-8-
De voorzitter merkt op wel in de gaten te hebben gehad dat
het raadslid Looijen twee bestemmingsplannen aan elkaar aan
het knopen was en met elkaar aan het vergelijken was. Dit kan
hij beter niet meer doen, daar hij anders kan uitglijden.
Vervolgens zegt de voorzitter dat het bestemmingsplan is
goedgekeurd, op grond van dit bestemmingsplan kunnen percelen
van mensen ook die hun grond niet over willen dragen,
bebouwd worden.
Men kan een bouwplan inleveren en vragen om een
bouwvergunning. Er is één inwoner in de gemeente die een
bouwvergunning heeft aangevraagd. Dit vindt de voorzitter
durf en klasse. Dit willen echter de eigenaren van de 3 per
celen volgens de voorzitter niet. Zij proberen eerst een
straat te krijgen met allerlei voorzieningen en vervolgens
willen zei waarschijnlijk met de grond gaan speculeren. Dit
is natuurlijk wel hun goed recht, doch het is volgens de
voorzitter de taak en de plicht van het gemeentebestuur, dus
ook van de gemeenteraad, om zo'n goedgekeurd bestemmingsplan
ten uitvoer te brengen.
Minnelijke schikking blijft mogelijk, maar moet die altijd
van één kant komen? Zowel de raadsleden als het college gaan
uiteraard met de betreffende mensen praten en iedereen doet
daarbij zijn best.
Wethouder Seen zegt een idee te hebben gevormd, mede door de
opmerkingen van de raadsleden Schouteten en Looijen, waarin
wellicht zowel de eigenaren van de betreffende percelen als
het gemeentebestuur zich kunnen vinden. Aan de huidige eige
naren van de betreffende percelen kan een voorkeursrecht
gegeven worden, vanwege historische banden met de grond.
Het raadslid Looijen vindt dat het college het voorstel terug
moet nemen en eerst met de eigenaren moet onderhandelen.
Wethouder Seen zegt dat dit niet noodzakelijk is.
Het raadslid Adams is het er niet mee eens. Een eigenaar van
één van de 3 percelen heeft volgens hem dit perceel pas
gekocht nadat het onderhavige bestemmingsplan al bekend en
goedgekeurd was. Spreker vindt het duidelijk naar speculatie
ruiken wanneer er nu gezegd wordt, dat men niet wil verkopen.
Hij vindt dat de gemeenteraad zijn plicht na moet komen en
deze gronden moet verwerven om zo tot uitvoering van het
bestemmingsplan te komen.
Het raadslid Schoonen citeert uit het voorstel van het
college van burgemeester en wethouders van 3 april 1988:
"overigens zullen wij blijven proberen deze percelen min
nelijk te blijven verwerven". Daarnaast schrijft het college
aan Gedeputeerde Staten dat de percelen middels een onteige
ningsprocedure aangekocht worden.
Spreker kan het voorgaande niet met elkaar rijmen.
Verder zegt hij dat er voor de grond waarop de sporthal is
gebouwd is 46,50/m2 werd betaald. Daarnaast zijn er nog
andere gronden waarvoor nog 100% meer betaald werd.
Spreker legt de gemeenteraad de volgende vraag voor: Indien U
1000 vierkante meter grond heeft met daarop een pand ter
waarde van 200.000,en er wordt 500 vierkante meter van
de grond afgenomen, wat is daarna nog de waarde van het pand?