-6- Hij zegt dat hij van Dhr. Gelten ooit eens het verhaal heeft gehoord dat er woningen van het gemeentelijk woningbedrijf waren waar de mensen door de vloer zakten wanneer zij gingen douchen. Dhr. Gelten heeft daar toen nog met al zijn kundigheid opgetreden zodat die mensen niet constant door de vloer zakten. Hij zegt dat zulke situaties niet voor mogen komen. De gemeente moet goed onderhoud plegen en de woningen uit het woningbedrijf aanpassen aan de normen, in zoverre dit haalbaar is uiteraard. Hij zegt ook toendertijd al gezegd te hebben dat er moge lijkheden zijn middels fondsen uit de stads- en dorpsvernieuwing en middels premies welke beschikbaar zijn voor het vernieuwen van grote woningcontingenten Hij zegt dat het als zijnde een kleine gemeente niet gemakkelijk zal zijn om dergelijke subsidies te krijgen. Echter, wanneer men niets onderneemt zal men ook nooit iets krijgen. Hij pleit ervoor om heel veel aandacht te besteden aan die woningen waarin door de jaren heen echt achterstanden in het onderhoud zijn opgetreden zoals te kleine lavet-bakjes, rotte binnendeuren en waarin duidelijk onvoldoende verluchting mogelijk is. Dit zullen wellicht grote onkosten zijn en derhalve merkt Dhr. Schouteten op dat dit toch eens besproken zal moeten worden. Hij merkt op dat de raad hier wel kan roepen om het plegen van achterstallig onderhoud, echter daarvan moeten toch zeker ook de consequenties bekend zijn. Hij zegt nogmaals dat hij het wel met het voorstel eens is en geeft het college zijn woorden, welke hij ten aanzien van het onderhoud heeft gesproken graag in overweging. Het raadslid Schoonen zegt het eens te zijn met het voorstel zoals het hier ter tafel ligt. Daarnaast zegt hij dat hij Dhr. Schouteten toch ook wel bij moet vallen. Hij merkt op dat hij gezien heeft in het plan tot overdracht van het gemeentelijk woningbedrijf dat de Stichting Regionaal Woningbezit te Steenbergen voor de renovatie van de woningen 2.000.000,heeft uitgetrokken. Hij zegt ook te vinden dat er, zoals Dhr. Schouteten reeds zei, eens over het up-to-date brengen van het woningbedrijf gesproken zou moeten worden door de gemeenteraad. Zo kan er voor gezorgd worden dat de woonkwaliteit van de woningen stijgt en er kan voor gezorgd worden dat er in de toekomst geen grote onkosten meer gemaakt hoeven te worden. Het raadslid Adams zegt dat de fractie van de partij het C.D.A. het eens is met het voorstel van het college van burgemeester en wethouders. Dit ondanks het feit dat het verzoek, om eens te bekijken of de overdracht van het gemeentelijk woningbedrijf mogelijk was, destijds uit de C.D.A.-koker is gekomen. Het C.D.A. heeft echter wel altijd gesteld dat er slechts overgedragen kon worden indien dit budgettair-neutraal kon geschieden. Dit bleek niet mogelijk te zijn, dus is de conclusie, het woningbedrijf niet overdragen. Hij merkt op dat de fractie van de partij het C.D.A., het ook eens is met de opmerkingen van de heren Schouteten, Looi jen en Schoonen. Hij zegt dat er uiteraard meer onderhoud als in de afgelopen jaren, en goed onderhoud gepleegd zal moeten worden. Er zal een goed schema opgesteld moeten worden. Hierbij merkt hij op dat er een dergelijk schema volgens hem al was, dit zou zijn opgesteld in samenspraak met de Stichting Regionaal Woningbezit te Steenbergen. Volgens hem is het zeker een goede zaak dat, wanneer er grote bedragen met renovaties gemoeid zijn, dit eerst in een commissie-vergadering wordt besproken. Verder geeft hij het college in overweging, of het niet mogelijk is om te komen tot nieuwbouw. Volgens hem is het nodig, wanneer de gemeente een woningbedrijf houdt, om ook te doen aan nieuwbouw, anders worden de woningen steeds maar ouder en behoeven meer onderhoud, terwijl het onderhoudsfonds in verhouding niet aangesterkt wordt

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1989 | | pagina 105