-3-
Hij heeft er grote bezwaren tegen dat de Heer Seen er allerlei zaken
bij gaat betrekken.
De voorzitter verzoekt hierna het raadslid Seen zich te beperken tot
het onderwerp dat aan de orde is en niet uit te wijden.
Het raadslid Seen vervolgt zijn betoog met te verklaren dat hij aan de
hand van 3 praktijkgevallen een en ander duidelijk wil maken.
Het raadslid Meijer Prees protesteert wederom tegen de verklaring die
de Heer Seen wenst af te leggen.
Het raadslid Seen neemt het de voorzitter zeer kwalijk dat hij geen
gelegenheid krijgt om ongestoord zijn betoog te houden.
Als de voorzitter hem daartoe niet de gelegenheid biedt wordt hij
belemmerd in zijn democratische rechten.
De voorzitter reageert hierop door hem het woord toe te staan onder één
voorwaarde, dat hij bij het onderwerp blijft, dat is ingediend. Om de
zaak heen draaien heeft helemaal geen zin.
Het raadslid Seen wil aan de hand van 3 praktijkgevallen, waarin de
Heer Meijer Drees geheimhouding heeft geschonden en bewezen heeft niet
met vertrouwelijke stukken te kunnen omgaan, een en ander duidelijk maken.
De Heer Meijer Drees reageert hierop met de opmerking dat dit niets met
het onderwerp te maken heeft, hetgeen door de voorzitter wordt bevestigd.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering welke door
burgemeester Bos, die inmiddels is gearriveerd, wordt heropend.
Het raadslid Seen verklaart dat hij bij een passage gebleven was, die
hij van de vorige voorzitter niet mocht uitspreken.
De voorzitter merkt op dat thans gesproken wordt over het onderwerp,
dat op de agenda staat vermeld.
Het raadslid Seen vervolgt zijn betoog met de verklaring, dat het hem
zeer verbaasde dat het raadslid Meijer Drees in de raadsvergadering
wederom het stuk uit 1987, over het functioneren van de wethouders, dus
Looijen/Schouteten, aan de orde stelt.
Hiermee wordt ook de pers in verlegenheid gebracht met zo'n bericht,
nlhet is nieuws voor de pers en het is moeilijk, als zo iets in een
openbare raadsvergadering naar voren wordt gebracht, om daar later niet
over te schrijven.
Er is een geheim gebroken, dat wordt dan in het openbaar gezegd.
Daarnaast geeft de Heer Meijer Drees in het Brabants Nieuwsblad van
10 november 1989 zelfs een inhoudelijke kwalificatie aan de geheime
stukken "een lachtertje".
De raad heeft afgesproken over het onderwerp niet meer te spreken. Dat
geldt voor ieder raadslid, dus ook voor de Heer Meijer Drees.
Hij vindt dit ontzettend dom. Overigens is het ook niet zijn bedoeling
om het college te laten struikelen of bij de uitoefening van zijn taak
te hinderen.
Terugkomend op de vergadering van 31 oktober 1989: toen besloot de raad
speciaal dat geheimhouding moest worden betracht over het besprokene en
beslotene in het besloten gedeelte van deze vergadering.
Dat was niet de mening van de raadsleden, die vinden dat openheid
"licht" is en beslotenheid "duisternis".
Hij heeft de voorzitter horen zeggen in de trant van: hier spreken we
nooit meer in het openbaar over.
Deze geheimhouding geldt zowel voor de voorzitter, de ambtenaren en
alle raadsleden, dus ook voor het raadslid Meijer Drees.
Men kan zich voorstellen dat bij spreker gedachten ontstaan of de Heer
Meijer Drees zelf in zijn omgang met de pers niet te ver is gegaan.
Of hier misschien weer geen opzet achter zit. Of is het weer een van
zijn beroemde vergissingen dat hij per ongeluk iets heeft laten vallen
waar hij niet op terug kon komen?