-7- De tekst is naar hun mening niet onvolledig omdat erwanneer men de verklaring van een motie van orde opzoekt in een verklarend woordenboek of een ander woordenboek men terug vindtdat dit betekent een voorstel doen betreffende de volgorde der werkzaamheden. De volgorde van werk zaamheden is de agenda. Dit houdt in dat een motie van orde dus slechts betrekking heeft op de agenda van de betreffende vergadering. De frac tie van de partij het C.D.A. is derhalve geen voorstander van de toevoeging welke de voorzitter in zijn brief schrijft, te weten, dat op de agenda staat. Deze toevoeging is overbodig. Het interpellatierecht heeft, zo zegt hij, uiteraard elk raadslid. Elk raadslid kan vragen stellen (alleen of in groepsverband) aan het college over bestuurszaken. De brief welke door de voorzitter is gestuurd betreft geen bestuurszaak, dus is het betreffende artikel daar niet op van toepassing. Dat wil echter niet zeggen dat de fractie van de partij het C.D.A. er moeite mee heeft dat er nu over dit onderwerp gesproken wordt. Hij merkt wel op dat indien de voorzitter de wet toe wil passen, dit niet aan de orde zou moeten komen. Hij merkt op dat de raadsleden Schoonen en Looi jen gezegd hebben dat in dat geval de minderheden nooit aan het woord kunnen komen. Hierop zegt hij dat daarin artikel 48 van de Gemeentewet voorziet. De raad kan zich beraden en besluiten over andere zaken als die voorkomen op de agenda. Men dient zich dan aan de regels van het Reglement van Orde te houden, en daarin is deze zaak ook geregeld, namelijk in arti kel 20. In artikel 20 van het Reglement van Orde wordt voorzien in initiatief—voorstellen en andere, vreemd aan de orde van de dag zijnde, voorstellen. Hij zegt derhalve de problemen niet in te zien. Hij ziet ook niet in waarom de opmerking geplaatst wordt "wij kunnen het woord niet krijgen wanneer dit strikt gespeeld zou worden?" Middels allerlei wetsartikelen en regels zijn deze zaken geregeld. Ieder raadslid kan zo aan zijn trekken komen. Het raadslid Meijer Prees zegt de definitie welke het raadslid Adams zojuist voorlas wel leuk te vinden. Echter naar zijn mening kom je in deze nergens met een woordenboek of encyclopedie. In het Reglement van Orde dat gehanteerd wordt, wordt een definitie gegeven van wat onder een motie van orde wordt verstaan. Met die definitie moeten wij rekening houden, en niet met een definitie zoals die in een woordenboek of waar dan ook staatIn dit Reglement van Orde staat heel duidelijk wat er onder een motie van orde wordt verstaan, namelijk, een voorstel tot het nemen van een besluit met betrekking tot het tijdstip en/of de wijze van behandeling van enig onderwerp. Enig wil zeggen: willekeurig. Met deze definitie dienen wij rekening te houden en met geen enkele andere. Indien de voorzitter dit wil gaan beperken tot datgene dat op de agenda staat, dan is dit volgens hem geen interpellatieverschil maar wel een wijziging. En een wijziging is wel toegestaan maar alleen wanneer er een twee-derde meer derheid van de raad achter staat De voorzitter zegt dat zijn brief ook niet gezien moet worden als een voorstelen dat deze brief dan ook geen deel uitmaakt van de verga derstukken van hedenavond. Het raadslid Meijer Prees zegt slechts te constateren dat indien de voorzitter deze wijziging voorstaat er een agendapunt van gemaakt dient te worden, en er gekeken moet worden of er een twee-derde meerderheid van de raad achter het voorstel staat. De voorzitter zegt dat hij dit toch ook duidelijk achteraan in zijn brief stelt.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1989 | | pagina 23