8
VERGADERING VAN 14 MAART 1914.
Rioleering havenkom.
neer tot demping wordt besloten? dien grond voor ons
zeiven te houden. Ook zal een gedeelte op de terreinen
achter de gasfabriek moeten gebracht worden.
Alleen wanneer wij niet accepteeren,- zal de grond naar
elders moeten vervoerd worden, maai', wanneer wij het
besluit nemen, kan de grond tot demping worden aan
gewend.
De heer E. v. Wely: Mijnheer de Voorzitter! Er mag
dan wel goed toegezien worden welke grond er naar toe
vervoerd zal worden. U moet n.1. wel weten, dat al dia
grond niet gunstig en geschikt is voor dergelijke demping.
De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Met het oog
op den financieelen toestand onzer gemeente kan ik met
het voorstel van den heer Heerma van Voss in geen
geval meegaan. Ik voor mij acht dat werk niet nuttig
inoch minder noodig en noch veel minder noodzakelijk?
en mij dunkt? dat wij wel fieder dubbeltje eens mogen
omkeeren vóór dat wij het uitgeven.
Ik wil daarbij dus zeggen,- dat er in de plaats nog zoo
veel ander werk is te doen, dat niet alleen noodig maalr
ook dringend noodzakelijk is, dat het mij voor
komt? dal dit in ieder geval dient voor te gaan, want de
redenen en motieven, die de heer Heerma van Voss heeft
aangehaald om daar een plein te maken,- kunnen toch
geen motieven zijn om dertien tot veertien duizend gulden
uit te geven. Ik wil gaarne aannemen? dat de brug te
smal is en ben 'er ook onmiddellijk voor te vinden? om
die brug desnoods met drie meter te verbreeden? om een
zooveel breederen weg? die naar de gasfabriek leidt, te
krijgen? maar om de havenkom te rioleeren ter lengte
van 60 tot 100 Meterwel, Mijnheer de Voorzitter,
indien men het voor 'niemendal wil doen? geef ik er mijn
stem nog niet aan!
Men heeft verleden jaar vijfenzeventig duizend guldeu
uitgegeven voor de verbetering en verbreeding van de
Vliet, in de hoop te krijgen grootere schepen en een druk
verkeer, en nu gaat men van de kleine losplaats, die
wij hier hebben? nog een groot gedeelte afnemen. Dat is
toch geen politiek? dat trekt op nietsEn daarbij wij heb
ben pleinen genoeg. Pleinen moeten onderhouden worden?
en ze worden hier toch al zoo slecht onderhouden!
Ik zie hoegenaamd geen nut in deze uitgaven van der
tien duizend gulden en ik ben er dan ook absoluut tegen.
De Voorzitter: Mijne heeren, laat ons niet in bijzon
derheden afdalen. Ik heb gevraagd in 't algemeen er over
te spreken. De Raad moet eerst tot de uitspraak komen?
of hij al dan niet tot eene gedeeltelijke demping wil over
gaan.
De heer De Bruyn: Mijnheer de Voorzitter! Ik kan
ook het nut en de noodzakelijkheid van de demping niet
inzien, 't Is waar? die brug, waarover een zeer druk
verkeer is? is inderdaad te smal. Ik ben het met den heer
Braat eens; wil men daarin eene verbetering aanbrengen?
dan ben 'ik er voor te vinden? maar ieen gedeelte delf
haven te rioleeren en te dempen, daar zie ik het nut niet
van in. Absoluut niet.
De heer Heerma van Voss: Mijnheer de Voorzitter! Ik
.wilde een enkel argument door den heer Braat in zijne
rede aangehaald, dat wij een gedeelte van de haven door
rioleering zouden innemen, tegenspreken. Wij nemen door
dit werk geen gedeelte der losplaats in? want de heer
Braat vergeet? wanneer die 'demping plaats heeft, dat de
overzijde van de haven, die nu buiten gebruik is, dan
ook even goed als losplaats voor de 'haven kan dienen als
de andere zijde? omdat de schepen dan midden aan het
plein liggen. Dus de plaats, die wij zullen innemen door
de rioleering? krijgen wij aan de overzijde terug, die even
geschikt als losplaats is als deze zijde.
Wat betreft de kosten heb ik wel eens opgemerkt? dat
de personen? die het hardst roepen over de financieala
lasten der gemeente er ook het hardst voor zijn, wan
neer er subsidies door allerlei vereenigingen worden aan
gevraagd, om die te verleenen.
Wanneer door die subsidies het volgende jaar eens
een groote streep werd gehaald en al die subsidies ten
opzichte dier vereenigingen niet worden gegeven, dan
dan zullen wij ruimschoots de rente -en aflossing ver
dienen van de uitgaven voor zoo'n werk, dat beslist noo
dig en in het belang is der Kade.
