GEMEENTE
PUTTE (N.Br.)
Notulen openbare raadsvergadering van 5 .januari 1988.
Aanwezig: burgemeester W.B.H. Bos, voorzitter, en de leden Mevrouw E. van Wees-
Trümner, J. Adams, L. Buijs, A. Gelten, J. Looijen, E. Meijer Drees, H. Pasteuning,
R. Quireyns, P. Schoonen, E. Schouteten en A. Seen.
SecretarisA.C.J. van Kaam.
Notuliste: M. Derksen-Timmermans.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet alle
aanwezigen van harte welkom.
Mededelingen:
De burgemeester deelt het volgende mede:
Op dinsdag 12 januari a.s. zullen 3 commissievergaderingen plaatsvinden:
19.30 uur commissie algemene zaken, en daaraan aansluitend de commissies financiën
en openbare werken.
Het inwonertal van de gemeente Putte bedraagt per 1-1-1988: 3604.
Dat zijn 70 personen minder dan vorig jaar.
Er zijn vooral veel jonge mensen vertrokken.
Op 28 december 1987 is er een initiatief-voorstel als bedoeld in artikel 20
van het Reglement van Orde van de raad der gemeente Putte ingediend door het
raadslid de heer Schoonen.
Hij stelt de raad voor dit op de agenda te plaatsen van de volgende raadsvergadering
op 2 februari 1988.
Hij constateert dat de raad hiermede akkoord gaat.
Voorstel tot het aan P.C. Soffers Aannemersbedrijf te Hooqerheide verlenen van
vrijstelling van het bestemmingsplan "Kom Putte" voor de bouw van 13 woningen aan
de Anjerstraat.
Het raadslid Looijen wil een stemverklaring afleggen, zeker nu het toeval wil,
dat juist vandaag de gemeente een advertentie in de zuid-westhoek heeft laten plaatsen
met betrekking tot de onteigening van 4 percelen grond in het plan Hoge Berg II.
Hij legt de volgende stemverklaring af:
Deze extra raadsvergadering, voorzittervoor dit agendapunt betekent voor Putte een
zwarte bladzijde in de bestuurlijke organisatie. Want de manier waarop dit tot stand is
gekomen, geeft aan, dat dit een van de voorbeelden is waarom sommigen onder ons
lid willen worden van een gemeenteraad.
Volgens mij, om hun eigendommen te beschermen, of om ze voor veel geld te kunnen
verkopen. Deze in-trieste mogelijkheid, die de wetgever misschien ongewild toelaat,
geeft aan dat er op dit terrein aan de wetgeving nog heel wat schort.
Want als de raad deze vrijstelling verleent, dan geeft hij,volgens mij, zichzelf
een "brevet van onvermogen" voor de toekomst in de andere bestemmingsplannen.
Dit laatste zal vooral geaccentueerd worden als straks, als de raad dat tenminste
na vanavond nog durft, de raad grond gaat onteigenen van mensen die grond hebben
in het plan Hoge Berg II, en die tot nu toe hun grond niet wilden verkopen aan de
gemeente tegen de door de gemeente geboden prijs.
Daarnaast, voorzitter, ben ik ervan overtuigd, dat geen enkele rechter de klacht
van deze eigenaren kan wegcijferen, die zal luiden:
In het bestemmingsplan Anjerstraat is er nooit onteigend en aankoop van grond
door de gemeente heeft daar ook niet plaatsgevonden.
