12
VERGADERING VAN 3 MAART 1915.
Request van het R. K. Kerkbsstuur van de parochie van den H. Lambertus te Wouw om financieelen steun
voor maatregelen voor trouwer schoolbezoek en het oprichten van een bibliotheek.
ken niets toe te bennen, is mij je/en raadsel; de leerling|e[ni
dier scholen hebben er thans krachtens de wet recht op
■en zullen spoedig gelijke behandeling vragen.
Indien wij op het voorstel tot het verleenen eene|r bij
dragen voor schoolvoeding en kleeding ingingen, kon
onze bijdrage nooit liooger zijn dan tien gulden per leer
ling. Zoo beschouwd is de subsidie die wij voorstellen,
zeer hoog te noemen. Het bedrag dat gevraagd wordt
kan hierdoor evenmin worden bereikt., Alleen de billijk
heid deed ons het bedrag der subsidie bepalen daar
Roosendaal het voordeel heeft zijne kinderen daar ter
school te kunnen doen gaan en wij alle vertrouwen heb
ben dat het onderwijs, gezien den stichter der school,
alleszins ook goed onderwijs zal zijn.
De heer Jac. Vos: Mijnheer de VoorziLter! Ik stel
mij op het standpunt dat wanneer de kinderen die in
.Wouw schoolgaan in Roosendaal de school zouden be
zoeken, dit evenveel zou kosten als wanneer 700 a 800
gulden wordt gesubsidieerd.
De Voorzitter: De gemeente heeft toch niet gezegd,
gij moet in Wouw schoolgaan.
U kunt 1000.— subsidie gewen voor de bibliotheek4
Doet U een voorstel, wij hebben het voorstel gedaan om
te geven, wat de gemeente Wouw zelf ook geeft.
De heer Jac. Vos: Ik meen, dat de gemeente Wouw
ƒ600.— subsidie geeft aan de school.
De Voorzitter: Wouw geeft 250.— voor de biblio
theek en ƒ350.— voor voeding en kleeding. Te samen
geeft Wouw ƒ600.—.
Er zijn in die school een honderdvijftigtal leerlingen.,
Wouw levert 2/3 en wij 1/3 van dat getal.
De heer Jac. Vos: Zon de gemeente.Roosendaal niets
voor de voeding mogen doen? Voor zoover mij is mede
gedeeld krijgen 46 leerlingen warm drinken en zijn er
acht, die volledige voeding krijgen.
De Voorzitter: Dat kan de gemeente Roosendaal zeer
zeker doen, maar dan moet zij dit ook doen voor de
twaalfhonderd leerlingen die de kostelooze scholen der
Eierw. Zusters bezoeken, en de zes a zevenhonderd leer
lingen der overige scholen. Ik geloof, dat U daarover toch
wel eens tweemaal moogt nadenken.
Wanneer de bepalingen der wet niet in den weg ston
den, kreegt U een ander voorstel. Wij erkennen gaarne
de billijkheid van het verzoek en gevoelen daar evenveel
voor als U. Wanneer de wet het toeliet een onderwijzer
aan die school te bekostigen, zou ik er voor zijn, het
minimum salaris te vergoeden, maar de wet verbiedt
elke bijdrage.
Burgemeester en Wethouders hebben de zaak van alle
kanten overwogen, doch zijn huiverig om meer te geven.
In Roosendaal alleen zijn ongeveer tweeduizend kinde
ren die de kostelooze scholen bezoeken, begin dan maar
©ens met 5 a 10 gulden per hoofd. Dan zult U er wel
anders over denken.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders geeft
niet weer wat zij wenschen, maar het is gedaan uit pru
dentie,
Wenscht U een ander voorstel te doen mijnheer Vos?
De heer Jac. Vos: Ik meen Mijnheer de Voorzitter,
dat da heer Braat er ook wel iets ,voor gevoelt. Wan
neer ik denk steun te hebben, kom ik zeker met eein
voorstel voor den dag.
De heer E. van Wely: Hier hebben de kinderen even
veel recht als daar. Daar hebben zij even goede wegen
om over te gaan als hier.
De lieer Jac. Vos: Wanneer U in Roosendaal woont
hebt U er geen denkbeeld van wat die kinderen uit de
verste uithoeken, achter uit den Brembosch of Viscb-
berg, die om naar de school te gaan een geheelen dag
met natte voeten zitten en geen ondergoed hebben, soms
niet lijden.
