-12-
Hij merkt op dat nu blijkt dat de feiten totaal anders liggen, de
gemeente met de brokken zit, want er is nu niks meer terug te draaien.
Hij zegt dat je, wanneer je als wethouder een zekere vorm van hooghar
tigheid aan de dag legt, wel eens een keer op je gezicht moet gaan.
Het, volgens hem, bevorderen van sluikwerk, het min of meer in een
dwangpositie brengen van mensen, zijn feiten.
Wanneer dan de zaak daarna plotseling een slechte wending krijgt, omdat
zoals uit dagblad de Stem blijkt, de oppositie dit niet pikt, wordt de
schuld van alles op de buurman-fractiegenoot geschoven. Hij zegt zich
een Nederlands gezegde te herinneren dat zegtde kruik gaat net zo
lang te water tot hij barst.
Dit is volgens hem met deze kwestie ook het geval. Hij merkt op dat
wethouder Seen hiermee zijn politieke betrouwbaarheid als dagelijks
bestuurder verspeeld heeft. Hij zegt dat dit waarschijnlijk niet alleen
voor hem het geval zal zijn, maar ook op andere plaatsen binnen de
politiek. Tot slot merkt hij op dat wethouder Seen zich tijdens dit
onderzoek steeds heeft gebaseerd op het feit dat hij formeel juist
gehandeld zou hebben. Dat er naast de zogenaamde formele zekerheid ook
nog zoiets bestaat als een moreel vertrouwen is blijkbaar niet bij hem
opgekomen. Hij zegt dat dit laatste deze wethouder niet siert.
Het raadslid Schoonen merkt op dat, zoals de voorzitter het in
de agenda van deze vergadering heeft aangegeven, binnen het kader van
de motie welke daartoe geleid heeft een onderzoek werd ingesteld
naar de handelwijze van wethouder Seen bij de verbouwing van zijn woning.
Hij zegt, alvorens te komen tot de inhoudelijke punten, eerst een
woord in het algemeen te willen zeggen. Hij zegt dat er op de
verschillende hoorzittingen door verschillende mensen geantwoord is op
de vragen welke gesteld zijn. Met uitzondering van de verklaringen van
de voorzitter en het hoofd openbare werken waren de verklaringen
meestal op zijn zachtst gezegd vaag, onduidelijk en om de vraag heen
draaiend. Echter, zelfs deze onduidelijkheden kunnen de meeste duide
lijkheid verschaffen. Inhoudelijk wil hij op de volgende punten ingaan.
Ten eerste is er gebruik gemaakt van de gemeentelijke vervoermiddelen.
Ten tweede was er toestemming gegeven aan de wethouder voor het
gebruiken van de werkplaats. Ten derde, het doen werken van gemeente
ambtenaren door de wethouder bij hem thuis, hetzij wel in des amb
tenaars vrije tijd. Ten vierde, zijn er door de wethouder wetten
overtreden, en wel in de algemene zin van het woord. Ten vijfde is er
door de gemeente een lichtarmatuur afgeleverd. Op het eerste punt:
er is gebruik gemaakt van gemeentelijke vervoermiddelen, zegt hij, dat
in de vergadering van 31 januari 1989, de wethouder ontkent dat er
gebruik is gemaakt van gemeentelijke vervoermiddelen.
Hij zegt dat deze ontkenning wordt herhaald in de hoorzittingen van
30 maart 1989 en 27 april 1989. Door middel van drie getuigen
verklaringen is er echter bevestigd dat er wel degelijk gebruik is
gemaakt van gemeentelijke vervoermiddelen.
Gezien het voorgaande heeft de wethouder in de raadsvergadering van
31 januari niet de waarheid gesproken. Op het tweede punt: er was
toestemming voor het gebruiken van de gemeentelijke werkplaats door
wethouder Seen, zegt hij, dat het hoofd Openbare Werken, gezien zijn
verklaring, de wethouder nooit toestemming heeft verleend. Het hoofd
Openbare Werken heeft wel de wethouder naar het college verwezen voor
het vragen van deze toestemming. Hij merkt op dat het hoofd
Openbare Werken duidelijk stelt dat hij als hoofd Openbare Werken de
wethouder, die zijn baas is, nooit toestemming kan geven.