-5-
Dat dit stuk in een besloten raadsvergadering op 31 oktober 1989 aan de
orde is geweest en de Heer Seen daarna de enveloppe met het bewuste
stuk provocerend op zijn microfoon plaatste met het woord "geheim"
duidelijk naar de publieke tribune gericht, heeft zijn fractie geweldig
gestoord.
Hij vindt dit evenmin goede omgangsvormen.
Men kan gefrustreerd zijn, door wat voor reden dan ook, maar dit is
niet de manier, die een raadslid betaamt.
Zijn fractie vindt dat de vergadering zich moet toespitsen op hetgeen,
waarvoor zij is uitgeschreven: "het door de Heer Meijer Drees gesproke
ne" en dat niet verder uitgewijd moet worden omdat volgens hem "wij
allen duidelijk hebben uitgesproken, dat wij ons van die zaal willen
dis tantiëren"
Het raadslid Meijer Drees reageert op de verklaring van
het raadslid Adams.
Hij heeft het besprokene ter sprake gebracht, heeft hij diverse malen
moeten horen.
Hij heeft het stuk met name genoemd hetgeen naar zijn zeggen klopt, dat
heeft men ook allemaal kunnen lezen.
Het stuk is dar echter niet voor het eerst met name genoemd. Het is al
diverse malen in openbare raadsvergaderingen ter sprake gekomen.
Iedereen wist derhalve over welk stuk het ging.
Op de een of andere manier moet je aanduiden wat je precies bedoelt.
Hij heeft zich daarbij beperkt tot de datum 6 januari 1987.
Het besprokene moest geheim blijven. Hij heeft deze geheimhouding op
geen enkele manier doorbroken of willen verbreken of te zullen doorbre
ken.
"De mensen zijn met name genoemd" is tijdens de vergadering naar voren
gebracht
Er is, naar zijn mening, niemand met name genoemd.
In zijn verhaal, wat men heeft kunnen lezen, heeft spreker alleen zijn
afschuw tot uitdrukking gebracht over het feit dat iemand een geheim
stuk naar de krant zendt.
In de krant heeft hij verklaard, dat hij werkelijk niet weet en evenmin
de minste vermoedens heeft wie dit gedaan heeft.
Tot zijn plezier heeft hij gelezen dat ook het raadslid Buijs het
volledig met hem eens is, dat dit niet de manier is waarop elf raadsle
den met elkaar moeten omgaan.
Spreker veronderstelt dat de Heer Adams ook niet de Heer Buijs ervan
verwijt dat hij met zijn opmerking verdenkingen uit in de richting van
een van deze elf.
Op de vraag hoe hij er achter is gekomen antwoordt de Heer Meijer Drees
aldus, dat dit vrij simpel is.
Een kennis heeft hem een uur vóór de aanvang van de vergadering van het
een en ander, telefonisch, op de hoogte gesteld.
Waarom hij geen contact opgenomen heeft met de voorzitter antwoordt
het raadslid Meijer Drees dat hij vindt dat een dergelijke doorbreking
van de belofte tot geheimhouding ernstig is en hij wilde zich in het
openbaar daarvan distantiëren.
Hij wil dat ieder van de elf raadsleden de gelegenheid krijgt hetzelfde
in het openbaar te doen.
Tot zijn grote plezier hebben de Heer Buijs, namens de C.D.A.-fractie,
en de Heer Seen namens de V.V.D.-fractie dat ook gedaan.
Ten aanzien van de opmerkingen van het raadslid Seen verklaart de
Heer Meijer Drees kort te kunnen zijn.