-2- Dit was doorgegeven door de dienst 100 van de Belgische Rijkspolitie. De meetpost welke de regionale brandweer bij de Belgische grens had opgesteld meldde geen verontrustende berichten. De windrichting was Noord-Noordoost, zoals ook in eerste instantie was aangegeven. Dit werd bevestigd door de opgelaten balonnen. Ook voor wat betreft de giftige stoffen welke eventueel in de bovenstroming terecht gekomen zouden zijn, bestond geen gevaar vanwege het regenachtige weer. Dit is in grote lijnen de werking van een en ander hedenavond. Hij zegt er blij mee te zijn te kunnen constateren, dat in elk geval de politiediensten van België en Nederland elkaar goed van inlichtingen voorzien in dergelijke gevallen en omdat tevens de brandweer de regionale meetdienst voor milieu van de provinciale waterstaat in Den Bosch heeft gewaarschuwd. De Rijkspolitie heeft deze meetdienst ten overvloede ook gewaarschuwd, en zij hebben volgens het voor handen zijnde schema ook de comissaris van de Koningin gewaarschuwd welke op zijn beurt direct contact heeft opgenomen met de gouverneur van Antwerpen. Er werd direct medegedeeld dat er geen paniek te verwachten was. Indien dit echter naar voren zou komen, zou alles in het werk worden gesteld om de bevolking te waarschuwen en de nodige maatregelen te treffen. De laatste berichten van de ontploffing bij B.A.S.F. geven aan dat er volgens de rijkspolitie van België 4 gewonden zouden zijn en geen doden. De brand is men inmiddels meester. Verdere berichten hieromtrent volgen vanavond via radio en televisie. Hij zegt te menen deze ontwikkelingen de raad niet te mogen onthouden nu aan het begin van deze vergadering, zodat op deze wijze de raad zich een voorstelling kan maken van de wijze van handelen in tijd van nood. 2Vaststelling van de notulen van de openbare raadsvergadering d.d. 31 januari 1989 Aangezien niemand hieromtrent het woord verlangt worden de notulen onder dankzegging aan de notulist overeenkomstig het aangeboden concept vastgesteld 3Ingekomen stukken en mededelingen Het raadslid Pasteuning zegt in te willen haken op de bestuurlijke uitspraak betreffende de gemeentelijke herindeling van de gemeente Oeffeit, zoals vermeld in punt 13. Hij zegt reeds vorig jaar op een soortgelijk schrijven te hebben gereageerd, en merkt op dat ook het raadslid Adams tijdens de vorige raadsvergadering op een soortgelijke brief van de gemeente Meegen heeft gereageerd. Hij vraagt het college niet te onzorgvuldig om te gaan met de brieven, welke reeds binnengekomen zijn. Hij vraagt hen of er nog iets aan deze brieven, en voor de betreffende gemeente kan worden gedaan, eventueel nadat een onderzoek in die richting is geschied. De voorzitter zegt dat de gemeente Putte in dit verband zijn adhaesie kan betuigen. Het instellen van een onderzoek naar de mogelijke herindeling van deze hoek van West-Brabant, zal in de vergadering van het college van burge meester en wethouders opnieuw aan de orde worden gesteld. Het raadslid Adams merkt op dat ook de fractie van de partij het C.D.A. het op prijs zou stellen indien het college, zoals reeds door het raadslid Pasteuning is gevraagd, ook naar de gemeente Oeffeit een adhaesie betuiging zou sturen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1989 | | pagina 18