-12- Wethouder Buijs merkt op dat men als gemeente altijd blij moet zijn wanneer een project-ontwikkelaar de voorbereidingskosten voor een dergelijk plan financiert, want dat is hier wel gebeurd. Hij merkt op dat deze kosten anders voor rekening zouden komen van de gemeente. Hij merkt op dat men als gemeente zijnde alleen maar blij kan zijn met een dergelijk particulier initiatief. Het raadslid Gelten zegt dat hij in de algemene zin ook geen bezwaar heeft tegen particulier initiatief, verre daarvan zelfs. Echter, met de manier waarop dit gedaan wordt, zegt hij en zijn fractie het niet eens te kunnen zijn. Hij merkt op dat volgens de fractie van de partij de Putse Belangen de doelstelling voor dit gebied veel ruimer opgezet en veel ruimer naar voren gebracht had kunnen worden. Hij merkt namens zijn fractie op dat het college daarin in gebreke is gebleven. De voorzitter denkt dat dit laatste niet het geval is, hij merkt op dat er namelijk een heel bouwplan bij op de achtergrond staat. Het raadslid Looi jen vraagt het woord in tweede instantie en merkt daarbij op dat andere leden van de raad het woord zelfs al in vierde of vijfde instantie hebben gehad. Hij zegt eerst te willen antwoorden op de brief die de raadsleden heb ben ontvangen en waarin niets anders staat dan dat het college vraagt of er vrijstelling verleend kan worden aan de principaal, op grond van het dan geldende bestemmingsplan en de artikelen 17 tot en met 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, en artikel 50 van de Woningwet. Dit verzoek van principaal is binnengekomen bij het college van burge meester en wethouders, en zij hebben het doorgespeeld aan de raad. Hij merkt op dat het niets wil zeggen wanneer men daarop niet antwoordt. Hij zegt dat men, wanneer men niet antwoordt, namelijk niet voor en niet tegen is, want de wet zegt dan dat het college eventueel die vrijstelling kan verlenen. Echter, alvorens die vrijstelling verleend kan worden moet er eerst wel iets veranderen, er moet dan namelijk een voorbereidingsbesluit worden genomen. Hij merkt op dat de woorden van wethouder Seen, dat er oneigenlijk misbruik wordt gemaakt van een raadsmeerderheidvolgens hem de grootste larie-koek is die hij ooit in deze raadszaal gehoord heeft. Hij merkt op dat tenslotte alle mensen die hier zitten zelfstandig, al dan niet binnen een partij-orde, hun stem uitbrengen omtrent iets. Hij zegt dat deze mensen zich er dus niets van aan hoeven te trekken wat de heer Seen hier eventueel dan van denkt. Hij zegt dat dit misschien wel leuk zou zijn voor de heer Seen, echter zo werkt het in de praktijk toch niet. Vervolgens zegt hij dat het leuk is voor diegene die een voorstel door de raad wil hebben, wanneer een raadslid zegt dat hij het ermee eens is, en het door de gemeenteraad heen wil hebben. De mogelijkheid bestaat echter ook dat iemand zegt dat hij het niet met een voorstel eens is en dit goed heeft beargumenteerd. Hij zegt dat iedereen een andere mening kan hebben en dat daarover gesproken kan worden. Hij vindt echter dat er dergelijke woorden niet tegen een gemeenteraad gezegd kunnen worden. Hij zegt, ten aanzien van de opmerking van de heer Adams betreffende de opmerkingen over het gehele bestemmingsplan gedurende de vorige raads vergadering, dat hij toen heel duidelijk heeft gezegd dat volgens hem een stedebouwkundige voor het hele gebied een plaatje moest tekenen waarbij wordt uitgegaan van het bouwen van woningen in de woning-wet- sector Hij merkt op dat dit niet is gebeurd, want deze woningen worden door een projectontwikkelaar gezet. Tevens zegt hij dat er heel duidelijk is gevraagd of deze woningen af gaan van het woningcontingent dat de gemeente Putte voor de komende jaren krijgt. Hij merkt op dat de voor zitter dan wel nee zegt. De voorzitter zegt dat hij alleen zijn hoofd maar schudt.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1989 | | pagina 58