-2-
Het raadslid Gelten zegt een motie van orde te hebben opgesteld, geba-
seerd op artikel 27 van het reglement van orde van de gemeenteraad.
Hij vraagt of de voorzitter hem toestaat dat hij deze motie aan hem
overhandigt
De voorzitter leest voor: "Motie van orde. Putte, 13 juni 1989.
Geachte Voorzitter, de ondergetekenden, Leden van de gemeenteraad van
Putte, A. Gelten, F. Schouteten, H.Pasteuningen J. Looijen, verzoeken
U alvorens deze vergadering te sluiten, een motie van orde in behan
deling te nemen, door voornoemde aanvragers gebaseerd op artikel 27 van
het reglement van orde van de gemeenteraad. Deze motie heeft betrekking
op de functie reserve wethouder, dit door raadslid R. Quireyns. De
motie luidt als volgt:
"De raad, gelezen het besluit d.d. 29 april 1986 onder agendapunt nr.
4, overwegende dat thans een nieuwe politieke situatie is ontstaan, dat
de politieke verhoudingen welke uit deze situatie voortvloeien ertoe
nopen dat een ander raadslid als reserve wethouder wordt aangewezen.
Besluit het raadsbesluit d.d. 29 april 1986 onder agendapunt nr. 4, in
te trekken. 2. Het raadslid P. Schoonen te benoemen als reserve
wethouder. Aldus besloten, Putte, 13 juni 1989". Dit is voorzien van
4 handtekeningen.
Wethouder Buijs merkt op dat dit, voor zover hij kan beoordelen, geen
motie is op grond van artikel 27 van het reglement van orde van de
gemeente Putte. Hij zegt er dan ook op tegen te zijn dat deze motie in
behandeling wordt genomen. Hij zegt dat middels een motie van orde op
grond van artikel 27 van het reglement van orde van de gemeente Putte
de agendapunten welke op de agenda staan, anders gerangschikt kunnen
worden, en niet zoals deze motie voorstaat.
Het raadslid Gelten zegt te verwijzen naar het schrijven van de voor
zitter dat ter sprake is gekomen in de vergadering van de gemeenteraad
in de maand april.
Middels dit schrijven is de interpretatie van de voorzitter, betref
fende een motie van orde, uitvoerig in de raad aan de orde geweest.
Gedurende deze vergadering heeft de voorzitter vervolgens besloten om
dit schrijven als niet bestaande te beschouwen.
Vervolgens merkt hij op dat artikel 27 van het reglement van orde
volledig door deze motie wordt gevolgd. Volgens hem reageert Dhr. Buijs
wat dat betreft niet geheel juist.
Het raadslid Seen zegt dat hij zich volledig aansluit bij de woorden
van wethouder Buijs.
Hij merkt op dat die interpretatie aanvankelijk ook door de voorzitter
is gegeven.
Hij zegt dat dat er in de raadsvergadering waar het raadslid Gelten op
doelt uitgebreid gediscussieerd is, maar de toelichting op de motie is
precies zoals de motie geschreven is.
De andere interpretatie die men heeft slaat volgens hem nergens op.
Wethouder Looijen zegt hierop ook nog wel even te willen reageren. Hij
merkt op dat er in de eerste zin van artikel 27 staat, het nemen van
een besluit met betrekking tot het tijdstip en of de wijze van behan
deling van enig onderwerp.
Het raadslid Meijer Prees merkt op dat het dus gaat om de interpretatie
van het woord "enig".
Volgens hem is dat wel duidelijk en legt daarbij een ieder zich neer.
En volgens zijn taalgevoel, hetgeen toch niet zo slecht is, is het
woordje "enig" willekeurig welk. Dit heeft geen enkele restrictie, geen
enkele beperking in zich.
De voorzitter zegt de discussie met betrekking tot deze motie kort te
willen houden. Hij zegt de eventuele behandeling van deze motie in
stemming te brengen. Hierbij verklaart hij dat de motie van
31 januari 1989 op die wijze naar voren is gebracht en behandeld.