De Voorzitter: Daar zijn wij het roerend over eens,
maar de wet staat ons in den weg. Voor schoolvoedimigj'
en schoolklecding kan subsidie gegeven worden, daar
over heb ik U mijn gevoelen gezegd. Handhaaft U uw
voorstel Mijnheer Vos?
De heer Jac. Vos: Ik geloof, dat ook de heer Backx
er zich mede kan vereenigen.
Da heer Backx: Vroeger was het ook een heele op
brengst voor de Gemeente.
De heer Verlieijen: Mijnheer de Voorzitter! Mag ik
een enkel woord naar aanleiding van het voorstel van
den heer Braat?
Ik heb mij tot nu toe van de discussies; overdeze
aangelegenheid onthouden, daar ik volkomen sym
pathiseerde met het voorstel door Burgemeester en Wet
houders gedaan, niettegenstaande ik de eerste zal zijn
om, wanneer de mogelijkheid daartoe openstaat, den stich
ter van de school in Wouw door eene ruimere subsidie
het onderhoud dier school mogelijk te maken.
Niettegenstaande dit had ik toch genoegen genomen
met het voorstel door Burgemeester en Wethouders ge
daan, omdat dit volgens mij de eenige weg was om op
©enigerlei wijze tegemoet te komen aan het verzoek, dat
voor ons ligt.
Zooals op 't oogenblik de zaak loopt wenscht de heer
Braat eene hoogere subsidie toe te kennen, omdat, zooals
hij zijne stem motiveert, geen©' vergoeding voor school
voeding wordt gegeven. Maar dan "ben ik van meening,
dat wij toch met eene hoogere subsidie een klein beetje
voorzichtiger moeten zijn.
Wouw subsidieert de bibliotheek met 250.en Roo
sendaal zou een bedrag van 500.voor de school
bibliotheek toestaan, dat maakt te samen eene subsidie
van f 750.Voor zoover ik nu eene schoolbibliotheek
ken, Mijnheer de Voorzitter, kan ik mij niet voorstellen,
dat de kosten van onderhoud 750.zullen bedragen
en daardoor zou bij aanneming van hetgeen de heer Braat
beoogt worden bereikt, dat een hooger bedrag aan sub
sidie zou worden verleend dan de jaarlijksche kosten',
van onderhoud zouden vorderen en dus nooit het gevo
teerde bedrag door Burgemeester en Wethouders kun
nen worden verantwoord wanneer het er op aankomt
de rekening van die schoolbibliotheek over te leggen,
omdat een hoogere post op de begrooting wordt gebracht
dan door de uitgaven wordt noodig gemaakt. Daarmede
zal dus niet worden bereikt hetgeen de heer Braat
wenscht en daardoor zal vanzelf eene lagere uitkeering
moeten worden gegeven.
De Voorzitter: Het voorstel van Burgemeester en Wet
houders is geamendeerd en is gebracht op 500.—. Ik
zal derhalve dit voorstel in omvraag brengen.
■09
13
VERGADERING VAN 3 MAART 1915.
Request van het Bestuur van het Nederlandsch Verbond voor Vakvereenigingen om oprichting van een gemeen
telijk werkloozenfonds. Benoeming van stembureaux. Mededeeling van ingekomen stukken. Behandeling
reclames hoofdelijken omslag en vaststelling van het suppletoir-kohier dienst 1914.
Het voorstel wordt in omvraag gebracht en verworg-
pen met 13 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Braat, Backx en Jac. Vos.
De Voorzitter: Verlangt er iemand stemming over liet
voorstel van Burgemeester en Wethouders?
Wij stellen U voor tot in standhouding der bibliotheek
telken jare eene gelijke som toe te kennen als de gemeente
Wouw zal verleenen en welke over 1915 ƒ250.— bedraagt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het
voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen.
XII. Request van het Bestuur van het Nederlandsch
Verbond voor Vakvereenigingen, houdende verzoek
tot het oprichten van een gemeentelijk werkloo
zenfonds te willen overgaan.
De Voorzitter: Het adres is ieder Uwer in afdruk
toegezonden, tenminste ik heb als lid van den Raad ook
een exemplaar ontvangen. Gezien de gevallen beslissiugen
in onze vorige vergaderingen van 17 December en 19 Ja
nuari jl. op adressen van gelijke strekking kunnen wij
uwe vergadering niet anders adviseeren dan dit adres
voor kennisgeving aan te nemen.
