10 VERGADERING VAN 3 MAART 1915. Benoeming van een leeraar aan de Burgeravondschool. Request van het R. K. Kerkbestuur van de parochie van den H. Lambertus te Wouw om financieelen steun voor maatregelen voor trouwer schoolbezoek en het oprichten van een bibliotheek. Artikel 13. Deze verordening kan te allen tijde door den Gemeen teraad worden aangevuld en gewijzigd. Zij treedt in werking op den eersten April 1915; alsdan vervallen en worden buiten werking gesteld de instructie ^n de jaarwedderegeling voor de gemeentegeneesheerein vastgesteld bij Raadsbesluiten van den 31sten December 1907. Aldus vastgesteld door den Raad der' gemeente Roo sendaal en Nispen in zijne vergadering van den 3den Maart 1915. De Secretaris, De Voorzitter, A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN, X. Benoeming van een leeraar aan de Burgeravondschool. Aanbevolen worden: Andriessen N. I. M., teekenleeraar te Hilversum. Meffert J. S. O te Roosendaal] Klapmeijer J. Ph., te Rotterdam. De Voorzitter: Ten einde in de vacature van leeraar in het rechtlijnig teek enen aan de Burgeravondschool te voorzien,, werd door ons eene oproeping geplaatst eu meldden zich voor benoeming onderscheidene sollicitan ten aan. Door den Inspecteur op het Middelbaar Onderwijs, den Directeur der Burgeravondschool en de Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs werden voor de te houden benoeming adviezen uitgebracht. Na kennis neming dezer adviezen hebben wij U onze aanbeveling ter benoeming, waartoe wij ingevolge de wet gehouden; zijn, doen toekomen. Onze aanbeveling is gelijkluidend met het advies ons door de Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs verstrekt. Alvorens tot de be noeming over te gaan, verzoek ik den Secretaris ter ken nisname van de leden; die geen gelegenheid hadden die adviezen te kunnen inzien,- van die adviezen voorlezing te geven. Na voorlezing zegt de Voorzitter. Namens Burgemeester en Wethouders stel ik U voor tot benoeming over te gaan en deze te doen plaats heb ben op de bestaande of nader vast te stellen salari'sregei- ling en op de bestaande of nader vast te stellen instructie voor (het onderwijzend personeel, aan die school ver bonden, vastgesteld en deze benoeming te doen ingaan met 1 April e.k. Hierna gaal de Baad tot stemming over. Na afloop daarvan zegt De Voorzitter: Het getal tegenwoordig zijnde leden bedraagt 16. In de bus zijn bevonden 16 stembriefjes. Hiervan zijn als zijnde niet of niet behoorlijk ingevuld van onwaarde geene. Het getal geldig uitgebrachte stemmen bedraagt der halve 16. Van dit getal heeft verkregen de heer N. I. M. An driessen 12 stemmen en de heer J. S. O. Meffert 4 stem men, zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen tot leeraar in het rechtlijnig teekenen aan de burgeravond school alhier is gekozen en mitsdien benoemd de heer N. I. M. Andriessen, teekenleeraar te Hilversum. XI. Request van het R. K. Kerkbestuur van de parochie van den H. Lambertus te "Wouw, houdende verzoek om financieelen steun voor maatregelen voor trou wer schoolbezoek en het oprichten van een biblio theek. De Voorzitter: In onze vergadering van 19 Januari j.1. bij de behandeling van het voorstel tot opheffing van de overeenkomst met de gemeente Wouw, betreffende het schoolgaan aldaar van kinderen uit deze gemeente, heb ik U in het uitzicht gesteld, dat ik durfde veilmoedein, dat wij zouden worden aangezocht voor de instandhou ding d'er aldaar nieuw opgerichte bijzondere school een- duit in het zakje te doen. Het zooeven voorgelezen adres doet ons zien, dat ik geen slechten kijk op de zaken gehad heb en van Uwe beslissing zal afhangen of qp het verzoek van het R. K. Kerkbestuur van de parochie van: den Heiligen Lambertus te Wouw, zal worden ingegaan. Mede namens Burgemeester en Wethouders erken ik gaarne, dat het tot ons gericht verzoek onze onverdeelde sympathie heeft en ware het niet, dat onderscheidene bepalingen in de wet op het lager onderwijs neergelegd* in verband met plaatselijke toestanden de inwilliging van het verzoek in den weg stonden,; dan zouden wij niet schromen U voor te stellen aan het Kerkbestuur eend jaarlijksche subsidie toe te kennen, gelijkstaande aan het gemiddelde