-24-
Hij zegt dat de inhoud van de vraag die hij wil gaan stellen vooral
betrekking heeft op "de Gloriëtte". Hij merkt namelijk op dat de heuvel
van "de Gloriëtte" er op dit moment erbarmelijk bij ligt. De palen die
er in opgaande lijn omheen zijn geplaatst, en die het afkalven van de
heuvel tegen zouden moeten gaan, liggen momenteel her en der verspreid
in het bos. Dit geeft op dit moment al met al een bijzonder slordige
indruk. Hij vraagt of het college hiervan op de hoogte is, en zo ja,
wat zijn dan de eventuele maatregelen die het college hiertegen wil
gaan treffen. Vervolgens zegt hij dat er ruim een maand geleden in de
plaatselijke pers een agendastuk van de gemeenteraad van Ossendrecht te
lezen was, hetgeen handelde over het stichten van een natuurpark of
reservaat op de Kalmthoutse Heide. Hij zegt dat in dit stuk onder
andere stond geschreven, dat de gemeente Putte zich voorlopig afzijdig
houdt. Hij vraagt nu of dit nog niet in het college is besproken. En
indien het al wel besproken is, vraagt hij wat de stellingname van het
college in deze is.
Hij merkt vervolgens op dat de ingang van het gemeentehuis inmiddels
voltooid is, en de opmerkingen van de mensen zijn niet altijd even
positiefHij zegt dat met name mensen in een rolstoel die in het
gemeentehuis moeten zijn, onmogelijk de draai kunnen maken vanuit de
schuine zijde de deur in, terwijl men ook nogal een grote kracht uit
moet oefenen om die deur open te krijgen. Hij merkt op dat men daaraan
volgens de fractie van de partij de Putse Belangen erg weinig aandacht
heeft besteed. Hij hoopt dat er gedurende de verbouwing van het gemeen
tehuis voor dit probleem nog een oplossing wordt gevonden. Hij zegt dat
volgens hem de invalide medemens hier in een verdomhoekje is geplaatst.
Vervolgens zegt hij dat hij de voorzitter enkele maanden geleden,
informeel, enkele vragen heeft gesteld hieromtrent en hem op de hoogte
heeft gebracht van ontwikkelingen, welke gaande zouden zijn in de*
cinema B-l. Hij zegt dat vorige week een plaatselijke exploitant van
een dergelijke gelegenheid bij het college of toch minstens bij
wethouder Seen is geweest met nadere mededelingen hierover. Hij vraagt
of het college inmiddels deze ontwikkelingen heeft bekeken en wat,
indien zij deze bekeken hebben, hun bevindingen en de door hen
voorgestelde eventueel te nemen maatregelen zijn.
Wethouder Seen zegt dat de gemeentegids volgens hem inderdaad een mooi
boekje geworden is. Hij merkt op dat de tekening aan de voorzijde van
de gemeentegids trouwens door de voorzitter van deze raad is gemaakt,
hetgeen hij wel een compliment waard vindt. Vervolgens merkt hij op dat
de vernielingen bij het college bekend zijn. Dit is nu een van de
problemen die het college met "de Gloriëtte" heeft. Hij zegt dat
"de Gloriëtte" heel geïsoleerd ligt. Hij merkt op dat men, wanneer men
het wil bewaren, er eigenlijk een groot hek omheen geplaatst zou moeten
worden, waardoor het niet meer toegankelijk voor het publiek zou zijn.
Hij zegt dat er regelmatig grote leuzen op staan die er dan weer
afgeschraapt of weggeschilderd moeten worden. Hij vindt het jammer dat
er waarschijnlijk een aantal jeugdige mensen zijn, die daar voor die
vernielingen en de afkalving zorgen. Hij zegt niet te weten wat men
eraan moet doen. Hij vraagt of Dhr. Gelten wellicht een oplossing weet.
Hij merkt op dat er nu prikkeldraad omheen staat, hetgeen niet werkt.
Men zou er dus een heel groot hek omheen moeten plaatsen. Wanneer men
zoiets wil bewaren voor het nageslacht zal men het toch minder goed
toegankelijk moeten maken, hetgeen dan weer jammer is voor de bezoekers.
Betreffende de ingang van het gemeentehuis zegt hij dat hij dit
probleem toch nog eens mee zal nemen. Hij zegt niet exact te weten hoe
vaak het voorkomt dat mensen met een rolstoel hier naar binnen willen.
Dit is volgens hem niet zo frequent, echter hij vindt dat het zeer
zeker toch de aandacht verdient om dit weer goed te maken. Hij merkt op
dat men inderdaad moet kijken of men dit niet kan verbeteren indien
daar problemen mee zijn.
4