-20- De voorzitter zegt dat dit niet helemaal kloptHij merkt op dat een gemeentebestuur geen sportraad of commissie, waarover in de aan biedingsbrief werd gesproken, in het leven hoeft te roepen. Dat is een taak van de verenigingen onderling. In die aanbiedingsbrief wordt ten aanzien van deze sportraad ook de sporthal niet genoemd. Er werd gesproken over het door een overkoepe lend orgaan bekijken van verenigingen die aan het fuseren waren of zich aan het splitsen waren. Het raadslid Meijer Prees zegt dat dit toch het verzoek is dat nu uit de raad klinkt De voorzitter zegt dat het hier gaat over een adviescommissie voor de exploitatie van de sporthal sec. Zoals de heer Looi jen het nu naar voor brengt gaat het over een adviescommissie die het college van burge meester en wethouders bij moet staan bij het beheren van de sporthal. Het gaat niet om een bestuurscommissie, want bestuur betekent daad, macht en kracht, en dat is niet de bedoeling. Het raadslid Adams merkt op dat er naar zijn mening nu al enigszins gesproken kan worden over een commissie ex artikel 62 waarover het raadslid Looi jen spreekt. Deze kan namelijk gezien woren in de twee beheerders van de sporthal. Zij zijn namelijk zo nauw bij het gebeuren rondom de sporthal betrokken dat zij meteen alle problemen en onvolko menheden aan het college c.q. de wethouder kunnen melden. Volgens hem moet zo een commissie ex artikel 62 van de Gemeentewet als bedoeld door het raadslid Looijen gezien worden, als een commissie van advies, aan het college van burgemeester en wethouders. Daarnaast zegt hij dat naar zijn mening de opmerking van het raadslid Schoonen, dat bundeling van het schoolsportonderwijs en het daardoor creëren van meer daluren een groter tekort oplevert, juist andersom uit zal werken. Het raadslid Schoonen merkt op dat hij niet over het onderwijs heeft gesproken. Het raadslid Adams merkt op dat in zijn ogen het raadslid Schoonen toch doelde op het schoolsport-onderwijs. Hij zegt wel dat er door iemand gezegd is dat er door bundeling van het aantal schoolsporturen, meer daluren gecreëerd zouden kunnen worden, hetgeen een groter tekort met zich mee zou brengen. Dit is volgens hem geen juiste stelling, want door bundeling van het school-sport-onderwijswaarvoor de vergoeding toch gelijk blijft, kunnen de daluren meer geld opleveren. Het raadslid Schoonen merkt op dat het raadslid Adams het nu over appels heeft, terwijl hij over peren sprak. Het raadslid Adams merkt op dat de fractie van de partij het C.D.A. ook in zijn Algemene Beschouwingen gepleit heeft voor het organiseren van activiteiten in de sporthal welke geen betrekking op sport hebben. Wethouder Seen merkt ten aanzien van het gestelde betreffende het aan tal uren dat de sporthal bezet is op, dat het plaatje dat aan de raadsleden is voorgelegd slechts het verhuur van de sporthal bevat op contract-basis. Daarnaast is de sporthal ook nog regelmatig voor acti viteiten en evenementen voor een hele of een gedeelte van een dag verhuurd. Vervolgens merkt hij op dat ook hij heeft zitten denken aan het oprichten van een commissie van advies. Echter, zoals het bij hem overkomt, ligt het in de bedoeling van het raadslid Schoonen om een bestuurscommissie te formeren. Hij vraagt of deze veronderstelling juist is. Het raadslid Schoonen zegt dat dit niet de bedoeling is. Hij zegt dat ook hij een commissie van advies en bijstand bedoelt. Wethouder Seen zegt dat men, indien men met daluren gaat werken, deze wel goed moet begrenzen. Men moet duidelijk aangeven gedurende welke tijdstippen ze gelden. Hij merkt hierbij op dat dit bijvoorbeeld in het weekend nooit zou kunnen. Dit daar dan de kosten veel te groot zijn.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1989 | | pagina 36