bedrag dat onze gemeente gedurende de vijf laatste jaren aan de gemeente Wouw heeft betaald, over eenkomstig het bestaande contract met diei gemeente, dat in onze vorige vorige vergadering is opgeheven. Gingen wij geheel accoord met het verzoek in het adres gedaan dan zouden de uitgaven, die de gemeente zich bij inwilliging in de toekomst ook voor deze ge meente zou hebben te getroosten, gezien de bepalingen der Leerplichtwet en het uit die bepalingen gevolgd Ko ninklijk besluit, zoo groot worden, dat wij daarvan de uitkomsten thans reeds inoeielijk kunnen overzien. Juist daarom spijt het ons U geen ander voorstel te mogen doen, dan in zooverre eene gunstige beschikking op het adres te nemen, dat U alleen eene subsidie toekent voor onderhoud en instandhouding der schoolbibliotheek aan die bijzon dere school verbonden. Wij adviseeren dan ook alleen hiervoor eene subsidie toe te kennen en die bijdrage te bepalen op hetzelfde) bedrag, dat de gemeente Wouw telken jare voor hetzelfde doel zal toekennen. De heer Jac. Vos: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb er dezen morgen nog; eens over nagedacht, hoeveel jongens: er uit het land van Nassau, uit de verste hoeken, in; Wouw naar school gaan, en dat getal 'is nogal tamelijk' groot.; Ilc heb er een vijftigtal bij elkaar kunnen krijgen, en mogelijk heb ik er nog vergeten, >Ik heb jongens bij mij gevraagd en die noemden mij de verschillende buur ten op, waarvan jongens in Wouw school gaan. Zoo ben ik tot het genoemde resultaat gekomen. Onder die vijftig leerlingen kunmein zeker zes en veertig behoeftigen gerekend worden. Die jongens krijgen daar drinken in een verwarmd lokaal en wanneer men nagaat, dat in den winter die jongens 's morgens om half acht soms zelfs zeven uur van huis moeten om naar de leering te gaan, dikwijls schamel gekleed, met slecht schoeisel' aan en dan met zoo'n nat weder zooals het den laatsten 11 VERGADERING VAN 3 MAART 1915. Request van het R. K Kerkbestuur van de parochie van den H. Lambertus te Wouw om financieelen steun voor maatregelen voor trouwer schoolbezoek en het oprichten van een bibliotheek. tijd is geweest, dunkt mij, dat de gemeente Roosendaal wel iets mag doen om in dat opzicht iets tegemoet Je komen. Daarom kan ik mij best met liet request ver enigen en zou willen voorstellen om de gevraagde sub sidie te willen toekennen. Ook om die reden, dat wan neer die jongens in Roosendaal naar school zouden komen, toch ook een leerkracht zou moeten worden aangesteld en de gemeente dus even duur uit zou zijn. De heer Backx: Mijnheer de Voorzitter! Ik ben het volkomen eens met den heer Jac. Vos. Vroeger was het toch ook een heele opbrengst voor de gemeente. Er kan dus nu ook geen bezwaar tegen zijn, dunkt mij De lieer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Alle stukken, die op deze zaak betrekking hebben, heb ik ingezien en mij dunkt, dat 700.nog al hoog is. Wanneer wij even wel nagaan, dat in Wouw aan vele kinderen van Roosen daal voeding en zelfs kleeding w7ordt verstrekt, dunkt mij, dat ƒ250.zooals U voorstelt, toch wel eien beetje te weinig is en daarom zou ik willen voorstellen ƒ500. subsidie te geven. De lieer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Ik kan mij heel goed vereenigen met het voorstel door Burgemeester en Wethouders gedaan om uitsluitend sub sidie te geven voor het in standhouden der bibliotheek en wel tot een bedrag zooals de gemeente Wouw zelf ook geeft, tot een maximum van ƒ250. Ik wil nog niet meegaan met eene verhoqging van het bedrag voor vergoeding voor voedsel en kleeding, voorloopig tenminste nog niet. De heeren, die daar wel voor zijn, zou ik wrel willen, waarschuwen, dat wanneer zij beginnen met eene sub sidie te geven voor voedsel en kleeding, dat dan zeker de kinderen, die op onze openbare scholen gaan en in dezelfde positie verkeeren vooral op de scholen C en D zijn het allen kinderen zooals er van hier te Wouw schoolgaan dan zeker even goed recht hebben op klee ding en voedsel. Wanneer wij Wouw zouden gaan subsidieeren voor het geven van voedsel en kleeding aan de schoolkin deren, laat ons dan eerst beginnen met de scholen ,in Roosendaal zelf, die daarvoor in aanmerking komen, Dit zou ik hen, die daarvoor subsidie willen geven, wTel op het hart willen drukken. De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter: Ik wensch die ƒ500.