3. Vaststelling besluitenlijst openbare raadsvergadering van 27 februari 1996; De besluitenlijst wordt conform concept vastgesteld. 4. Ingekomen stukken en mededelingen; Betreffende het ingekomen stuk nr. 1 vraagt het raadslid Heesakker of het aantal verschafte maaltijden ooit gecontroleerd wordt. Wethouder Quireyns antwoordt dat dit niet echt gecontroleerd wordt, maar dat er een stijgende lijn zit in het aantal verschafte maaltijden. De reacties zijn goed, ook wat betreft de kwaliteit. De gemeente subsidieert iedere maaltijd met f 2,-. De juiste cijfers hierover zal hij later nog geven. De overige ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 5. Voorstel tot tussentijdse wijziging van de begroting 1996; Aangezien niemand hieromtrent het woord of stemming verlangt, wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 6. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het wijzigen van bestemmingsplan "Kom Putte" voor de percelen, kadastraal bekend gemeente Putte sectie C nrs. 1389, 1267, 1502, 1706, 1835 en sectie B nr. 2465 ged.; Het raadslid Meijer Drees vraagt waarom een wijziging van het bestem mingsplan nodig is, daar het gebied toch al een winkelbestemming had. Het raadslid Gelten stelt dat hij geen bezwaar heeft tegen het voorstel, maar dat de food-sector niet sec uitgesloten moet worden. Putse Belangen had liever een dorpsplein gehad, helaas kan dat niet doorgaan. Hij vindt de punten van de heren Groffen en Jaegers echter erg negatief. Eigenlijk vindt hij het zuiver zaken die de ondernemers aangaan en niet de overheid Het raadslid Adams is akkoord met het voorstel. Hij is het met de heer Gelten eens dat de heren Groffen en Jaegers erg negatief zijn. En ook het CDA had liever een dorpsplein gehad. Maar met het huidige plan is de variëteit groter, wat gunstig is. Wethouder van Beeck antwoordt dat het dorpsplein inderdaad de eerste insteek is geweest, maar dat dat een gepasseerd station is. De PPC heeft eisen gesteld met betrekking tot de lokatie van Albert Heijn. Hij is van mening dat de waarschuwing van de heer Gelten terecht is, maar meent dat de "zuigende" werking van de supermarkten wel mee zal vallen. Het raadslid Meijer Drees stelt in een tweede termijn dat de PPC wordt gebruikt als smoes voor gebrek aan inzet van het college en/of de ambtenaren. Hij is van mening dat het uitsluitend de vrijheid en het risico van een ondernemer is om de lokatie van zijn bedrijf te kiezen en dat de provincie zich hier niet in moet mengen. Het raadslid Looijen vraagt welke concrete aanwijzing het college heeft dat het pand van Albert Heijn vrijkomt. De voorzitter antwoordt dat dat een conditio sine qua non is, daar AH niet op 2 plaatsen tegelijk kan zitten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1996 | | pagina 11