Vervolgens zei de eigenaar: "vroeger stonden er kippenhokken op deze
grond, waarvoor de gemeente toen 2000,bood, kan dat nu ook nog
Hierop antwoordde het college dat deze 2000,ook wel betaald konden
worden, ondanks het feit dat de kippenhokken al lang verdwenen zijn.
Ook voor de afrastering en de bomen welke op de grond staan werd een
fictieve prijs berekend, zodat de prijs per vierkante meter per saldo
uitkwam op ongeveer 22, /m2Deze prijs werd in eerste instantie
geaccepteerd. Later nam men het bod echter toch niet aan. Om toch tot
overeenstemming te kunnen komen werd het volgende voorgesteld door het
college aan de betreffende eigenaar: Indien de rechter beslist dat aan
de twee andere eigenaren een hogere prijs per vierkante meter moet wor
den betaald als de prijs welke aan deze eigenaar geboden is, dan wordt
de betreffende eigenaar eveneens de hogere prijs aangeboden. Ook dit
bod werd niet geaccepteerd. Wethouder Seen geeft aan dat het college
tot het uiterste is gegaan. Het enige waarover onderhandeld kan worden
is de prijs per vierkante meter van de betreffende grond.
Hij merkt vervolgens op dat de betreffende grond pas bouwgrond wordt op
het moment dat er riolering, straatverlichting, een weg, etc. is aangelegd.
De aanleg van deze voorzieningen wordt door de gemeenschap betaald en
dat moet niet alleen ten behoeve van meneer X en meneer Y. De kosten
worden ten gunste van het totale project gemaakt.
Hij heeft zich verbaast over de opmerking van het raadslid Looijen. Het
raadslid Looijen zei verrast te zijn door het voorstel van het college
van burgemeester en wethouders. Spreker kan zich nog herinneren dat er
een soortgelijk voorstel werd gelanceerd in de periode dat de heer
Looijen zelf in het college van burgemeester en wethouders zat.
Toendertijd werd door een meerderheid van de gemeenteraad besloten om
eerst een totaalplan te maken en te kijken welke gronden er tot op dat
moment nog niet verworven waren. Vervolgens zou dan voor deze gronden
een onteigeningsprocedure gestart worden.
Deze procedure wordt momenteel door het college ten uitvoer gebracht.
Inmiddels werden reeds vele duizenden vierkante meter grond verworven
van verschillende mensen. Wanneer nu ook deze laatste stukken grond
verworven kunnen worden, kan de gemeente Putte weer jaren vooruit.
Raadsbesluiten moeten uitgevoerd worden. Dit zeiden de raadsleden
Looijen en Meijer Drees ook reeds. Derhalve zal deze onteigeningsproce
dure voortgezet dienen te worden, zodat het bestemmingsplan ten uitvoer
gebracht kan worden.
Wethouder Buijs merkt op dat hetgeen raadslid Schouteten over de
bouwgrondbelasting zei, onzin is. Het raadslid Schouteten beweerde de
bouwgrondbelasting te hebben willen invoeren. Wethouder Buijs denkt
dat raadslid Schouteten er niets van begrepen heeft of dat hij zich
vergiste. Het college waarin de heren Schouteten en Looijen zaten
stelde namelijk voor een bouwexploitatieverordening vast te stellen.
Een bouwexploitatieverordening is wel wat anders al bouwgrondbelasting.
Destijds heeft het C.D.A. gezegd: College, neem dit voorstel terug want
dat is niet geschikt voor Putte. Het college werd toen voorgesteld om
met een voorstel tot invoering van een bouwgrondbelasting-verordening
te komen, en wel voor die gebieden die door de gemeente Putte
geëxploiteerd worden of door de gemeente Putte geëxploiteerd gaan worden.
Het raadslid Schouteten vindt dat er dan gekozen moet worden voor het
onteigenen of aankopen van die grond welke benodigd is voor de aanleg
van de weg aldaar.
Voor de andere grond, welke dan inmiddels bouwgrond is, zal vervolgens
zo snel mogelijk een bouwgrondbelastingverordening in het leven
geroepen dienen te worden.