VERGADERING VAN 14 MAART 1914.
Toekenning en wijziging namen aan straten en wegen.
't Is namelijk in vele steden gewoonte de eene of
andere straat in de kom 'der gemeente gelegen,- of
wanneer eene nieuwe straat wordt aangelegd, te noemen
naar vroegere inwoners der gemeente, die zich op een
of ander gebied of ;door 'het een of .ander feit zeer yeirs
dienstelijk tegenover de gemeente hebben gemaakt. Dat
voorbeeld is ook hier reeds in het verleden nagevolgd.
iWij hebben hier de Hendrik Gerard Dirckxstraat,- die
zoo genoemd is,- teneinde den heer Dirckx te huldigen
voor zijne verdiensten ten opzichte der gemeente. Wij
hebben hier verder de iVan Gilsestraat; de toekenning
van dien naam zal ook wel met eene bedoeling geschied
zijn.
Er is nog iemand hier in Roosendaal geweest,- die ten
opzichte der gemeente zeer vele verdiensten heeft ver
worven.
Ik bedoel hier namelijk wijlen Uw ambtsvoorganger
den Edelachtbaren heer Schoonheyt; vroeger burgemees
ter onzer gemeente.
Zou het niet mogelijk zijn,- Mijnheer de Voorzitter, ten
einde zijne verdiensten en al hetgeen hij gedurende zijn
veertigjarig burgemeestersschap dezer gemeente heeft
verricht,- te huldigen, zijn naam voor Roosendaal te ver
eeuwigen in den naam van ieen onzer straten en zou
misschien in dit geval de Achterstraat genoemd kunnen
worden naar wijlen Uw ambtsvoorganger den Edelacht
baren heer Schoonheyt?
't Is,- Mijnheer de Voorzitter, van mijne zijde een idéé,
dat misschien in overweging zou kunnen genomen worden.
De Voorzitter: Misschien wil 4e heer G.- Konings van
hetgeen hij daar in 'overweging geeft wel uiting geven
in den vorm van 'een voorstel.
Er is nu nog eene straat; Mijneheeren, de straat op het
het plan van uitbreiding gemerkt H. K. L\, waaraan da
Vincentiusschool gebouwd is. Omdat er gebouwd is,
wenschen Burgemeester en Wethouders ook thans een
naam aan die straat toe te kennen. Burgemeester en Wet
houders zijn echter niet homogeen, omtrent het geven
van namen aan straten, die op het plan van uitbreiding
voorkomen5 en nu in (de toekomst van dia straten meer
werk zal worden gemaakt,- zijn Burgemeester en Wethou
ders te rada gegaan,- hoe in deze te handelen en zijn zij
er voor,- tenzij uit den Raad een ander voorstel wordt
gedaan,- om' aan de rechterzijde dan wel aan de linker
zijde van de Brugstraat aan de eene zijde aan die straten
allemaal namen te geven van bloemen, aan de andere
zijde allemaal namen van vogels.
Burgemeester en Wethouders raken verder ook uitge
put in het zoeken van namen.
Burgemeester en Wethouders stellen daarom voor die
die straat te noemen óf de „Arendstraat", als zijnde de
arend de koning der vogels, óf de „Roosstraat,'' als zijnde
de roos de koningin der bloemen.
Wilt U; Mijnheer Konings, er een voorstel van maken
om deze nieuwr3 straat of wel de Achterstraat bij verande
ring van naam den naam te geven van Burgemeester
Schoonheytstraat of Schoonheytstraat?
De heer Voeten: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb een
voorstel,- om die straat een anderen naam te geven.
Nu er eenmaal de school gevestigd is van de Vincen-
tiusvereenigingj- zou ik willen voorstellen die straat den
naam van Sint Vincentiusstraat te geven.
De Voorzitter: Die naam is ook in de vergadering
van Burgemeester -en Wethouders genoemd,- maar eene
directe meerderheid was er niet voor te vinden, om juist
aan die straten de namen vau heiligen te geven en men.
vond het ten slotte beter ze te noemen naar vogels en
bloemen. Ik kan nu echter wel met het onverwachte voor
stel van den heer Konings meegaan om aan de eerste
straat op het plan van uitbreiding den naam te geven
van Schoonheytstraat.
Wenscht U dat voorstel te doen mijnheer Konings?
De heer G. Konings: Zou 'het voldoende zijn Mijnheer
de Voorzitter om die straat te noemen Schoonheytstraat
of zouden wij Burgemeester Schoonheytstraat zeggen?
Deze laatste benaming is misschien wel wat lang.
De Voorzitter: Ja,: die vind ik wel een beetje lang.
De heer G. Konings: Ik maak er een voorstel van.
Mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter: Ik zal uw voorstel in stemming bren
gen om den weg, op het plan Van uitbreiding gemerkt
H. K. L.y over zijne geheele lengte den naam te geven
van Schoonheytstraat.
De heer P. Konings: Nu de naam van Vincentius uit
den boezem van den Raad komt en verschillende personen
mij ook hebben gevraagd om aan die straat den naam van
Vincentiusstraat te geven,- kan ik in dit geval met het
voorstel van den heer .Voeten meegaan,; en bij veran
dering van den naam der Achterstraat gelijk de heer
G. Konings heeft voorgesteld,- die straat te noemen Schoon
heytstraat.
De Voorzitter: Ik zal het voorstel van den heer G.
Konings het eerst in omvraag brengen. Wanneer dit voor
stel niet mocht worden aangenomen, kan over een nader
voorstel nog gediscussieerd worden.
Met 7 tegen 9 stemmen wordt daarop het voorstel van
den heer G. Konings om den weg, op het plan van uit
breiding gemerkt II. K. L.; Schoonheytstraat te noemen,
verworpen.
Voor stemmen de heieren Jongeneelen,- Heerma van
Voss,- Van Dorst ,G. Konings, Backx, Van Gastel en de
Voorzitter.
De Voorzitter: Derhalve komt nu het voorstel dooi
den heer P. Konings 'gedaan om dien weg den naam
van Vincentiusschool te geven.
Ik voor mij zie er geen enkel motief in, nu het voorstel
gevallen is om ter (nagedachtenis van een persoon diens
naam aan de straat te geven, haar hu Vincentiusstraat
te noemen, omdat daar toevallig eene Vincentiusschool
is gebouwd. Ik kan mij evenmin als in de vergadering
van het Dagelijksch Bestuur voor het voorstel verklaren;
en ik blijf er voor dien weg den naam eener bloem of van
een vogel toe te kennen.
Handhaaft echter de heer P. Konings zijn voorstel;
dan zal ik uit reverentie voor hem dat voorstel in om
vraag brengen.
De heer P. Konings: Ik heb gemeend dat voorstel te
doen,; omdat daar de Vincentiusschool gebouwd is.
De Voorzitter: Wanneer Morgen iemand een) huis bouwt
aan een of anderen nieuwen weg, dan kunnen wij daaraan
weer wel den naam geven van den persoon,; die daar
het eerst een gebouw gesticht heeft en zoo blijft dat
voortgaan.
VERGADERING VAN 14 MAART 1914.
Namen van straten. Verbeteringen Waterleiding.
Ik heb geene machtiging om namens Burgemeester en
Wethouders een voorstel te doen. Wanneer U het voorstel
van Vincentiusstraat doet, zal ik het in omvraag brengen.
De heer Voeten: Mijnheer de Voorzitter. Ik heb dat
voorstel gedaan. Ik vind, dat het wel «enigszins een ander
geval is, of een particulier in eene straat gaat bouwen
of eene vereeniging als Vincentius.
De Voorzitter: Dat is uwe persoonlijke meening. Zoo
is de naam der Badhuisstraat aan die straat gegeven;
omdat er toen een badhuis stond, en is de naam Heypt-
straat aan een slop gegeven, omdat daar toen het koets
huis van wijlen dokter Heypt in stond. Zoo is aan de
buitengewoon slecht onderhouden straat, die achter uwe
wonning is gelegen, den naam Hendrikstraat gegeven,
omdat daar die grond vroeger aan Hendrik den Bigge-
laar heeft toebehoord.
In elk geval zal ik over het voorstel, dat door U is ge
daan,- en door den heer P. Konings is overgenomen geene
verdere woorden verspillen en zal ik het in omvraag
brengen.
Mfelt 9 tegen 7 stemmen wordt dat voorstel aangenomen.
Tegen stemmen de lieeren Van -der Poorten, Jongenee
len, Heerma van Voss, Van Dorst, G. Konings, Backx
en de Voorzitter.
V. Brieven van de Maatschappij tot Bouw en Exploitatie
van Gemeentebedrijven te Utrecht met advies van
de Commissie in zake het Waterleidingvraagstuk.
Op verzoek van den Voorzitter geeft de Secretaris voor
lezing van de brieven der Maatschappij en het advies
van de Commissie.
De Voorzitter: Verlangt iemand omtrent de voorstellen
der Commissie, waaromtrent zij advies heeft uitgebracht
het woord?
