-17-
Het raadslid Gelten merkt op dat de opsomming van feiten er dus is. En
daarvoor is tot op heden die 35.000,betaald.
De voorzitter merkt op dat die 35.000,zij betaald voor raad. Hij
zegt niet de exacte kosten-verdeling paraat te hebben.
Het raadslid Gelten zegt dat dit dus betekent dat nu een krediet wordt
gevraagd, groot 27.000,waarmee dan de tweede fase van het rapport
wordt betaald. In die tweede fase zullen de enquêtes en dergelijke wor
den gedaan, en de andere zaken. Dit betekent dan dus dat men
35.000,en 27.000,en dan nog daarbij het gedeelte van de
ondernemers, hetgeen in het totaal neerkomt op zo'n 85.000,voor
het opstellen van een plan, neertelt.
De voorzitter merkt op dat het ongeveer 90.000,zal zijn. Hij merkt
op dat de raad de vorige keer een cijfer van ongeveer 118.000,voor
ogen is gehouden. Hij merkt op dat in die 118.000,ook deze
80.000,verwerkt zaten. Maar dan is wel de gehele dorpsvernieuwing
betaald. Hij corrigeert dit tot 180.000,
Het raadslid Gelten vraagt of men dan ook een totaal-rapport heeft.
De voorzitter zegt dat men dan een totaal-rapport heeft met daarbij
alle planologische zaken en alles wat daarbij hoort.
Het raadslid Gelten zegt dat men dus aan kan nemen dat men wanneer men
dit rapport heeft,er ook bekend is hoe men de dorpsvernieuwing gaat
beginnen, wie wat moet doen, hoe de diverse subsidiebronnen aangeboord
kunnen worden, dat staat er allemaal in vervat. Hij merkt op dat hij
dan door het stellen van deze vragen toch een duidelijker beeld heeft
gekregen betreffende dit voorstel, als dan naar voren komt uit het
geschreven voorstel zoals dit aan de gemeenteraad is aangeboden.
Hij zegt dat men waneer men alleen dit voorstel zou lezen men tot de
conclusie moet komen dat er straks een plan ligtmaar dat het in het
geheel nog niet duidelijk is wat er dan met dat plan gedaan moet worden.
Hij merkt op dat de uitwerking van dit voorstel dus verder gaat als
zuiver het opstellen van een plan.
Het raadslid Schoonen zegt er blij om te zijn dat er eindelijk eens
iets voor de zelfstandigen van Putte gedaan wordt. Hij zegt dat zijn
partij hiervoor reeds drie jaar geleden voor de verkiezingen heeft gepleit.
Hij zegt dat hij zowel de offerte van het bureau Heesewijk als de
offerte van het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf
eens goed heeft bekeken. Hij zegt dat beide rapporten enigszins
overeenkomen. Beide rapporten zijn goed onderbouwd en uit beide rappor
ten blijkt een goede know-how. Daarover bestaat geen twijfel.
Hij zegt dat er toch enkele opmerkelijke verschillen bestaan tussen de
beide instituten. Heesewijk constateert namelijk, volgens hem terecht,
dat Belgisch en Nederlands Putte weinig verband met elkaar hebben.
Heesewijk zegt dat er slechts een beperkte mate van completentiteit is.
Het C.I.M.K. stelt daarentegen, dat het, gezien het rapport dat in 1984
gemaakt is in opdracht van Rijkswaterstaat inhoudend een gevoeligheid
sanalyse betreffende andere verkeersstromen, dat hieromtrent van het
C.I.M.K. een betrouwbare analyse te verwachten is. Hij zegt dat hij
dit wel gelooft, want hij zegt dit rapport te kennen.
Hij merkt op dat het C.I.M.K. aanbiedt met deze methode met name het
effect van de negatieve omzetverliezen toe te lichten. Hij merkt op
dat met name dit laatste van zeer groot belang is voor de ondernemers
in Putte. Hij vraagt of er vanuit het college gebruik is gemaakt van
het aanbod van het C.I.M.K. betreffende deze toelichting.
Vervolgens zegt hij dat voor Putte ook van belang kan zijn de werk
zaamheden welke het C.I.M.K. heeft verricht in de op onze gemeente
gelijkende gemeenten Oostburg en Axel.
Hij zegt dat dit beide gemeenten zijn welke in wezen dezelfde kopers
trekken als Putte, namelijk mensen uit België.