-22-
Het raadslid Pasteuning vraagt of daar dan ook niet over is gesproken
tijdens de informatie-avond.
Wethouder Buijs merkt op dat de ondernemers zich terug hebben getrokken
om hierover te beslissen, echter voor zover het bij hem bekend is heb
ben zij gezamenlijk besloten hieraan wel mee te doen. Hiervoor is een
schriftelijke bevestiging binnen en men moet er dus wel vanuit gaan dat
dit door zal gaan. Dat is een zaak van de ondernemers.
Wethouder Seen merkt op dat hij de zienswijze van Dhr. Looi jen toch wat
simplistisch vindt. Hij merkt op dat hij met name van de partij van
Dhr. Looi jen, die toch probeert alles zo centraal mogelijk te sturen,
had verwacht dat zij zouden trachten mee te denken om het dorp verder
zo goed mogelijk in te richten.
Hij merkt tevens op dat een dergelijk rapport wel zinnig is wanneer men
denkt over het aantrekken van nieuwe bedrijven. Het is namelijk zo dat
men, wanneer men bijvoorbeeld een hotelbedrijf aan wil trekken, toch op
basis van een of ander wetenschappelijk stuk moet kunnen bewijzen dat
er werkelijk behoefte aan een dergelijk bedrijf is.
Nu kan men wel zeggen van dat zie ik wel als er een bandje staat of als
er feestverlichting hangt, echter hierin zegt hij niet te geloven. Er
zijn behoeftes potentieel aanwezig, mogelijkheden omtrent wat voor een
soort bedrijven zich hier zouden kunnen vestigen worden aangegeven door
dat rapport. Er worden mogelijkheden geboden op toeristisch gebied, op
het gebied van de infrastructuur en daarbij komen zeker ook de zaken
ter sprake die Dhr. Looi jen noemt. Hij zegt voorts nog te willen wijzen
op de kwaliteit van het onderzoek. Hij merkt op dat dit onderzoek echt
wetenschappelijk onderbouwd is.
Hij zegt dat hetgeen de gemeenteraad op dit terrein doet niet
wetenschappelijk onderbouwd is, het geeft echter wel tendensen aan op
grond waarvan men zou moeten besluiten over te gaan tot een wetenschap
pelijk onderzoek. Als laatste opmerking zegt hij nog dat de onder
nemers, die uiteindelijk moeten beslissen, ervoor hebben gekozen om dit
rapport op te laten stellen door bureau Heesewijk.
Het raadslid Schoonen merkt op dat dat nog een vraag van hem is. Hij
zegt zich af te vragen waarom men nu in de gemeenteraad zit te praten
over een bureau terwijl de keuze, en het geven van de opdracht, een
zaak is van de ondernemers
Hij merkt op dat dit voor hem even onduidelijk was.
Wethouder Seen merkt op dat hierover in de werkgroep door de gemeente
mee overlegd is, uiteraard.
De voorzitter merkt op dat het hier gaat om de stads- en dorpsver
nieuwing hetgeen wordt uitgevoerd door de gemeenten, echter in deze
hebben de ondernemers te maken met het Ministerie van Economische
Zaken, daar de subsidies door hen worden verleend.
Hij geeft aan dat er wellicht op andere terreinen als leefbaarheid en
inrichting nog subsidies verkregen kunnen worden. Echter, deze moeten
volgens de wet bij de geëigende instanties worden aangevraagd. Hij
merkt op dat er bijvoorbeeld onder bureau Heesewijk, in Den Bosch, het
oude gouvernementsgebouw is omgebouwd tot een museum, waarna men nu
vervolgens de aanloopstraten aan het opknappen is.
Men is nu bezig in Den Bosch in de hoek waar het Noord-Brabants museum
is gevestigd en het casino. Het is wel een feit dat er in de
aanloopstraten naar dit museum de laatste tijd al wel enkele galerijen
zijn gevestigd, want het een trekt het ander aan. Zo is hier bijvoor
beeld ook aan de ondernemers voorgehouden dat men wel een confectiezaak
in het dorp kan hebben, echter dit hoeft niet te betekenen dat er niet
nog een confectie-zaakmaar met een andere doelgroep, bij kan komen
die ook goed draait.