VERORDENING,
10
VERGADERING VAN 23 JANUARI 1915.
Vaststelling eener verordening houdende maatregelen tegen vasthouding of prijsopdrijving van graan, meel en brood.
Ik stel thans voor 'de verordening! in haar geheel vast
te stellen; aldus:
De Raad der gemeente Roosendaal en Nispen;
Overwegende, dat het wenschelijk is maatregelen te
treffen tegen vasthouding of prijsopdrijving van graan,
meel en brood;
BESLUIT:
Vast te stellen de volgende verordening:
houdende maatregelen tegen vasthouding of prijs
opdrijving van graan, meel en brood.
Artikel 1.
Waar in deze verordening gesproken wordt van Rogge-
oommissie wordt bedoeld de commissie als zoodanig be
noemd door den Commissaris der Koningin in de provincie
Noordbrabant voor den kring Oud- en Nieuw-Gastel.
Burgemeester en Wethouders zullen van alle besluiten,
welke zij krachtens deze verordening nemen, kennis ge
ven aan de Roggecommissie.
Artikel 2.
1. Het is verboden wittebrood te bakken voor den ver
koop, te verkoopen of voor den verkoop in voorraad te
hebben.
2. Burgemeester en Wethouders bezitten de bevoegdheid'
van het bepaalde in het le lid van dit artikel ontheffing
te verleenen.
Artikel 3.
Het is verboden roggebrood te bakken, te verkoopen,
voor iden verkoop in voorraad le hebben of te vervoeren,
tenzij dat brood voor de helft vermengd is met tarwe.
Artikel 4.
1. Burgemeester en Wethouders bepalen welk gewicht
voor den verkoop bestemd brood moet hebben.
2. Het door hen vastgestelde gewicht moet op het rogge
en gemengd brood zijn aangegeven.
3. De prijs van het brood kan dooi- hen worden vast
gesteld.
4. Het is verboden:
a. brood te verkoopen, voor den verkoop in voorraad)
te hebben of te vervoeren, dat niet voldoet aan de eischein!
te stellen of gesteld krachtens het le en 2e lid van dit
artikel
b. voor brood een hoogeren prijs te bedingen dan dien,
welke overeenkomstig het 3e lid van $it artikel is vast
gesteld.
Artikel 5.
1. Het is aan broodverkoopers verboden meer dan drie
kilogram roggebrood per persoon per week af te leveren,
2. Zij' kunnen door Burgemeester en Wethouders wor
den verplicht een lijst (broodlijst) bij te houden van het
verkochte roggebrood. Deze lijsten worden alsdan koste
loos van wege Burgemeester en Wethouders verstrekt.
Het model wordt door Burgemeester en Wethouders vast
gesteld.
3. De broodverkoopers zijn alsdan gehouden de brood-
lijsten lederen Maandag ter secretarie der gemeente in
te leveren.
Artikel 6.
1. Het is verboden binnen de gemeente rogge of rogge
meel, al dan niet vermengd met andere graansoorten, te
vervoeren, zonder geleibiljet afgegeven door of namens
Burgemeester en Wethouders.
De afgifte van het geleibiljet kan worden geweigerd
a. indien het vermoeden bestaat, dat de rogge of h'et
roggemeel voor veevoeder bestemd is;
b. indien het geleibiljet wordt gevraagd door of ten
behoeve van een landbouwer voor het vervoeren van
rogge naar den molen voor meer dan een hal ven Hecto
liter in eens en de rogge Iniet voor de helft vermengd jis
met tarwe.
2. De geleibiljetten worden kosteloos afgegeven. Het
model wordt vastgesteld door Burgemeester en Wethou
ders. Zij moeten door den houder op eerste vordering
worden vertoond aan de ambtenaren, belast met het toe
zicht op de naleving dezer verordening.
Artikel 7.
1. Het is aan molenaars en meel- §n graanhandelaars
verboden rogge of roggemeel, al dan niet vermengd met
andere graansoorten in voorraad te hebben, tenzij gedekt
door geleibiljetten als in het vorige artikel bedoeld.
2. De geleibiljetten moeten door hen op eerste vordering
worden vertoond aan de ambtenaren, belast met het toe
zicht op de naleving dezer verordening.
Artikel 8.
