VERGADERING VAN 3 MAART 1915.
Herziening van de instructiën der gemeente-geneesheeren en der gemeente-vroedvrouw. Instructie met
jaarwedderegeling voor de gemeente-vroedvrouw.
bezit eener vroedvrouw. Nu is niemand meer overtuigd
dan ik1 van het nut, dat een (dergelijk ambtenaar in Roo
sendaal kan hebben en de heer Jac. Vos heeft terecht
gezegd,| dat sommige gemeenten groote bedragen uitleg
gen om voor de gemeente genees- en verloskundige hulp
te verschaffen. Maar juist het uitleggen van die groote
bedragen wordt vereischt, omdat zonder eene levens-
garantie op dergelijke plaatsen als door den heer Vos
bedoeld zich geene genees- en verloskundige wenschen
te vestigen.
Waar wij reeds in Roosendaal twee gevestigde vroed
vrouwen bezitten, komt het mij voor dat het ounoodig
is een van die twee vroedvrouwen een levensbes taan te
verzekeren door een vrij hoog salaris in de verordening
op te nemen, te meer daar aan een vrij hoog salaj-jsj
in de verordening vastgesteld bedenkelijke bezwaren zijn
verbonden,) zooals ik die daar straks heb ontwikkeld.
Als lid van het armbestuur heb ik meermalen onder
vonden,! dat door de verloskundige handelingen werden'
verricht, waarop geen contröle kon worden uitgeoefend
en deze daardoor gelegenheid had misbruik te maken
van hare positie en juist het misbruik maken zou ik in
de toekomst wenschen te voorkomen.
Hoe lager wij dat minimum stellen, des te gemakkelijker
zal zij er toe overgaan om armlastige patiënten te helpen
tegen het salaris, dat de .gemeente daartoe uitkeert. Dan
zal zij niet meer trachten,- wat nu herhaalde malen is
voorgekomen,; dergelijke patiënten aan haar extra te doen
betalen.
Het voorstel van den heer Verheijen wordt hierop in
stemming gebracht en aangenomen met 9 tdgien 7 stemmen.
Voor stemmen de hoeren Voeten,-; De Bruyn, Van der
Poorten,! G. Konings, Braat, Verheijen, Van Gastel, E.
van Wely en A. F. Vos.
De Voorzitter: Nu het voorstel van den heer Verheijen
is aangenomen en daardoor de jaarwedde ƒ300.— per
jaar bedraagt moet het getal verlossingen op 60 worden!
gesteld.
Ik stel nu voor de geheel© verordening zooals deze
thans is gewijzigd opnieuw onder dagteekening van he
den vast te stellen.
In stemming gebracht wordt de gewijzigde verordening
aangenomen; tegen stemt de Voorzitter.
De vastgestelde instructie met jaarwedderegeling voor
de gemeente-vroedvrouw is daardoor vastgesteld als volgt:
Instructie met Jaarwedderegeling voor de
Gemeente=Vroedvrouw.
Artikel 1.
De vroedvrouw wordt door den Gemeenteraad voor
onbepaalde tijd aangesLeld.
Ongerekend wangedrag en plichtsverzuim kan zij door
den Raad niet worden ontslagen dan na drie maanden
van te voren van het eindigen harer dienstbetrekkjijnjg
in kennis te zijn gesteld.
Van haren kant is de vroedvrouw; zoo zij hare betrek
king wenscht neer te leggen,- verplicht .den Raad drie
maanden vooraf van dat voornemen kennis te geven..
Artikel 2.
Van gemeentewege geniet zij eene vaste bezoldiging
van driehonderd gulden per jaar gerekend voor zestig
verlossingen van onvermogende barende vrouwen. Voor
elke verlossing van onvermogende barende vrouwen door
haar boven voormeld aantal in de gemeente verricht;
ontvangt zij bovendien van de gemeente vijf gulden.
Artikel 3.
Zij is gehouden in de kom van' Roosendaal te wonen.
Artikel 4.
In zooverre dit voor haar dienst in deze gemeente geen
bezwaar oplevert, mag zij, mits onder goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders,; ook in aangrenzende ge
meenten praktijk uitoefenen.
Artikel 5.
Zij is verplicht hulp te verleenen aan onvermogende
barende vrouwen, welke in het bezit zijn van eene van
gemeentewege te verstrekken kaart.
Deze kaarten moeten door haar in .ontvangst worden
genomen en ingeleverd ten gemeentehuize.
Artikel 6.
Verder is zij verplicht patiënten, die tegen betaling;
bijstand van haar verlangen, bij de baring te assisteeren.
