TERGADERING VAN 17 APRIL 1915. oorstel van B. en W met betrekking tot de jaarwedderegeling van den gemeente-bode. Reauest van de ver- niging „Het Belgisch Trekpaard" om subsidie. Request van de schippersvereeniging „Schuttevaer" houdende verzoek tot het aanbrengen van verschillende verbeteringeu. De oorzitterSinds Ideze den rang van officier be kleedt, geniet hij geene wedde. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop het voor stel van Burgemeester en Wethouders aangenomen. IV. Toorstel van Burgemeester en Wethouders betref fende de jaarwedderegeling van den bode ter Se cretarie, tevens conciërge van het gemeentehuis. De Voorzitter: Bij de beslissing tot stichting van een politiepost meit twee /dienstwoningen in de Kerkstraat werd tevens door U besloten een dier woningen te bestem men voor en ter bewoning aan te wijzen aan den gemeente- bode, tevens conciërge van het gemeentehuis. Vermoedelijk zal reeds met 1 Mei de politiepost in gebruik .worden genomen en zullen dan tevens de beide woningen worden betrokken. De jaarwedde van den bode dient dientengevolge te worden verlaagd met het bedrag der huishuur zijn,dö 130 gulden en alzoo gebracht op 442 gulden of f 8,50 per week. Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, gezien den hoogeren prijs, die de 'bode daardoor genoodzaakt wordt te verwonen, gevoegd bij de wijze, waarop hij tot tevredenheid van hen zijne betrekking vervult, U als vergoeding daarvoor voor te stellen 'hem tevens vrij vuur en licht dier woning te doen genieten, vandaar, xdat zij U voorstellen te besluiten: De beginjaarwedde van den concierge-bode te bepalen op 442 gulden jen voor die verlaging van jaarwedde ,in de plaats te stellen liet genot van vrije woning en van vrij vuur en licht dier woning. De heer E. van Wely: Mijnheer de VoorzitterKomt er nu 130.bij? De heer Van der Poorten: Neen, dat bedrag gaat van zijne jaarwedde af. De Voorzitter: Zijne jaarwedde Wordt verlaagd met ƒ130.,— en dientengevolge gebracht op 442.— en nu stellen Burgemeester en Wethouders voor hem behalve vrije woning, ook vrij vuur en licht te geven. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen. De heer Verhei jen: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb geen bezwaar tegen het voorstel gehad, niettegenstaande hier reeds stemmen zijn opgegaan, dat is te zeggen fluis terende stemmen, om vuur en licht er buiten te laten. Voor mij zelve heb ik de overtuiging, dat voor ambtenaren, die kort bij het laadje zitten, het best is, dat laadje open/ te stellen, daar anders die menschen in de bekoring kunnen komen dat laadje voor zich zeiven open te maken ieln er uil te nemen, wat zij inoodig hebben."Ik zou U evenwel willen vragen, of Burgemeester en Wethouders maatregelen kunnen nemen, dat ambtenaren in dienst onzer gemeente, die vrije woning, vuur en licht genieten, met dat vuur ten licht ©enigszins spaarzaam omgaan. Ik zou gaarne zien, dat daarop eenige controle werd uitgeoefend, teneinde te voorkomen, dat met brandstof en licht roekeloos wordt omgesprongen. De Voorzitter: De controle daarop oefenen Burgemees ter en Wethouders uit in dezen geest, dat, wat vrij licht aangaat, een meter wordt geplaatst en wat de brandstof betreft, deze wordt verstrekt op 'bons.' Ik geloof niet, dat daarvan lot heden een te goed gebruik gemaakt is, althans wij hebben daarvan nog niets ondervonden. De heer E. van Wely: 't Is, dat het hier gecombineerd zal worden in één gebouw. De VoorzitterIedere woning heeft een meter en voor ieder bewoner worden bons afgegeven voor cokes of kolen. Burgemeester en Wethouders kunnen zoodoende best controleeren, wat ieder van hen voor zich noodig heeft en dat moet gebeuren ook. V. Request van de vereeniging „Het Belgisch Trekpaard", houdende verzoek om eene subsidie van 1200. De Voorzitter: Evenals vorige jaren stellen wij aan de vergadering voor de aangevraagde subsidie op de be kende voorwaarden toe te staan. De heer E. van Wely: 't Vorige jaar heeft Roosendaal er feitelijk niets aan gehad en is dienaangaande