1. Het is verboden rogge of roggemeel, al dan niet ver
mengd met andere graansoorten, als veevoeder aan te
wenden.
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd toe te
staan, dat rogge of roggemeel als veevoeder wordt gebruikt,
mits na onderzoek is gebleken, dat de rogge of het rogge
meel voor de consumptie van den mensch ongeschikt is.
De toestemming wordt schriftelijk verleend.
Artikel 9.
Overtreding van eenige bepaling dezer verordening
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of
geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Artikel 10.
Met het opsporen en het constateeren bij proces-verbaal
van overtredingen dezer verordening zijn belast alle amb
tenaren en beambten der gemeente-politia
Artikel 11.
Deze verordening treedt in w i mg op den eersten dag
volgende op dien, waarop zij zal zijn afgekondigd.
Gedaan ter openbare vergadering van den Raad der
gemeente Roosendaal en Nispen, den 23sten Januari 1915.
De Secretaris, De Burgemeester,
In stemming gebracht wordt vorenstaande verordening
met algemeene stemmen aangenomen en vastgesteld.
De Voorzitter: Tijdens de behandeling dezer veror
dening bereikte mij een schrijven van den heer K. van
Wely, waarbij hij kennis geeft, dat hij wegens ongesteld
heid, verhinderd is, deze vergadering te kunnen bijwonen.
De heer E. van Wely: Mijnheer de Voorzitter! Zou
bet niet wenschelijk zijn een gedrukt exemplaar bij de
bakkers te doen rondbezorgen? Hier heeft men een bak
kertje en daar nog een bakkertje en wanneer hun een
exemplaar thuis zou bezorgd worden, dan weten zij het.
11
VERGADERING VAN 23 JANUARI 1915.
Request van J. C. van Deurzen e. a. schipper alhier met betrekking tot het optreden van den havenmeester.
Voorstel van B. en W. met betrekking tot de regeling van de belooning van den marktmeester over 1914
De Voorzitter: Daar heb ik geen bezwaar tegen. Ik
zal bij ieder eene verordening laten bezorgen en bovendien
in de courant laten vermelden.
De beier A. F. Vos: Dan zouden de arbeiiders die zelf
bakken ook zoo iets moeten hebben
II. Request van J. C. van Deurzen e. a., schippers alhier,
met betrekking tot het optreden van den haven
meester.
Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voor
lezing van dit request.
De Voorzitter: Mijneheeren! Als hoofd van politie heb
ik gemeend het adres in handen te moeten stellen van
den inspecteur, teneinde door dezen een onderzoek tiaar
hetgeen het adres inhoudt le doen instellen.
Het antwoord, dat daaromtrent van dezen ambtenaar
is ingekomen, zal de inhoud van het adres naar ik ver
trouw- ook in Uw oog heel wat verzachten.
Des Secretaris geeft op verzoek van den Voorzitter,
voorlezing van het rapport van den Inspecteur.
Do Voorzitter: Mijneheeren! Ik stel U voor om bet
request van de schippers Van Deurzen e. a. voor kennis
geving aan te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
III. Voorstel van Burgemeester en Wethouders met be
trekking tot de regeling van de beiooning van den
marktmeester over het dienstjaar 1914.
De Voorzitter: Mijneheeren! U weel, dat in 1914 de
kermis niet is toegelaten. Dat heeft natuurlijk een groole
streep gehaald in de rekening van de gemeente, maar
ook in de rekening van den marktmeester. Burgemeester
en Wethouders wenschen hem daarvoor eenige tegemoet
koming te schenken. Wij zijn daarin le rade gegaan, eu
hebben verschillende zaken idaarbij overwogen en zijn
tot het volgende resultaat gekomen: Wij hebben gemeend,
nu de betrekking van havenmeester en marktmeester ver-
eenigd is in een persoon, hem voor het dienstjaar 1914
bij voorschot eene maaudelijksche uitkeering te moeten
toekennen, teneinde hem in staat te stellen in het levens
onderhoud van zicli en zijn gezin le kunnen voorzien, want
wanneer hem eerst na afloop van het dienstjaar zou wor
den gegeven hel percentage dat hij geniet, zou hij in den
loop van 't jaar eigenlijk moeten teren van renten die hij
wellicht niet voldoende zal hebben. Wij besloten daarom
in het begin van het jaar 1914 bij {het optreden van (den
nieuwen titularis hem toe te kennen vijf procent van de
vermoedelijke opbrengst der haven- en marktgeldén, zoo-
als die door U in de begrooting onder de ontvangsten
zijn vastgesteld. Wij hebben dat te goeder trouw gedaan,
en wenschen voor de tóekomst van U dé toestemming
te verkrijgen, of goedkeuring liever gezegd, om daarmede
te kunnen voortgaan.