Voor de aldus bewezen hulp mag zij niet meer dan)
tien gulden in rekening brengen.
Patiënten, die zes maanden na hare bevalling het be
dongen honorarium aan de vroedvrouw nog niet hebbenj
voldaan; zullen worden aangemerkt als wanbetalers ien
als zoodanig door de vroedvrouw aan den Burgemeester
gesignaleerd. Na kennisgeving als de hierbedoelde heeft
zij het recht om, alvorens aan eene in verzuim gebleven!
patiente opnieuw hulp te verleenen,, vooraf betaling van
het honorarium te eischen.
Artikel 7.
Zonder toestemming van den Burgemeester mag zij
niet langer dan vier ên twintig uur van hare standplaats
verwijderd blijven.
Artikel 8.
In de uitoefening harer praktijk heeft zij te voldoen
aan de eischen, welke uit verloskundig en hygiënisch oog
punt daaraan behooren te worden gesteld.
Artikel 9.
Zij overtuigt zich gedurende de eerste negen dagen na
de bevalling op geregelde tijden omtrent 'den toestand
van de kraamvrouw, al zou deze dat ook niet verlangen
en maakt bij dat onderzoek steeds van temperatuurop1-
nama gebruik.
Zij geeft de noodige wenken,- betreffende de verpleging
der kraamvrouw, alsook voor de voeding en verzorging
van het kind.
Artikel 10.
Ingeval van verscheuringen, tijdens de baring ontstaan,
verder van koorts en van alle zoodanige ziek ten verschijn-
selen, die geneeskundige hulp noodzakelijk maken, moet
zij onmiddellijk den door de patiente verlangden genees
kundige, en waar het -eene onvermogende barende betreft,
de geneesheer der wijk daarvan in kennis stellen.
Zij is tot zoodanige kennisgeving eveneens verplicht in
gevallen van ontijdige bevalling.
Artikel 11.
Wanneer zich in hare praktijk; zij het pok slechts yep-
7
VERGADERING VAN S MAART 1915.
Instructie met jaarwedderegeling voor de gemeente-vroedvrouw. Herziening van de jaarwedde-regelingen der
gemeente-geneesheeren en der gemeente-vroedvrouw.
moedelijk, -een geval van kraamvrouwenkoorts voordoet,
zal zij daarvan onverwijld kennisgeven aan den Inspec
teur van de Volksgezondheid,- tot wiens ressort deze ge
meente behoort en tegelijkertijd aan den in artikel 10 ge
noemden geneeskundige, naar wiens voorschriften, be
treffende behandeling en voorzorgen zij zich stipt zal heb
ben te gedragen, voor zich zelve.
Artikel 12.
De vroedvrouw is verplicht tot het lidmaatschap van
Üen „Bond van vrouwelijke verloskundigen in Neder
land."
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Roo
sendaal en Nispen; in zijne openbare vergadering van den
3den Maart 1915.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. A. RADEMAKERS. AUG. COENEN,
IX. Herziening van de jaarwedde-regelingen der gemeente-
geneesheeren en der gemeente-vroedvrouw.
De Voorzitter: De instructie en jaarwedderegeling van
de -gemeente-geneesheeren hebben wij in eene verorde
ning omgewerkt en behalve -eenige wijzigingen van redac-
tioneelen aard bevat de U voorgestelde verordening, (re
gelende de jaarwedde van en de instructie voor de ge
meente-geneesheeren, geene bijzondere bepalingen, waar
van de aanneming vooraf toelichting behoeft. Alleen d-e
artikelen 1, 2 en 3 maken hierop eene uitzondering.
In artikel 1 is het getal der geneesheeren, dat voor de
armenpraktijk noodig wordt geacht, door ons opgenomen.
Eveneens is de termijn van ontslagneming en .ontslag-
geving bepaald.
Verdere toelichting hiervoor komt mij onnoodig voor,
daar de eenvoudige lezing daarvan, waartoe ik straks
artikelsgeiwijze zal doen overgaan, mij voldoende voor
komt; aangezien de bewoordingen omtrent ontslag woor
delijk zijn overgenomen uit de instructie, die- zoo even
door U opnieuw voor de gemeente-verloskundige is vast
gesteld.
In artikel 2 wordt de bezoldiging van de geneesheeren
vastgelegd. De bezoldiging van zes honderd gulden, die
zij thans per jaar genieten,- blijven zij behouden; alleen
wordt hun voor het afleggen of ontvangen van visites
boven ©en daarin genoemd getal, een honorarium toege
kend. Dit honorarium is verschillend voor visites, die zij
zullen hebben af te leggen bij de in dat artikel genoemdq
categorilën van personen naar gelang die bezoeken in of
buiten de kom moeten worden afgelegd.
