GEMEENTE lil PUTTE (N.Br.)
Notulen van de openbare raadsvergadering d.d. 9 mei 1989, gehouden in
de zaal van het huis der gemeente, gemeenschapshuis "de Berk"
Aanwezig
Burgemeester W.B.H. Bos, voorzitter, en de leden Mevrouw E. van Wees-
Trümner, J. Adams, A. Gelten, J. Looijen, E. Meijer Drees
H. Pasteuning, R. QuireynsP. Schoonen, A. Seen, en L.J. Buijs.
Afwezig met kennisgeving:
F. Schouteten.
Secretaris
A.C.J. van Kaam
NotulistL. Hoendervangers
IOpening
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het gebruike
lijke gebed en heet alle aanwezigen welkom. Vervolgens deelt hij mede,
dat Dhr. Schouteten afwezig is vanwege het feit dat het organiseren
van de eerste avond-vierdaagse in Putte toch nog meer perikelen met
zich mee bracht dan werd verwacht
Dhr. Schouteten heeft dan ook om organisatorische redenen af moeten
zeggen voor deze vergadering. Tevens deelt hij mede dat de raadsleden,
welke vanavond hier aanwezig zijn en wegens overmacht de eerste avond
van de avond-vierdaagse niet mee konden lopen, wel een medaille krij
gen wanneer zij de overige avonden wel lopen.
2Vaststelling van de notulen van de openbare raadsvergaderingen d.d.
7 maart 1989 en d.d. 4 april 1989
Het raadslid Meijer Drees merkt op dat op bladzijde 7 van de notulen
van de openbare raadsvergadering d.d. 7 maart 1989, op de twaalfde
regel vanaf onder staat geschreven "interpellatieverschil" terwijl
daar wordt bedoeld "interpretatieverschil".
De voorzitter stelt vast dat alle raadsleden zich met de opmerking van
de heer Meijer Drees kunnen verenigen.
Aangezien niemand meer het woord verlangt betreffende de notulen van de
openbare raadsvergadering d.d. 7 maart 1989 worden deze met de door
Dhr. Meijer Drees aangevoerde wijziging vastgesteld.
Aangezien niemand het woord verlangt of stemming omtrent de notulen van
de openbare raadsvergadering d.d. 4 april 1989 worden deze, onder dank
zegging aan de notulist, vastgesteld.
3Ingekomen stukken en mededelingen
De voorzitter zegt de gemeenteraad als mededeling voor te kunnen houden
een brief geschreven door de secretaris van de onderzoekscommissie aan
de voorzitter van de gemeenteraad. Deze brief handelt over het eindrap
port dat de onderzoeks-commissie zal overleggen aan de raad. Vervolgens
leest hij de brief voor: "Namens de voorzitter van de op 21 maart 1989
ingestelde onderzoeks-commissie vraag ik Uw aandacht voor het volgende.