-24- 11. Initiatief-voorstel van de Putse Dorpspartij defensief beleid. Het raadslid Schoonen zegt: de hele commissie financiën stond tijdens de behandeling in de vergadering positief tegenover dit voorstel. Dit is op zich een pluspunt. Echter het is jammer dat het daarbij bleef. Het werk van de commissie bleef bij het opstellen van een aantal vragen. Indien de commissieleden hun werk goed gedaan hadden en de bij gevoegde nota goed bestudeerd hadden, en, indien nodig, informatie had den ingewonnen, waren al hun vragen beantwoord geworden. Zij hadden zich dan niet hoeven te beperken tot het vormen van een vraagcommissieZij hadden dan een advies kunnen uitbrengen. De com missie heeft zich er vanaf gemaakt door het geven van een advies dat niet klopt. Een commissielid gaf zelfs geen advies; namelijk het niet doen van een voorstel aan de gemeenteraad. De voorzitter van deze commissie, wethouder Buijs, had moeten weten, dat dit advies in strijd is met artikel 20 lid 5 van het reglement van orde van de gemeente Putte. Dit voorstel is gedaan, daar de gezinssituatie van een aantal mede ingezetenen van onze gemeente, ons met grote zorg vervult. In enkele gevallen is sprake van balanceren op de rand van het minimum-bestaan en een vrijwel uitzichtloze situatie. Mede gezien de te verwachten ont wikkelingen in het kader van de uitvoering van regeringsvoornemens, ben ik weinig hoopvol gestemd. Vooral kinderen en alleenstaanden zullen steeds meer het slachtoffer worden. Het is juist voor deze doelgroepen dat dit voorstel is ingediend. Met betrekking tot de jeugd constateer ik dat we in Putte voor vele miljoenen aan sportaccomodatie hebben. Deze accomodatie zal volgens hem in de toekomst steeds meer voor behouden zijn aan hen, die ze kunnen betalen. Echter, deze accomodatie is er voor éénieder. Hij zegt, dat, indien het gemeentebestuur nu niet begint met het ontwikkelen van regelingen die het mogelijk maken dat elk kind kan doen aan één of andere sport, er in de toekomst steeds meer kinderen aan de kant zullen komen te staan. In zijn algemeenheid mag men stellen dat de gemeentelijke overheid tot taak heeft de belangen van haar burgers te behartigen. De Algemene Bijstandswet zegt dat ook in artikel 1 sub 1. Uitdrukkelijk wordt aan het college van burgemeester en wethouders de behartiging van de belangen opgedragen van de burgers die in zodanige omstandigheden verkeren, of dreigen te geraken, dat zij niet over de middelen beschikken om in de nood zakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Dit artikel is volgens mij zeker ook van toepassing op de door mijn partij gestelde doelgroepen. De mogelijkheden om de individuele burger middels dit ini tiatief te helpen, geeft de wet aan. De rijksoverheid heeft sedert enige jaren, door invoering van het systeem van landelijke normering, de hoogte van deze noodzakelijke kosten vastgesteld. Daarmee zijn de mogelijkheden van de gemeente om in algemene zin deze noodzakelijke kosten anders vast te stellen beperkt. Het woord "beperkt" is daarbij juist gekozen, daar ondanks dit systeem van lan delijke normering artikel 2 van de Algemene Bijstandswet overeind blijft: de bijstand wordt afgestemd op de mogelijkheden van personen en gezinnen, alsmede op het getoonde besef van verantwoordelijkheid voor de voorzieningen in het bestaan. Het individualiseringsprincipe van de Algemene Bijstandswet geeft aan dat de zorg voor de burger niet eindigt bij de uitvoering van de landelijke normering. Op basis van de gebleken omstandigheden kan in individuele gevallen de hoogte van de noodzakelijke kosten anders worden vastgesteld. Een beleid, afgestemd op de individuele burger, is wel degelijk mogelijk. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft in haar nota van 1 maart 1985 op pagina vier, in de alinea's 24 tot en met 32, duidelijk de mogelijkheden hiertoe aan.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 73