toen reeds tegen de subsidie gesproken, wanneer het niet zou verbeteren. En wellicht zal het dit jaar niet zijn. De Voorzitter: Is er het vorig jaar wel eene hard draverij gehouden? Verschillende leden: 29 Juni is er harddraverij ge- De heer E. van Wely: Er is niets voor Roosendaal! gebeurd. De heer A. F. Vos: 't Is, integendeel, eene heele 'drukte geweest; het was zelfs bijzonder druk. De Voorzitter: Ik heb mij in den datum vergist. Ik meende, dat de datum, die er voor bestemd is 29 Juli was in plaats van 29 Juni. In de maand Juni genoot ,ik vacantie. Nu hoor ik, dat het een succes geweest is. De heer E. van Wely: Ja, wij hebben wel een enkel paard door de Molenstraat zien gaan, maar daar was het ook mee afgeloopen. De heer Jongeneelen: 't Was ;er toch druk genoeg.. De heer E. van Wely: Op het terrein misschien? De heer Jongeneelen: Ja, natuurlijk! De heer A. F. Vos: Wanneer er niets te doen was dan had de vereeniging geen subsidie meer noiodig ook', Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna de ge vraagde subsidie verleend. VI. Request van de Schippersvereeniging „Schuttevaer", houdende verzoek tot het aanbrengen van ver schillende verbeteringen. 00rzittcrMijneheerén, namens Burgemeester en Wethouders heb ik de eer U voor te stellen te beslissen, welke voorstellen door de vereeniging gevraagd, kunnen worden toegestaan of uitgevoerd, te beginnen met het eerstge vraagde. Het eerste verzoek, dat gedaan wordt, is eene betere verlichting van den Havendijk door het bijplaatsen van lantaarns.. Acht de Gemeenteraad het gewenscht om nog meer lantaarns te plaatsen op iden Havendijk, dan er thans' reeds zijn? Naar mijne meening berust de zorg daarvoor geheel, ofschoon de Gemeenteraad daartoe de wensche- lijkheid kan uitspreken, bij tie Gascommissie en het Da- VERGADERING VAN 17 APRIL 1915. Request van de schippersvereeniging „Schuttevaer" houdende verzoek tot het aanbrengen van verschillende verbeteringen. gelijksch Bestuur. Indien de Raad doet kennen, dat jer meer verlichting op den Havendijk gewenscht is, zullen Burgemeester en Wethouders zeer zeker rekening houden met het gevoelen van den Raad. De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! .Ik vind, dat zulks hier vóór aan den Havend/ijk tot aan het tramstation wel degelijk 'noodig is, vooral des winters, In den zomer kan het er mee door, maar in den winteir is het m.i. noodig. Ieder, die een' klein beetje; haastig is, loopt gevaar in de haven terecht te komen. Wij heb ben de ondervinding opgedaan, dat op dat punt reeds eeu paar maal iemand in de haven is geloopen. Daar staat wel een lantaarn, maar een beetje verder niet meer .en mij dunkt, die lantaarn staat daar zoo aardig tegen den muur. Ik ben er voor, dat er op die hoogte tot (aanl het tramstation een paar lantaarns bijkomen. Indertijd is er nog ©en meisje verdronken, dat den tram naliep. De heer Van Gastel: De verlichting is daar reeds lang verbeterd. De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Ik ben het geheel met U eens, dat de Commissie van toezicht op de gasfabriek haar oordeel dient uit te spre ken, maar ik vermoed, dat dit request nog niet om advies is geweest bij de Commissie van toezicht.. Daarom zou ik willen voorstellen, dat eerst de Commissie er haar advies over uitspreekt. Mij dunkt, dat is consequent. De Voorzitter: In de verordening, die door den Ge meenteraad is vastgesteld, is bepaald, 'dat Burgemeester en Wethouders te beslissen hebben over heit aantal te plaatsen lantaarns. De Raad heeft die macht aan Burgemeester en Wet houders opgedragen. Nu heb ik gezegd, dat, wanneer er stemmen in den Raad opgaan, die de verlichting daar ter plaatse niet voldoende achten, met die stemmen rekening zal worden gehouden, maar de bepaling van het aantal lantaarns, dat geplaatst dient te worden, berust krachtens verordening bij Burgemeester en Wethouders. Met Uw gevoelen en dat van den heer Van Wely, dat deze uitbreiding noodig is, zal ik rekening houden. Er is nog maar een stem in den Raad opgegaan om die uit