-18-
Dit ts nu niet gebeurd, en spreker vraagt zich derhalve af wat er gaat
gebeuren met de grond, wanneer deze woningen straks gerealiseerd zullen zijn.
Het zou mooi zijn als deze grond verder ontwikkeld kon worden b.v. voor
woningbouw ten behoeve van bejaarden, voor meerdere premie-woningen, 0
etc. Hiervoor zal natuurlijk ook vrijstelling gevraagd moeten worden,
daar deze woningen waarschijnlijk ook niet zullen voldoen aan de eisen
van het bestaande bestemmingsplan 1965. Voorts zegt hij het met het bezwaarschrift
eens te zijn. De argumenten welke aangedragen worden zijn naar zijn
mening steekhoudend. Spreker is van mening dat een persoon die een
bestuursfunctie uitoefent in een dorp niet zijn grond mag verkopen. 0
Hij merkt op dat hij wat dat betreft van mening verschilt met de
voorzitter. Spreker vindt dat de grond aangeboden moet worden aan de
gemeente, voor een prijs waarvan hij vindt dat dit een mooie prijs is.
Dan had de gemeente daar een schitterend plan kunnen ontwikkelen.
Er zijn bezwaren tegen gekomen, het bezwaarschrift ligt hier ter
tafel.Het college, waarin een lid zit welke deze grond in zijn bezit
heeft, vindt dat deze bezwaren niet gegrond zijn. Spreker is het wel
eens met de indieners van het bezwaarschrift en vindt het spijtig dat
het allemaal zo moet lopen.
Spreker benadrukt nogmaals dat hij het niet eens is met het voorstel
van het college van burgemeester en wethouders om dit bezwaarschrift
ongegrond te verklaren, en stelt voor het alsnog wel gegrond te verklaren. 0
Het raadslid Schoonen zegt dat dit agendapunt in feite gesplitst dient
Fe worden in 2 afzonderlijke zaken. Als eerste, het deelnemen van
wethouder Buijs, op 5 januari 1988, aan de stemming over het voorstel
inzake voormelde vrijstellingsverlening. Ten aanzien van dit punt is
spreker van oordeel dat het bezwaarschrift ongegrond is. Dhr. Buijs
mocht naar zijn oordeel wel meestemmen. Het betrekking tot de punten 0
2,3 en 4, welke handelen over de aantasting van de groenzone, de ver
mindering van de parkeerruimte en de invloed van het bouwplan op de
verkeersveiligheid, is spreker er altijd van overtuigd geweest dat deze
punten opgelost zouden worden. Dit, daar er slechts één doorsteek zou
komen vanuit de Anjerstraat. Deze ene doorsteek zou gebruikt worden om
het gebied achter de te bouwen woningen te ontsluiten en een verbinding 0
te geven met een parallelweg, die achter de blijvende groenzone zou
lopen. Deze overtuiging is spreker ingegeven door diverse gesprekken,
ondermeer met de voorzitter. Plannen welke deze situatie mogelijk
moesten maken zijn ontwikkeld door het stedebouwkundigbureau Croonen.
Met deze wetenschap, een goed vertrouwen in het college, om zodoende
tot een goede afweging te komen voor dit gebied, en met de zekerheid, 0
dat dan de belangen van omwonenden ingewiligd waren, heeft hij destijds
voor vrijstelling gestemd. Inmiddels heeft hij ondervonden dat er in
het college krachten werkzaam zijn, welke er alles aan gedaan hebben om
dit vertrouwen te beschamen.
Ten aanzien van de punten 2,3, en 4 moet spreker het bezwaarschrift dan
ook gegrond verklaren. 0
Het raadslid van Wees zegt dat er in het bezwaarschrift voornamelijk be-
Fwaar wordt gemaakt tegen het meestemmen van wethouder Buijs. Doch op
15 september 1987 hebben de raadsleden Looijen, Schouteten, Gelten en
Pasteuning reeds een brief aan Gedeputeerde Staten geschreven, waarin
zij verzochten het raadsbesluit nietig te verklaren.
Op 28 januari 1988 hebben Gedeputeerde Staten verklaard dat het een 0
geldig besluit was.
Wethouder Buijs mocht wel meestemmen. Hierover hoor je de heren nooit praten.
Er worden door de heer Looijen brieven geschreven aan deskundigen.
Echter, zij zijn wel voorzien van verkeerde voorlichting.