De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! De subsidies?
waarover de heer Heerma van Voss spreekt, rechtvaardigen
volstrekt niet deze uitgave. Absoluut niet! Wanneer die
subsidies niet gemotiveerd en niet rechtvaardig zijn, heb
ben wij die doodeenvoudig in te trekken. Dat is absoluut
geen motief om dit werk te maken? in 't geheel niet! Ik
kan mij er onmiddellijk mede vereenigen om door alle
subsidies eene streep te halen? wanneer deze niet eerlijk
en gemotiveerd zijn. Wat de heer Heerma van Voss zegt
over die losplaats? dat is absoluut onwaar! Door die los
plaats kan men ook wel een heele streep halen? aan dei
overzijde kan men niet evengoed eene losplaats maken als
aan deze zijde. Wij zullen dat op de teekening anders
even uitmaken
De Voorzitter: De discussies? Mijneheeren, nemen eene
wending? die ik liever niet in onze vergadering zie.
Ik zal U mijne bedoeling nog eens mededeelen. Ik heb
TJ zoo juist verzocht in 't algemeen over deze zaak te
spreken? opdat de Raad eerst kan uitmaken of het al of
niet wenschelijk is een gedeelte der haven te dempen.
Men kan voor eene gedeeltelijke demping der haven zijd
al ware het maar voor een verkeersweg te krijgen langs
het vroegere huis van den havenmeester om zoodoende
te kunnen gaan naar de uitgestrekte weilanden? en die
langs dien weg bereikbaar worden.
Ik heb uitdrukkelijk verzocht, laat ons eerst in prin
cipe aannemen of er verandering moet komen.
Om althans een gedeelte der haven te dempen ten
opzichte van het nut van dien weg? ben ik het volkomen
met den geachten voorsteller eens. Ik heb nooit kunnen
veronderstellen, dat er bezwaren zouden kunnen gemaakt
worden om daar ter plaatse eene afdoende verbetering
tot stand te brengen. Wanneer men uiet voor het geheele
voorstel is? kan men toch voor een gedeelte wezen, want
dat is toch zeker, al kan men er tegen zijn de havein
te verkleinen? wij toch in elk geval wenschen dat er ver
betering komt in den verkeersweg voor toevoer naar de
gasfabriek en naar de hooger of beter lager gelegen wei
landen, die natuurlijk ook bescherming verlangen. Nu
kan ik mij geen enkele straat in geheel Roosendaal voor
stellen? die zoo slecht voor het verkeer voldoet als de
Rozemarijnstraat een straat, die nog een elleboog heeft
om daardoor de groote hoeveelheid hooi te vervoeren
en naar Roosendaal te brengen.
Als ik Burgemeester was 'geweest? zou ik die demping
VERGADERING VAN 14 MAART 1914.
Rioleering havenkom. Aanleg gasleiding in het Achterstraatje.
al voor jaren terug hebben voorgesteld, vóór dat die
bazaltmuren werden gemaakt. Ik geloof? dat dit eene
verbetering zou zijn, waarover geheel Roosendaal zich
zou verheugen.
Jk zal den Raad nu op de eerste plaats de beslissing
laten nemen of daar ter plaatse al dan niet eene gedeeltelij
ke rioleering zal worden gemaakt. Wanneer dat voorstel
mocht worden aangenomen, dan zal ik op de tweede plaats
de gelegenheid geven? de hoegrootheid daarvan te bepa
len. Daaromtrent kan natuurlijk verschil van meening
zijn. Er zijn er die 30 (M. Voldoende vinden, er zijn er ook,
die voor 60 M. te vinden zijn. Dat is de persoon lijkili
meening van elk lid individueel.
Wanneer wij eene rioleering maken van 30 M. krijgen
wij een verkeersweg? waarvan de minste breedte 17 M.
bedraagt. Men kan dan zeggen? ik ben daarmede tevreden.
Men kan echter ook zeggen? ik wensch een plein en een
plein van 30 M. is geen plein? -en wil daarom rioleerfeira
ter lengte van 60 of 100 (M. Wie daarvoor is? kan zich
daarvoor verklaren.
De Raad heeft nu eerst te beslissen of hij wenscht
tot al of niet gedeeltelijke demping der havenkom van
Roosendaal over te gaan.
De heer Braat: Mijnheer de Voorzitter! Mag ik nog
even het woord en wel naar aanleiding va,n uw voorstel?
Ik wilde dit voorstel in twee gedeelten splitsen? d.w.z.
verbreeding van de brug, voor zoover dit als straat noodig
is en dan de rioleering.
De Voorzitter: Dat is toch hetzelfde. Mijn voorstel
houdt toch niets anders 'in. Wij wenschen allen, dat er
iets gedaan wordt om den daar bestaanden toestand te
verbeteren. Anders houdt dit voorstel niets in. Indien,
de toestand zoo kan blijven? behoeven wij er niet verder
over te praten. Mijn voorstel is dus zoo billijk mogelijki
Zegt de meerderheid van den Raad? wij wenschen, dat
er niets gebeurt, dan laten wij den toestand zooals hij is.
