vughtslraat alhier is ingegaan.