-24- Dat deze stap, van klein formaat, die heeft geleid tot het ontslag van wethouder Seen, dusdanig doordringt moet men kunnen accepteren. In de wet is deze mogelijkheid in het verleden vastgelegd en men moet dit dan ook, zo zegt hij, op deze wijze respecteren. Hij dankt wethouder Seen voor de uitoefening van zijn functie in collegiaal ver band, door de jaren heen. Hij zegt te hopen dat Dhr. Seen het evenwicht in het bestuur en ook in zijn eigen werk terug kan vinden. Ook zegt hij te hopen dat Dhr. Seen de rust in zijn gezin terug kan vinden, daar dit een belangrijke schakel voor zijn toekomst en zijn leven is. Hij dankt Dhr. Seen voor dit werk. Het raadslid Adams merkt op dat de voorzitter zojuist zei dat er een stuk geschiedenis is toegevoegd. Hij merkt op dat dat volgens hem niet het beste stuk geschiedenis is. Hij zegt dat het volgens de fractie van de partij het C.D.A. een beschamende vertoning is dat een wethouder op deze manier weg moet. De leden van de fractie van de partij het C.D.A. bedanken de wethouder voor de samenwerking die zij hebben ondervonden en zeker ook voor zijn inzet en inbreng voor het belang van onze gemeente. Hij zegt te hopen dat deze affaire snel in het vergeetboek zal geraken en dat de nadelige gevolgen niet al te groot zullen zijn. Het raadslid Schoonen zegt enkele dagen geleden een afschrift te hebben ontvangen van een brief van de provincie betreffende de sub sidieregeling defensief beleid. Hij merkt op dat er per raadsbesluit van 6 september 1988 tot vaststelling van deze subsidieregeling is besloten De ingangsdatum voor deze regeling was 1 januari 1989. Hij zegt meer dere malen navraag te hebben gedaan op de afdeling Algemene Zaken naar de reden waarom deze subsidieregeling niet werd gepubliceerd in bij voorbeeld wegwijs, zodat diegenen die ervoor in aanmerking komen, er gebruik van kunnen maken. Hij zegt dat het antwoord tenslotte was dat het college deze verordening eerst opstuurt naar Gedeputeerde Staten ter goedkeuring. Hij zegt dat dit hem in hoge mate verbaasde. Want goedkeuring van dergelijke raadsbesluiten is niet nodig, hetgeen hem a in 1988 door de provincie was medegedeeld. Hij vraagt waarom deze sub sidieregeling dan toch pas op 23 maart 1989 naar de provincie is opgestuurd. Hij zegt dat de provincie dit ook op 22 mei 1989 mededeelde aan het college. Hij vraagt waarom men deze vertragingstechnieken toepast voor het uitvoeren van een raadsbesluit. Of moet hij er uit afleiden, zo vraagt hij, dat de C.D.A. en de V.V.D. wethouders het kin deren wiens ouders het niet kunnen betalen, niet gunnen om ook sport te kunnen bedrijven. Hij vraagt het college alsnog het raadsbesluit van september 1989 te respecteren en er alsnog de publiciteit aan te geven, zodat de gelden terechtkomen bij hen die ze toekomen. De voorzitter zegt dat zij toch gewacht hebben op de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Hij zegt dat de laatste zin in de brief van Dhr. Schoonen ook duidt op het feit of in hoeverre deze verordening strijdig zou zijn met de rijkswetten. Hij zegt dat die tegenstrijdigheid dus niet het geval blijkt te zijn. Tevens zegt hij dat er deze middag in het college besloten is om zo snel mogelijk tot publicatie over te gaan en het administratieve systeem op te stellen om de subsidie-regeling te kunnen uitvoeren. Het raadslid Schoonen dankt de voorzitter voor dit antwoord. Hij zegt het echter wel jammer te vinden dat dit niet in de laatste drie maanden van het vorige jaar gebeurd is. Het raadslid Quireyns zegt het sneu te vinden dat men aan zijn vraag pas over vier en een half jaar tegemoet kan komen. Echter, hij zegt het sneu te vinden dat er nu voor de Europese verkiezingen niet bekend is gemaakt in de gemeente dat de buitenlanders in het land waarvan zij afkomstig zijn hun kiesbrief moesten aanvragen, dit enkele uitzon deringen daar gelaten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1989 | | pagina 123