Bij de vaststelling van dat artikel hebben Burgemeester
en Wethouders eveneens tot leiddraad genomen het hier
omtrent bepaalde in de instructie voor de gemeente-ver
loskundige.
Het stelsel in dat artikel gehuldigd, maakt, dat de ge
neesheeren voor elke visite eene belooning ontvangen en
wij voor ons dragen de overtuiging, dat dit stelsel van
belooning is te verkiezen boven eene vaste jaarwedde daar
het de geneesheeren belooning schenkt voor te verrichten
werkzaamheden en het de patiënten niet anders dan ten
goede zal komen.
In artikel 3 is eene nieuwe bepaling opgenomen,, namelijk
deze: dat voor elk te verrichten keuring in artikel 12
bedoeld,!(eene kleine vergoeding wordt toegekend en yerder,
dat voortaan ook voor eene te verrichten doodschouw
op last van den Burgemeester van alle personen, die ver
moed /worden eenen gewelddadigen dood te zijn ge
storven eene belooning van vijf gulden wordt verleend.
Ik hoop, dat de U gegeven toelichtingen voor U vol
doende zijn moge om tot de behandeling der U aangeboden
verordening te kunnen overgaan. Bestaat hiertegen bij de
vergadering geen bezwaar?
De Voorzitter: Ik zal den secretaris voorlezing doen
geven van de verordening en speciaal bij de eerste drie
artikelen U de gelegenheid geven tot het houden van
besprekingen en het vragen van inlichtingen, zoo de ge
geven toelichtingen U niet voldoende mochten zijn.
De heer E. van .Wely: Mijnheer de Voorzitter! Dat vind
ik wel wat weinig buiten de kom ƒ1.
De Voorzitter: Vindt U dat te weinig?
De heer E. van Wely: Ja, Mijnheer de Voorzitter^
De Voorzitter: Wenscht U een voorstel te doen tot
tot verhooging van het bedrag dat voor eene visite buiten
de kom mag worden gerekend?
De heer E. van Wely: Ik kan dat niet zoo juist af
meten, maar mij dunkt, dat voor eene visite buiten de
kom toch wel 1.50 mag gerekend worden.
De Voorzitter: Verlangt nog een der leden het woord?
De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Ik zou U
willen vragen wat Burgemeester en Wethouders aanlei
ding heeft gegeven om het tarief op zestig centen te
stellen voor elke visite boven de zeshonderd, terwijl voor
de eerste zeshonderd ƒ1.—- berekend wordt?
De heer De Bruyn: Bij meerdere afname rabat!
De Voorzitter: Wanneer het voorstel door den lieer
Van Wely gedaan voldoende ondersteund wordt, zal ik het
natuurlijk in omvraag brengen, dit voorstel is om het
bedrag vail ƒ1.— op ƒ1.50 te brengen.
Wat het gevraagde door den heer Braat betreft, kan]
ik antwoorden, dat het voor de hand lag dat wij het getal
visites op zeshonderd stelden,- wij hebben hier ook willen
doen uitkomen dat de jaarwedde van zeshonderd gul
den die de geneesheeren nu krijgen voor allen behouden]
bleef. Wanneer U wildet voorstellen, in plaats van zes
honderd, vierhonderd te lezen, zoudt U waarschijnlijk
bij het Dagelijksch Bestuur steun vinden.
De 'heer Van Gastel: 't Zal nog wel erger worden.
De Voorzitter: Mijnheer van Gastel, wij mogen ons
gevoelen gerust doen kennen evengoed als U
Wij zijn van meening, dat aan de geneesheeren een
ruimere bestaansverzekering moet worden toegekend.
Waar de Gemeenteraad 't vorige jaar zoo schroom
vallig is te werk gegaan en bij herhaling heeft gezorg|dl
dat aan den gemeen te-veearts een goed inkomen zou
worden verzekerd, hebben Burgemeester en Wethouders
herhaalde malen overwogen om voor het tractement der
geneesheeren, dat in de laatste acht jaar niet werd herzien
terwijl de gemeente voortdurend in zielental toeneemt;
een hooger bedrag voor te stellen. Waar Uwe gemeente
hier aan den gemeente-veearts een vast salaris heeft toe
gekend van 400.waarvoor hij niets te doen heeft,
vinden wij het tractement der doctoren wel een beetje
weinig, waar van hen nog gevorderd wordt daar 600 visites
voor af te leggen. Maar omdat de Gemeenteraad ƒ600.- i
salaris heeft toegekend, hebben wij eenvoudig het getal
van 600 genomen,