-2-
Op welke manier is de Heer Meijer Drees er achter gekomen dat dit stuk
bij de krant is gekomen. Spreker kan zich nl. voorstellen dat een ano
niem aangeboden stuk door een journalist in de prullebak wordt gegooid.
Wil hij daarover meer weten, dan mag worden aangenomen, dat hij of zij
de voorzitter van de raad zal benaderen of een woordvoerder van de
gemeente, maar niet een of ander raadslid.
De voorzitter heeft ook een onderzoek toegezegd, waarbij hij
verklaarde, dat daarvan niet te veel verwacht mag worden.
Hij vraagt of daaraan al iets is gedaan en wat de mogelijke uitkomst
van het onderzoek is.
De C.D.A.-fractie is van mening dat de Heer Meijer Drees door zijn
uitlatingen de hele raad, het college van burgemeester en wethouders
alsook de ambtenaren in een kwaad daglicht gesteld heeft en in diskre
diet heeft gebracht.
Waarom heeft de Heer Meijer Drees, nadat hij op de hoogte was gesteld,
geen contact opgenomen met de voorzitter van de raad? Of was het zijn
bedoeling wantrouwen te zaaien?
De C.D.A.-fractie begrijpt er niets van en zou daarom graag antwoord
hebben op de gestelde vragen.
Het raadslid Meijer Drees verklaart dat alle leden een getypt verslag
van zijn woorden hebben gekregen.
Hij is bijzonder verbaasd over de reactie van de Heer Adams.
Hij leest hierna een gedeelte voor uit de notulen van de raads
vergadering van 31 oktober 1989:
Vandaag zijn bij de redactie van het Brabants Nieuwsblad, in een geslo
ten couvert, niet ondertekend, aangeboden de notulen van de vergadering
van burgemeester en wethouders van 6 januari 1987, zijnde de notulen,
waarover de geheime vergadering heeft plaats gehad.
Als spreker een en ander goed beluisterd heeft dan constateert de
Heer Adams dat de Heer Meijer Drees met deze uitlatingen iets verteld
zou hebben uit de geheime raadsvergadering.
Hij ontkent dit. Hij heeft alleen geconstateerd dat iemand - hij weet
werkelijk niet wie - de notulen van de vergadering van 6 januari 1987
bij de krant heeft aangeboden.
Het lijkt hem vrij duidelijk waarom hij dit gezegd heeft.
Hij wenste zich hiervan te distantiëren aangezien hij dit een schan
dalige zaak vindt.
Als men afspreekt om bepaalde zaken geheim te houden dan moet men zich
hieraan houden.
Hij heeft zijn afschuw daarover uitgesproken en de andere partijen in
de gelegenheid gesteld zich daarvan te distantiëren. De C.D.A.- en de
V.V.D.-fracties hebben dit meteen gedaan.
Hij kan zich dit misbaar moeilijk voorstellen. Als iemand bang is dat
in het openbaar bekend wordt dat er een geheim gebroken is, niet de
inhoud van het geheim, wie kan dat dan zijn.
Het raadslid Seen verklaart hierna persoonlijk slechte ervaringen te
hebben met het raadslid Meijer Drees ten aanzien van diens omgang met
de pers.
Doch dit geldt niet alleen voor hem persoonlijk maar ook voor de V.V.D.
en ook voor de C.D.A.-fractie, de Heer Quireyns en waarschijnlijk
andere raadsleden.
Hij wil dit illustreren aan de hand van 3 praktijkgevallen.
Het raadslid Meijer Drees interrumpeert de Heer Seen met het verzoek
aan de voorzitter te willen bevorderen dat de Heer Seen zich beperkt
tot het onderwerp waarvoor de vergadering is aangevraagd.