Wij zullen hem ook in de toekomst bij voorschot .vijf
procent geven van de op de begrooting onder de ontvang
sten voor haven- en marktgelden geraamde posten na
afloop van hel jaar afrekening houden en zien of hij min
der of meer zal verdient hebben. Wij kunnen aannemen,
dat hem dan waarschijnlijk nog wel een benifice zat
kunnen ter hand gesteld worden.
Wanneer niemand daartegen bezwaar heeft, zullen Bur
gemeester en Wethouders aannemen dat de Raad met
deze wijze van handelen genoegen neemt.
Voor 1914 wenschen wij U voor te stellen hem
ook diezelfde toelage loe te kennen. Hij heeft nu
genoten gedurende de elf eerste maanden van het afge-
loopen jaar maandelijks 60 gulden en wij stellen U voor
hem dat ook over de maand December toe te kennen,
dan komt hij ongeveer tot het bedrag hetgeen tiij zou
genoten hebben indien de kermis was doorgegaan. In 't
geheel krijgt hij alsdan aan jaarwedden als haven- en
marktmeester over 1914 uitbetaald 12 X 60 gulden
720 gulden.
Kunnen de leden zich met dit voorstel, dat ik namens
Burgemeester en Wethouders doe, vereenigen'?
De beer Verheijen: Mijnheer de Voorzitter! Wanneer
wij alleen in het oog houden de billijkheidsmotieven, die
Burgemeester en Wethouders geleid hebben tot lïet doen
van het voorstel, dan zou ik voor mijzelve zonder meen
met dit voorstel kunnen meegaan, maar aangezien in
deze vergadering zelve een zeer ernstige klacht is geuit
over den persoon wiens salaris wij op 't ©ogenblik be
spreken, moet ik, hoewel ik in 'l algemeen zeer ernstige)
bezwaren heb tegen liet combiueeren van verschillende
punten der agenda, toch voorstellen om juist met het
het oog daarop en om den Raad (de gelegenheid te geveni
zijne afkeuring uit le spreken over het optreden van
den havenmeester, dit punt aan te houden tol de volgende
vergadering. Daardoor kan die man voelen, dat wij zeer
ernstig ontevreden over hem zijn.
De Voorzitter: Ik kan met uw voorstel niet acccord
gaan. Het gaat hier niet over 'den havenmeester maar
over den marktmeester en de ingekomen klachten be
treffen alleen den havenmeester. Wij hebben laten
nagaan de opbrengst van het marktgèld over de vijf
laatste jaren eu de gemiddelde opbrengst dier jaren
ook voor 1911 aangenomen. Dit cijfer gevoegd bij de
opbrengst der havengelden enz. maakt dat hem over
de maand December alsdan ook zestig gulden kan
j worden uitbetaald. Ilij heeft er echter geen recht noch
aanspraak op. Hel is een hillijkheidsvoorstel dat wij hier
doen, omdat het marktgekl nu de kermis in 1914 niet is
doorgegaan ruim ƒ4000.— minder heeft opgebracht.
De heer VerheijenMijnheer de Voorzitter! Ik heb
gezegd, dal ik over hel algemeen zeer ernstige bezwaren
heb om verschillende punten te combineeren, maar aan
gezien de betrekking van havenmeester en marktmeester
in een persoon vereenigd zijn en de Raad bij behandeling
van punt 2 onzer agenda zich niet verder heeft uitgelaten
over het optreden van onzen havenmeester, dat naar mijne
meening wel eenige kritiek kan leiden en waar ik mij
niet mede kan vereenigen, zou ik wenschen voor 't ©ogen
blik, nu de salarisregeling aan de orde is, dat de Raad
zijn ontstemming uitsprak over dat optreden door de be
slissing in deze vergadering over het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders niet te willen doen.