De heer E. v. WelyMijnheer de Voorzitter! Ik vind
het wel een beetje vreemd, dat er nu allemaal die sommen
weer moeten bijkomen. Wij hebben die oude waterleiding
overgenomen voor oud roest, niet waar? En dat was
toch, tenminste voor zoover ik weet, dat hier behandeld
is geworden en ons is medegedeeld door -den heer Blaupot
ten Cate, dat die geheel zou veranderd worden. Zoo is
ook gezegd, dat b.v. -het buizennet eene capaciteit zou
krijgen van 250 m.M.,- en toch zijn de oude buizen door
geheel Roosendaal blijven liggen. Men heeft daar een
touwtje door getrokken, en nu zijn ze weer goed. Ik had
gedacht,- dat die buizen er uit zouden gaan] en in andere
straten gelegd en tenminste 'geasphalteerd zouden worden.
Daar is echter niets van gebeurd. Ik had die opvatting
en uit de stukken van de Maatschappij blijkt dat in 't
geheel niet. Ik kan mij daarmede dan ook niet vereenigen.
De Voorzitter: Verlangt omtrent de voorstellen dei-
Commissie nog iemand het woord? Dan zal ik die voor
stellen in stemming brengen welke de Commissie goed
keurt.
Met 14 tegen 2 stemmen worden de voorstellen aange
nomen.
Tegen stemmen de heeren Voeten en E. van Wely.
De Voorzitter: De Commissie stelt voor eene afwij
zende beschikking of althans een dergelijke beschikking
te nemen, dat niet geheel voldaan wordt aan de wenschen
der Maatschappij. Wat het eerste verzoek betreft, zal ik,
ofschoon het mij spijt, dat de Commissie heeft voorge
steld oni den klinkerweg te veranderen in een koolascli-
weg omdat zij die ter plaatse 'minder noodzakelijk acht...
De heer Heerma van Voss: Zij vragen een klinker
weg op het terrein. Dat vragen zij.
De Voorzitter: Ofschoon een klinkerweg de Commissie
te duur voorkomt, had ik toch in elk geval beter gevon
den daar een grindweg te maken, maar ik zal daar geen
verdere bezwaren over maken. Wanneer de Raad het
gevoelen der Commissie sanctionneert, zal ik mij daarbij
neerleggen.
Alleen wat het laatste punt betreft, daar heb ik be
zwaar tegen. Ik verschil hieromtrent van meening met
de Commissie en wel om de volgende redenen. Tot mijn
spijt kan ik mij (met het voorstel van de Commissie pm
den waterstandsaanwijzer weg te laten niet vereenigen;
omdat het zich hier handelt om een technisch onder
deel, dat door den Directeur 'der Maatschappij, den heer
Halbertsma, voor het goede bedrijf noodig' wordt geoor
deeld.
Bij eene bespreking ook over deze aangelegenheid ten
gemeentehuize heeft de heer Halbertsma dit als volgt
gemotiveerd.
De machinist, die zooveel mogelijk bij zijne motoren
en pompen in de machinekamer moet blijven,- kan van
daaruit den waterstand in den hevelput niet waarnemen.
Hij weet daardoor ook niet,- of de hevelleiding goed werkt
en het water uit de putten genoegzaam naar den hevelput
stroomt. Is dit echter niet het geval, dan wordt de hevel
put hoe langer hoe dieper afgezogen en slaat eindelijk
de ruwwaterpomp af, zoodat het bedrijf dan gestoord is.
wat vooral in geval van brand bedenkelijke gevolgen kan
hebben, te meer omdat er dan wel een half uur mede
gemoeid kan zijn, om alles weder in geregelde werking
te brengen.
Kan echter de machinist den waterstand in den hevel
put ieder oogenblik vanuit de machinekamer waarnemen;
dan kan hij bijtijds zien, dat de waterstand in den hevel
put te snel gaat dalen en kan hij dienovereenkomstig zijne
maatregelen nemen, opdat noch de hevel, noch de pomp
afslaat, waarvoor men hem dan ook verantwoordelijk kan
stellen, wat men zonder waterstandsaanwijzer billijker
wijze niet zoude kunnen do-en.
Met het oog op -deze gegevens, die ik persoonlijk van
den Directeur heb gekregen, kan ik mij tot mijn spijt
met het voorstel der Commissie niet vereenigen om den
door den heer Halbertsma gevraagde waterstandsaanwij
zer, eene waarde van f 200.— 'vertegenwoordigende, niet
toe te staan.
De heer P. Konings: Na de -door U gegeven inlich
tingen, Mijnheer de Voorzitter, geloof ik wel, dat de Com
missie met Uw idee en dat van den heer Halbertsma kan
meegaan.
(Wanneer de controle op den waterstand moeielijk is
zonder peilschaal, zou het gevolg daarvan kunnen wezen,
dat er misschien meer personeel zou dienen aangesteld
te worden. Dan is het wellicht veel beter die peilschaal
maar te plaatsen.
De Voorzitter: Die peilschaal zal dermate worden ge
steld,- dat de machinist door de ruiten van het machine-