Wethouder van Beeck antwoordt dat de PPC wel degelijk zeggenschap heeft,
hetgeen door de voorzitter beaamt wordt: de provincie toetst het
ondernemersrisico
Het raadslid Meijer Drees wil een hoofdelijke stemming.
Het raadslid Looijen legt een stemverklaring af en stemt voor het
voorbereidingsbesluit
Door middel van stemming wordt het voorstel met 9 stemmen vóór (van de
leden Adams, van Beeck, van den Berg, Burgers, Gelten, Van Der Linden,
Looijen, Quireyns en de Ru) en 2 tegen (van de leden Heesakker en Meijer
Drees), overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
aangenomen.
7. Voorstel tot verkoop van de gronden, kadastraal bekend gemeente
Putte sectie C nrs. 1706 en 1835;
Het raadslid Gelten zegt het voorstel slechts summier voor heeft kunnen
bereiden, daar er weinig stukken ter inzage hebben gelegen. Hij heeft met
name de verordening betreffende de algemene voorwaarden voor koop
verkoop van gronden bij de stukken gemist. Hij betreurt dit daar het
volgende college toch terug zal moeten kunnen vallen op terdege
voorbereide besluiten.
Het raadslid Looijen uit zijn ongenoegen over het feit dat het vorige
college het 'besluit optieverlening1 heeft genegeerd, waardoor we nu
verder moeten met de gevolgen daarvan. Hij waarschuwt degenen die voor
dit voorstel zijn, dat hij hun dit de rest van zijn leven voor de voeten
zal werpen.
Hij stelt dat de gemeente voor minimaal f90.000,het schip in gaat. Hij
stelt voor het voorstel in te trekken.
Het raadslid Meijer Drees vraagt hoe het college omgaat met beloften aan
derden en hoe de gemeente een terrein kan verkopen terwijl er een morele
verplichting is aan derden vanwege die belofte.
Het raadslid Adams gaat akkoord met het voorstel, volgens hem is de
gemeente met een verkoopprijs van f 550.000,uit de kosten.
Het raadslid de Ru vindt het verkeerd dat iemand zo lang een optie heeft.
Hij stelt dat de raadsleden wel alle stukken op hun bureau krijgen, maar
dat de koers in feite al gereden is. Na zulke fouten zou hij opstappen
als hij wethouder was.
Wethouder van Beeck antwoordt dat wat betreft de incompletie van de ter
inzage liggende stukken er niet veel aan de plannen van Vandam Invest BV
is veranderd. Hij is het eens met de heer Looijen voor wat betreft de
fouten die gemaakt zijn. Wat betreft de beloften aan derden zegt hij dat
er in 1994 een brief is uitgegaan met de mededeling dat er eerst een
besluit genomen moest worden, aangezien dat nu pas gebeurt is het nu het
tijdstip om met die derden rond de tafel te gaan zitten.
Het raadslid Meijer Drees vindt dat er eventueel een stuk grond gereser
veerd moet worden voor de gegadigde uit 1994. Hij vraagt of er een ante
cedentenonderzoek is geweest naar Vandam Invest bv. Hij stelt dat het een
belangrijk voorstel is omdat het consequenties heeft op het gebied van
ruimtelijke ordening, woningbouw, parkeergelegenheid, voor de middenstand
en bestuurlijk. Hij stelt dat het vorige college onbekwaam heeft