Ik wensch alleen den Raad te laten uitspreken of hij
verbetering wil. Is de meerderheid daar niet voor? welnu
dan behoeven wij er verder ook niet over te spreken en
is dit punt afgehandeld.
Met 15 tegen 1 stem wordt besloten -eene verandering
aan te brengen.
Tegen stemt de heer E. van Wely.
De Voorzitter: Bij meerderheid van stemmen is nu
door den Raad uitgemaakt dat verandering gewenscht is.
Nu verdient van de voorstellen? die hier ter tafel zijn
gebracht? natuurlijk het voorstel door den heer Heerma
van Voss, als oorspronkelijk voorsteller, gedaan, de
prioriteit? n.1. om de havenkom te dempen over eene
lengte van 60 M.
Wordt dit voorstel van den heer Heerma van Voss
ondersteund
Het voorstel wordt ondersteund door de heeren K. van
Wely? J. Vos en A. F. Vos.
De Voorzitter: Ik stel voor over het voorstel tot dem
ping der haven ter lengte van 60 M. overeenkomstig de
plannen, die ter visie hebben gelegen, en zooals ter plaatse
is afgebakend, te stemmen.
Met 9 tegen 7 stemmen wordt dit voorstel aangenomen.
Tegen stemmen de heeren Braat, G. Konings, E. vart
Wely? Van Gastel, De Bruyn, P. Konings en Van der
Poorten.
VII. Beslissing omtrent den aanleg der gasleiding in het
Achterstraatje.
De Voorzitter: Mijneheeren! Bij de behandeling der
begrooting is door den Raad aangenomen, dat in het
Achterstraatje eenige gaslantaarns zullen worden ge
plaatst. De Gascommissie heeft daarover rapport uitge
bracht en wenscht de verlichting in -die straat aan te bren
gen, niet echter over de geheele lengte, doch slechts over
een gedeelte van '200 M. De 'Commissie stelt ook in
haar rapport aan Burgemeester en Wethouders voor om
de leiding te doen zijn eene drieduimsche leiding. Ofschoon
ik liever had gezien, dat de Commissie had voorgesteld,
de leiding over de geheele lengte door te leggen in aan
sluiting met de leiding, die in de Knip is aangelegd, zal
ik met het voorstel der Commissie, wat betreft dat del
uitbreiding slechts 200 M. zal bedragen, meegaan. Ik
betreur echter, dat de aansluiting niet in haar geheel
wordt voorgesteld, wat ik in het belang der circulatie
van het gas daar ter plaatse wenschelijk vind.
Ik kan mij evenwel niet vereenigen met de wijdte der
gasleiding? -die door de Commissie wordt voorgesteld.
Ik kan zulks niet doen, omdat ik beschouw, dat dooi
de gemeente eene overeenkomst is aangegaan? zij het
dan ook niet op papier, maar Man toch zeker eene mo-
reele? met de Roosendaalsche Maatschappij van Onroe
rende Goéderen, die eigenares is van de geheele Knip.
Bij overeenkomst toch is in de Knip eene leiding gelegd
ten koste van beide partijen? n.1. voor rekening der Maat
schappij en voor rekening der gemeente. De Maatschappij
is toen de verplichting opgelegd die leiding te doen zijn
eene vier duimsche leiding 'en zij was verplicht die vier
duimsche leiding in de toekomst door te trekken tot het
Achterstraatje. Aan deze laatste verplichting heeft de
Maatschappij ook toen reeds naar behooren voldaan? en
nu moeten wij van onzen kant, ook niet om de zuinig
heid te betrachten? ook niet met eene nauwere leiding
aankomen en besluiten om in het Achterstraatje eene
drie duimsche leiding te leggen. Wat dit betreft? spijt het
mij? niet met de Commissie te kunnen meegaan. Voor die
weinig hoogere kosten, die een zestig gulden kunnen be-
loopen, moeten wij nu zelf geen nauwere leiding in dia
straat gaan leggen.
Het wenschelijk e van het leggen eener vier duimsche
leiding is indertijd degelijk overwogen en daarom werd
van de Maatschappij eene dergelijke leiding gevorderd.
Laten wij dan zelf ook niet anders doen.
De heer P. Konings: Dat in het Achterstraatje niet
dezelfde leiding zou gelegd worden dan in de Van Gilse-
laan? berust zeker op een abuis. Ik weet niet beter of bij
de Commissie heeft ook voorgezeten daarin dezelfde lei
ding te leggen.
De Voorzitter: Het doet mij genoegen, dat de Com
missie met mijn gevoelen meegaat. Ik heb dat niet ge
weten? anders zou ik graag daarover gezwegen hebben,
maar in den brief der Commissie die hier voor mij ligt