— te geven in den geest van Uw voorstel, dat wil zeggen voor de bibliotheek. Ik heb alleen maar herinnerd aan het verstrekken van voedsel en kleeding, omdat dit voor ons een motief kan zijn om die ƒ500.te geven, want alleen voor de bibliotheek zou dat wel een beetje veel zijn. Mijne bedoeling is, dat wij het verstrekken van voedsel en kleeding wel in aanmerking mogen nemen. Mijn voor stel is echter niet uitsluitend daarvoor, het is zooals U hebt voorgesteld, voor de bibliotheek. De heer E. van .Wely: Mijnheer de Voorzitter! Ik kan mij niet met het voorstel van den heer Braat vereenigen. Wanneer het alleen voor de bibliotheek is, behoeveln! wij geen subsidie te geven voor voedsel en kleeding. Doen wij dit wel, dan hebben, zooals de heer Heerma van Voss terecht heeft gezegd, eerst de kinderen van de openbare en bijzondere scholen hier te Roosendaal daar recht op. Dat is een heel groot verschilOm jaarlijks zoo'n bedrag te geven alleen tot het instandhouden der bibliotheek, daar kan ik mij niet mede vereenigen. Dat vertegenwoordigt een kapitaal van 15 a 20 duizend gulden. De Voorzitter: Mijneheeren! Namens Burgemeester en WieLIiouders heb ik te kennen gegeven, dat het verzoek onze volle sympathie heeft maar dat de bepalingen der wet het inwilligen in den weg staan. Teneinde daar ;nu verdere discussies over te vermijden, zal ik die bepalingen der wet voorlezen. „De Gemeenteraad is verplicht aan Gedeputeerde Sta ten mede te deelen op welke wijze zal worden voldaan! aan de voorschriften van het 2e lid van artikel 35 den leerplichtwet, dat kinderen die de openbare en kinderen die de bijzondere school bezoeken, op gelijken voet zul len worden behandeld." Denkt er dus wel aan, Burgemeester en Wethouders! hebben U dit duidelijk doen kennen, dat, wanneer wij een© subsidie voor sclioolvoeding en schoolkleeding geven, wij niet zullen kunnen overzien, wat het de gemeente ook voor Roosendaal en Nispen zal gaan kosten. Burgemeester en Wethouders hebben nu gezegd, wij zullen geven wat de gemeente Wouw geeft. Wouw geeft ƒ350.— subsidie voor voeding en kleeding en ƒ250.— voor de instandhouding der bibliotheek. Nu adviseeren Bur gemeester en Wethouders alleen subsidie toe te ken nen voor het instandhouden der bibliotheek en daarvoor een gelijk bedrag te bepalen als de gemeente Wouw voor hetzelfde doel zal toekennen. Deze zaak is door Burgemeester en Wethouders van alle kanten goed gewikt en gewogen. Wij kunnen geen vrij heid vinden, nu de gemeente Wouw 250.— geeft voor het in standhouden der bibliotheek, een liooger bedrag voor. te stellen. Wij durven den Raad niet anders te adviseeren. Draait de gemeente Wouw de bijdragen om, geeft Wouw ƒ350.voor da bibliotheek, dan zullen Burgemeester en Wethouders u ook voorstellen 350.— te geven. Dit moet U dan nog meer overtuigen, dat wij de billijkheid van het verzoek alleszins erkennen, was dit niet het geval dan lag het ook niet op onzen weg om subsidie te geven* want die subsidie is nu al ruim hoog voor het in stand houden eener bibliotheek. Ook hebben wij aan ons voorstel toegevoegd, dat zoodra de bepalingen der onderwijswet of leerplichtwet, wij ho pen dat dit nog dit jaar zal geschieden, eene mildere wijze aan het verleenen van steun toelaten, wij dit zullen doen. U weet even goed als ik, dat wij onder geen enkel opzicht aan bijzondere scholen subsidie kunnen of mogen geven. Waarom zou er anders voor de bijzondere school, die door de Yincentiusvereeniging is opgericht, niet om steun bij de gemeente zijn aangeklopt? Eenvoudig, omdat men wist dat er geen middel bestaat, om die subsidie te kun nen verkrijgen. Waar de bepalingen der onderwijswet ons beletten en in den weg staan om andere voorstellen te kunnen doen, moeten wij ons lot dit voorstel bepalen, doch wij kunnen niet verder gaan. Wij kunnen geen hooger bedrag voorstellen dan Wouw voor hetzelfde doel geeft. Hoe Wouw den dans ontspringt om aan de school kinderen die de scholen te Heerle, en te Plantage bezoa-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1915 | | pagina 19