-19- En inderdaad op 5 juni duikt deze tweede lamp, op. De straatlantaarn was gevonden bij het grof vuil en opgepoetst door de vinder en is nu bestemd om ingezet te worden voor de verlichting tijdens de werk zaamheden. Echter, Meijer Drees beweert voortdurend dat het een spik- splinter nieuwe lantaarn was en dat er geen kabel aan zat. Echter, in de brief van eergisteren duikt tot zijn stomme verbazing nog een derde lamp op, geen bouwlamp, ook geen straatlantaarn, maar een lichtbak. Steeds wanneer wethouder Seen het vuur na aan de schenen gelegd wordt glibbert hij opzij en komt met een ander verhaal. Hij zegt dat hij zo langzamerhand onpasselijk wordt van dit gedraai, gekronkel en gezwalk. Hij zegt dat hem die lamp helemaal niets interesseert. Hij zegt dat hem onpasselijk maken de insininuatieswelke voortdurend ook aan het adres van anderen worden gemaakt en van de verdraaiingen en de mistgordijnen. Hij zegt dat hij dan ook niet van plan is om verder een woord over deze affaire vuil te maken. Het raadslid Gelten vraagt of wethouder Seen eventueel commentaar wil geven op hetgeen er zojuist gezegd is. Indien dit niet het geval is zegt hij een verzoek tot schorsing van de vergadering in te willen dienen De voorzitter merkt op dat dit verzoek om schorsing wordt ondersteund door meer dan twee mensen en schorst vervolgens de vergadering. Na de schorsing heropent de voorzitter de vergadering en geeft het woord aan het raadslid Gelten. Het raadslid Gelten zegt dat hij namens de fracties van de partij de Putse Belangen, de Partij van de Arbeid, de Putse Dorpspartij en het onafhankelijke raadslid Dhr. E. Meijer Drees de gelegenheid vraagt tot het indienen van een motie. De voorzitter leest de volgende motie voor "Aan de raad van de gemeente Putte Mijnheer de voorzitter, namens de fracties van Putse Belangen, Partij van de Arbeid, Putse Dorpspartij en het onafhankelijke raadslid Dhr. E. Meijer Drees deel ik U mede dat wij geschokt zijn door de gedane constatering en de handelwijze van wethouder A. Seen. De zaken welke wij hebben onderzocht op waarheid werden zelfs onderschreven door ambtenaren in dienst van de gemeente Putte en door onafhankelijke getuigenverklaringen. Wij zijn geschokt omdat de handelwijze van wethouder A. Seen niet wordt verwacht van een bestuurder van een gemeente. Immers, van een bestuurder in een openbare functie moet men kunnen rekenen op een absoluut betrouwbaar en integer gedrag. De voornoemde raadsleden zijn na overleg tot de slotsom gekomen dat de integriteit van de wethouder A. Seen in het bijzonder, en het college van burge meester en wethouders in zijn algemeenheid ernstig is geschaad. Zij zijn van mening dat de antwoorden en verklaringen van wethouder A. Seen op de gestelde vragen geenszins de twijfels doen wegnemen omtrent de gedane constateringen en de gevolgde handelwijze. Het feit dat door deze manier van doen een bestuurder van een openbaar lichaam, als de gemeente, aanleiding geeft tot het, ten eigen voordele, bevorderen van sluikwerk en het medewerking verlenen tot het overtreden van wetten, zijn onverenigbaar met deze functie. Dat is de essentie waarop de voornoemde raadsleden hun mening hebben gevormd. Het is duidelijk dat ook onder andere oneerlijke concurrentie vervalsingen het niet handelen naar de formele beginselen van behoorlijk bestuur, het niet handelen volgens het zorgvuldigheidsbegin sel en geen inachtneming van het verbod op willekeur in het geding is.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1989 | | pagina 118