1
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
XIII. Benoeming van stembureaux.
De Voorzitter: Deze benoeming is noodig voor de
stemming van een lid der Provinciale Staten, welke zal
plaats hebben op Vrijdag 12 Maart k. Waar slechts twee
candidatein officieel zijn ingediend is herstemming natuur
lijk buitengesloten.
Met liet oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden
acht ik het gewenscht aan den Raad het verzoek te doen
te besluiten, den Burgemeester, welke ambtshalve voor
zitter van het eerste stembureau of hopfdstembureau is,
bij deze stemming te doen vervangen, waartoe de Raad
het besluit moet nemen.
Ingevolge art. 62 der kieswet wordt de Burgemeester
alsdan vervangen door een ander lid van den Gemeente
raad, door den Raad daartoe bij stemming aan te wijzen.
Dit verzoek ik bij deze aan den Raad te willen doen.,
Zonder hoofdelijke stemming besluit de Raad den
Burgemeester als voorzitter van het eerste stembureau
te doen vervangen en gaat deze tot de benoeming der
stembureaux over.
De uitslag der gehouden stemmingen is, dat de stem
bureaux als volgt worden samengesteld:
Eerste Stembureau (Gemeentehuis).
oorzitter en lidP. C. M. Konings, wethouder.
Tweede lid: A. W. Braat, lid van den Gemeenteraad.,
Derde lid: G. J. Konings, idem.
Eerste plaatsvervangend lid: A. J. M. de Bruyn, idem.
Tweede plaatsvervangend lid: E. H. M. van Wely, idem.
Tweede Stembureau (School Vughtstraat).
Voorzitter en lid: K. E. W. M. van Wely, wethouder.
Tweede lid: J. A. C. van Gastel, lid van den Gemeente
raad.
Derde lid: J. Verheijan, idem.
Eerst© plaatsvervangend lid: J.. Th. Coumans, hoofd
©ener openbare school.
Tweede plaatsvervangend lid: P. van der Poorten, lid
van den Gemeenteraad.
Derde Stembureau (Gebouw van Openbare Werken).
Voorzitter en lid: A. Heerma van Voss, lid van dep
Gemeenteraad.
Tweede lid: J. Vos Antzn., idem.
Derde lid: J. A. Voeten, idem.
Eerste plaatsvervangend lid: A. F. VoSj. idem.
Tweede plaatsvervangend lid: A. A. Jongeneelen, idem.
Vierde Stembureau (School Nispen),
Voorzitter en lidG. A. van Dorst, lid van den Gemeente
raad.
Tweede lid: C. Backx: idem.
Derde lidH. H. A. Schoonheyt, hoofdcommies ter
secretarie.
Eerste plaatsvervangend lid: W. Smeltzer, hoofd eener
openbare school.
Tweede plaatsvervangend lid: J. B. Loos, onderwijzer.
XIV. Mededeeling van ingekomen stokken.
De Voorzitter: Mijneheeren! Ik deel de vergadering
mede, dat zijn ingekomen:
het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Bra
bant onder dagteekening van 10 Februari 1915 G JV2 50,
waarbij goedkeuring aan de opheffing der overeenkomst
met de gemeente Wouw betreffende het schoolgaan van
kinderen uit deze gemeente aldaar wordt verleend.
het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Bra
bant d.d. 18 Februari 1915 G JVè 207, houdende goedkeu
ring van de gemeenterekening over het dienstjaar 1913,
tot een bedrag van 402.800.26 in ontvangst en 370.452.78
in uitgaaf, alzoo met een batig saldo van ƒ32.347.48.
Burgemeester en Wethouders worden niet gedechargeerd
voor een bedrag groot ƒ3.40, hetgeen aan den heer J.
van Poll-Suykerbuyk te veel is uitbetaald, alvorens door
hen dat bedrag in de gemeente kas zal zijn gestort.
Burgemeester en Wethouders hebben inmiddels die
som van ƒ3.40, in de gemeentekas gestort en hopen die
gelden van den heer Van Poll-Suykerbuyk, die dit bedrag
te veel ontving, welwillend terug te ontvangen.
XV. Behandeling van reclames hoofdelijken omslag en
vaststelling van het suppletoir kohier hoofdelijken
omslag dienst 1914.
De Voorzitter: Ik stel voor om het eerste suppletoir
kohier van den hoofdelijken omslag dienst 1914 zooals dat
door Burgemeester en Wethouders aan U is aangeboden
en door U voorloopig vastgesteld definitief vast te stellen