breiding te doen plaats hebben tot aan het huis van den heer W. van Wely. De heer E. van Wely: Wij hebben er een bjj Vissia, als ik mij niet vergis, maar die lantaarn is slecht geplaatst tegen dat huis aan. Indien daar eene beter© verlichting noodig is, is dat zeker noodig in den winter. De heer Van Gastel: Indien er eene heining geplaatst zon worden, kon die lantaarn wel op de heining /vast gemaakt worden, De Voorzitter: Dat zou mogelijk zijn. De heer Van Gastel: Dan was de stand van dien lantaarn beter, zcoals de heer Van Wely bedoelt. De Voorzitter: Ten tweede verzoekt de vereeniging het laten reinigen van den Oostelijken Havendijk van straatvuil. Er wordt geklaagd, vooral door den haven meester is er reeds herhaalde malen op gewezen, dat bewoners van den Havendijk zich de vrijheid veroor loven vuilnis uit hunne huizen in plaats van op den mest hoop te brengen, deze eenvoudig in den Roo- sendaalscben en Steenbergschen Vliet storten. Dat is natuurlijk zeker niet gewenscht en ook niet geoorloofd. Daar staat evenwel tegenover, dat de reinigingsdienst zich daar ter plaatse zoover niet uitstrekt. Wan/neer wij met elk verzoek rekening houden, waarbij gevraagd wordt den reinigingsdienst óveral in de kom der gemeente te doen gaan, dient die dienst weer te worden uitgebreid. Zoo is laatst een verzoek bij Burgemeesbeir en Wethouders ingekomen, dat geheel de kom diende ge reinigd te worden, d.w.z. de straten binnen de kom en toen werd liefst gevraagd de vuilniskar te doen gaan tot aan de tegenwoordige Groenstraat. Nu heb ik mij: nooit voorgesteld, dat de vuilniskar tot zoover moest komen ein Burgemeester en Wethouders hebben op dat verzoek eene afwijzende beschikking genomen. Burge meester en Wethouders waren van oordeel, dat dit ver zoek toch te ver ging, maar voor den Havendijk zou ik er mij mede kunnen vereenigen, dat de reinigingsdienst doorgaat tot daar, waar de huizen op den Havendijk aaneengebouwd zijn, d.w.z. tot bij Vermeulen. De heer E. van Wely: Mij dunkt, dat dit min yof meer buiten is. De Voorzitter: Nu gaat de reinigingsdienst niet verder dan de Veemarkt. De heer E. van Wely: Dat is natuurlijk een heele uit breiding. De heer Van Gastel: Zoo'n groote uitbreiding is het niet, die afstand verschilt niet zooveel. De heer E. van (Wely: Indien het eene straat ywas, waar men met de vuilnis niet weg kon, dan was het wat anders. De Voorzitter: Wat het verzoek om meerpalen betreft, hetgeen op de derde plaats gevraagd wordt, geloof ik, dat alle meerpalen aan deze zijde van de haven moeten blij ven en niet aan den Westelijken Havendijk mogen ge bracht worden. De heer Verheijen: Ik geloof, dat het de bedoeling is den Westelijken Havendijk geheel voor de vaart vrij te laten, niet waar? De Voorzitter: Ik zou er voor zijn, aan de vereeniging te doen weten, dat aan haar verzoek, wat betreft het plaatsen van meerpalen aan den Westelijken Havendijk, niet kan worden voldaan. De heer Voeten: Aan den Westelijken Jhavenkant zou men ze ook kunnen .zetten aan dezen kant van (het zwaaigat. De Voorzitter: Daar staan reeds palen. Ten vierde wordt verzocht langs de haven eene af- heining te laten maken, ten einde geen gevaar meer te hebben in de haven te loopen. Da meeste leden zullen zich nog wel herinneren, dat daar zoo'n sierlijke heining heeft gestaan. Bij den heelr Van Wely in de buurt staat er nog een gedeelte vani: Indien ik mij wel herinner, dan is die heining indertijd op last van Burgemeester en Wethouders door de Stoom tramweg Maatschappij moeten geplaatst worden. De ver plichting, die de Maatschappij toen had, kan ook thans weer aan haar worden opgelegd, daar er geene verande ringen in de concessievoorwaarden zijn gemaakt. Wanneer de Gemeenteraad noodig acht, dat daar aan den Oostelijken Havendijk in aansluiting met den haven muur weer eene heining wordt aangebracht, zullen "Bur gemeester en Wethouders van die noodzakelijkheid aan de Stoomtramweg Maatschappij kennis geven en haar ver-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1915 | | pagina 23