- 5 - Volgens hem is het belang van een goede ruimtelijke ordening er niet mee gediend wanneer er uitsluitend gekeken wordt naar de grenzen van de particuliere belangen. Hij zegt dat men moet afgaan op een bereidheid tot medewerking van particulieren. Hij zegt het raadslid Meijer Drees in dat gedeelte van zijn betoog absoluut niet te kunnen volgen. Hij merkt op dat de ruimtelijke ordening op zich zelf ook kwaliteiten stelt aan de ruimte. Hierbij dient men door een voortdurende weging tussen het beschermde particuliere eigendom enerzijds en de waarde van een goede ruimtelijke ordening anderzijds tot het maken van keuzes te komen Volgens hem wordt het algemeen belang in Putte gediend met het in voorraad hebben van voldoende bouwkavels, dit om mensen die in Putte geboren en getogen zijn of anderszins nauw bij de Putse gemeenschap betrokken zijn in staat te kunnen stellen een bouwkavel te vinden. Hij merkt op dat het in voorraad hebben van voldoende bouwkavels wel degelijk het dienen van het algemeen belang is. De weging van dit belang met het belang van de twee individuen, die men eventueel te zijner tijd kan helpen, niet opgaat. Deze mensen, zo zegt hij, zijn volstrekt willekeurige mensen, die slechts in de gemeente Putte willen wonen, terwijl het algemeen belang eist dat men voldoende bouwkavels in voorrang heeft. Dat is volgens hem de weging tussen het particulier belang enerzijds en het algemeen belang anderzijds welke volgens hem dient te worden gemaakt en dan zowel uit een oogpunt van volkshuisvesting als uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, waaraan kwaliteitseisen gesteld worden. Er is volgens hem zeker ook nog een derde punt aan toe te voegen. Het is namelijk zo dat de overheid, wanneer zij een investering pleegt, zich er altijd van bewust moet zijn dat zij ervoor kan zorgen dat, bij exploitatie, de burger altijd zoveel mogelijk waar voor zijn geld krijgt. Hij merkt op dat men zich de vraag moet stellen, wanneer men nu twee percelen wegschrapt of er niet veel problemen zullen komen, wanneer men deze mogelijkheid later ook aan andere bezwaarden zal moeten geven. De gemeenteraad begeeft zich dan, zo zegt hij, op hellend vlak, daar men dan de kans loopt om dan weer eens op 46, 24 of zelfs 0 percelen uit te komen. In het laatste geval vervalt het belang om aldaar riolering en verlichting e.d. aan te leggen uiteraard, het moge echter ook duidelijk zijn dat er geen bouwkavels voor het algemeen belang beschikbaar komen. Dit wil hij onder de aandacht van de raadsleden brengen. Het college heeft bij het beoordelen van het bezwaarschrift en daarbij gelet op de pogingen om tot een oplossing te komen, helaas moeten vaststellen dat een en ander niet con amore is gegaan. Hij legt uit dat hiervoor wel begrip bestaat. Hij merkt op dat er bij de uitvoering van het bestemmingsplan een tweetal mogelijkheden is om dit probleem op te lossen. Hij zegt dat de gemeenteraad zou kunnen besluiten om over te gaan tot onteigening. Dit vraagt een aparte rechtsgang en een apart besluit van de gemeente raad. Er zou ook besloten kunnen worden om alle financiële belangen, dus niet alleen die van de gemeente Putte en de eigenaren, maar ook van de overige toekomstige bouwers binnen het bestemmingsplan, even zwaar te laten wegen en dit door het instellen van een bouwgrondbelasting. Hierdoor kunnen, ook op langere termijn de onkosten voor de percelen over 46 kavels in plaats van 44 kavels worden verdeeld. - 6 -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1991 | | pagina 15