-4-
Zijn oogmerk is steeds een wit voetje te halen bij de pers.
Dat hij met zo'n actie tevens een aantal andere mensen meesleept en
raadsleden in opspraak brengt, dat ontgaat hem waarschijnlijk.
Zo verbaast het hem ook dat de redactie van het Brabants Nieuwsblad
contact opneemt met het eerste maar niet het beste, raadslid en niet
met de voorzitter van de raad. Of waarom de Heer Meijer Drees geen con
tact opneemt met de burgemeester maar daar juist melding van maakt in
een openbare vergadering.
Graag wil hij vernemen of andere raadsleden hierover nog meer kunnen
vertellen.
Afhankelijk van de ontwikkeling van de discussie in deze raads
vergadering wil de V.V.D. een motie omtrent het gedrag van het raadslid
Meijer Drees indienen.
Het raadslid Quireyns heeft ook enige opmerkingen.
Op de eerste plaats heeft hij moeite met hetgeen woordelijk in het
raadsverslag staat, waarin de Heer Meijer Drees tot de raadsleden zegt
dat hij het triest vindt dat zij zo met elkaar omgaan. Hij steekt in
ieder geval een beschuldigende vinger uit naar een van de andere
raadsleden.
Een volgende vraag van spreker luidt: Hoe weet de Heer Meijer Drees,
als hij niet met het Brabants Nieuwsblad heeft gesproken, dat het hier
het onderhavige stuk betreft?
Het werd afgegeven in een gesloten couvert.
Hoe weet de Heer Meijer Drees dat het een gesloten couvert was?
Hoe werd de couvert bezorgd en door wie? Hij vraagt of een en ander kan
worden nagegaan.
Het raadslid Schoonen merkt hierna op, dat zijn haren te berge rijzen
na hetgeen hij tijdens deze vergadering weer heeft aanhoord.
Vanavond wordt weer duidelijk hoe raadsleden van het C.D.A. en van de
V.V.D. met andere raadsleden omgaan.
Woorden schieten hiervoor tekort.
Hoe is het mogelijk, dat een onderwerp aangegrepen wordt om zaken uit
het verleden uit te vechten? Hij zou zich dood schamen om zo tegenover
een collega te zitten.
De Heer Seen zegt, dat de Heer Meijer Drees het vertrouwen van het stuk
geschonden heeft.
Daarover wil hij ook een woordje zeggen.
Zo net zit het raadslid Seen het stuk weer te schenden. U noemde nl. de
namen die in het stuk voorkwamen.
Hij vraagt zich af waarover de Heer Seen zit te praten. De Heer Quireyns
heeft het over een beschuldigende vinger naar andere raadsleden.
Hij adviseert de Heer Quireyns naar zijn buren te kijken.
Het raadslid Gelten verklaart dat zijn fractie ook verbaasd is over het
feit dat een bijzondere raadsvergadering, als bedoeld in artikel 46 der
gemeentewet, gewijd moet worden aan een onderwerp waarvan een ieder zich
in principe wil distantiëren.
Wat betreft die geheimhouding en de inhoud van een dergelijk stuk wat hij
er in de dagen daarna nog over heeft kunnen nagaan, dat is o.a. uit publi
caties in de plaatselijke dagbladen, dat hedenavond een openbare verga
dering kan worden bijgewoond en ook nog een besloten vergadering.
Hij weet niet wat daarop doelt. Hij heeft van de overzijde nog geen enkel
verzoek gekregen om een besloten vergadering te beleggen.
Wat zijn fractie in principe het meest heeft gestoord is, dat in de
oktobervergadering het raadslid Seen reeds met een copie van het
bewuste stuk zat te zwaaien en in de raadsvergadering besproken wilde
hebben
In principe was het stuk, alhoewel niet als zodanig opgelegd, op dat
moment toch al een vertrouwelijk stuk uit een b en w- vergadering.