-ll-
Duidelijk is in het debat gebleken, dat de Heer Meijer Drees niet met
vertrouwelijke informatie kan omgaan.
Door zijn gedrag wordt expliciet een beschuldigende vinger opgeheven
naar andere raadsleden - niet alleen in de richting van de oppositie
doch ook in de richting van de coalitie - de voorzitter van de raad en
de ambtenaren.
Hij meent dat de Heer Meijer Drees zich niet als een goed raadslid
heeft gedragen.
Hierna brengt de voorzitter de motie van de C.D.A.-fractie in stemming.
Uit de mondelinge stemming blijkt dat de leden Adams, van Wees-Trümner,
Buijs, Seen en Quireyns voor de motie hebben gestemd en de leden
Gelten, Schoonen, Pasteuning, Looijen en Schouteten tegen zodat de
motie geacht wordt niet te zijn aangenomen.
Het raadslid Buijs sluit zich hierna aan bij hetgeen de Heer Seen heeft
gezegd, dat hij niet meer en niet minder heeft gedaan dan herhaald wat
in eerdere openbare vergaderingen is gezegd.
Hij heeft zeker niet de geheimhouding geschonden.
Hierna brengt de voorzitter de motie van de fracties van Putse
Belangen, Putse Dorpspartij, Partij van de Arbeid en de
Heer Meijer Drees in stemming.
Uit de mondelinge stemming blijkt dat de leden Gelten, Pasteuning,
Schoonen, Meijer Drees, Looijen en Schouteten voor de motie hebben
gestemd en de leden Adams, Buijs, van Wees-Trümner en Quireyns tegen
zodat overeenkomstig de motie wordt besloten.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering met het gebruikelijke gebed.