Spreker hoopt dat bij iedereen het gezond verstand boven komt en dat
iedereen wil dat de woningen er zo snel mogelijk staan.
Het raadslid Meijer Drees kan zich helemaal aansluiten bij wat het
raadslid Adams juist gezegd heeft. Hij wil alleen nog enkele accenten
leggen. Hij zegt, dat er momenteel drie mensen tegen zijn die het
verhinderen, dat 13 gezinnen op korte termijn een onderdak krijgen.
Vervolgens zegt spreker dat de argumenten geheel omgedraaid zijn. Eerst
kwam men met argumenten betreffende de groenvoorziening, de parkeer
voorziening, etc..
Deze argumenten zijn naar het tweede plan verhuisd. Het gaat nu alleen
nog over het stemgedrag van wethouder Buijs, hetgeen, zoals de heer
Adams reeds vertelde, niet ter zake deed. Spreker zegt dat hij gehoopt
had dat de 13 mensen welke een optie op een huis hebben achter in de
zaal hadden gezeten met een spandoek waarop stond: "wij willen ook
graag een huis". Hij hoopt dat de mensen welke bezwaar hebben tegen
deze woningen ook eens een keer rekening willen houden met deze 13 gezinnen.
Het raadslid Quireyns merkt op dat hij ook de bezwaarmakers niet begrijpt.
De heer Gelten zegt dat er maar 6 premie A-woningen zijn. Volgens hem
zijn er wel degelijk 13 premie A-woningen.
Echter wanneer men door blijft gaan zoals men momenteel bij de opposi
tie bezig is zal er geen enkele premie A woning overblijven.
Het raadslid Looijen heeft een vraag betreffende het voorstel zoals dit
hier ter tafel ligt. Er staat namelijk in dit voorstel: het door de
heer Walch namens de bewoners van de Anjerstraat ingediende be
zwaarschrift ongegrond te verklaren 11
Moet hier nu gesproken worden over de heer Walch of over de heer Lensink?
De voorzitter?Lensink verdedigt het bezwaarschrift namens Walch.
Mr. Walch heeft dit bezwaarschrift wel ingediend. Echter, hij is inmid
dels vertrokken bij het advocaten-bureau. Mr. Lensink heeft de ver
dediging hierna overgenomen.
Het raadslid Looijen zegt dat de mensen van het C.D.A. en de heer
Meijer Drees met bijna krokodillen tranen spraken over 13 gezinnen die
een huis wilden hebben.
Dit argument is natuurlijk een loze kreet, daar heel deze affaire,
zoals spreker reeds eerder zei en blijft zeggen, erger stinkt dan de
ergste beerput kan stinken.
Het is volgens hem een smerige zaak wanneer men dit probeert te ver
dedigen door te spreken over het algemeen belang en over 13 gezinnen
die een woning willen hebben. Spreker wil daar ook woningen laten
bouwen, maar op een andere manier. De gemeente heeft nooit de moge
lijkheid gehad om dit gedeelte van het bestemmingsplan te kopen. Wel
heeft het vorige college ervoor gezorgd dat er een taxatie-rapport
ligt, hetgeen trouwens nog nooit ter inzage is gelegd in de raadskelder
voor de gemeenteraadsleden.
Spreker denkt dat de indieners van het bezwaarschrift ver dezelfde
mening als hem zullen hebben wanneer hij zegt dat de huizen daar best
gebouwd mogen worden. Zij dienen echter alleen andersom geplaatst te
worden. Het huidige plan is het probleem, en dat is volgens hem ook
duidelijk naar voor gekomen in het bezwaarschrift van mrWalch. De
tuinen van de woningen moeten naar het zuiden, en de ingangen van de
woningen moeten naar het noorden gericht worden.
Indien op deze vragen ingegaan zou zijn dan zou de voltallige raad
achter het voorstel gestaan hebben. Dan zou het gebied namelijk als één
groot geheel gezien kunnen worden.
Zoals uit correspondentie met de betreffende personen blijkt, zou men
dan ook bereid zijn om te onderhandelen met de gemeente over de verkoop
van de rest van de grond, n.l. het noordelijke gedeelte