kan ik het niet nalaten er toch nog op te reageren. Deze pleitnota van Mr.
Nuijten heb ik namelijk met stijgende verbazing gelezen. De paternalistische
toonzetting van de nota spreekt mij, op zijn zachtst gezegd, niet aan.
De vermeende argumenten nog minder. Ik ben door deze nota zelfs gesterkt in mijn
mening, dat de gemeenteraad op 3 november 1987 een juiste beslissing heeft genomen.
Ik kan het toch niet nalaten om in te gaan op één punt uit de nota.
Op blz. 6 onder punt 3 spreekt de nota over decentralisatie van onze staat en wordt
de staatsrechtgeleerde Mr. van der Pot genoemd.
Er wordt echter volkomen voorbij gegaan aan de procedures zoals die zijn vastgelegd
in de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Voorzitter, niemand uit deze raad heeft een rechtenstudie achter de rug, maar ik
denk toch dat wij allen weten dat de gemeenteraad bestemmingsplannen dient te
maken, en dat die plannen eerst in werking treden na goedkeuring van gedeputeerde
staten en de Kroon. Als de raad later wil afwijken van dat goedgekeurde bestemmings
plan behoeft ook dat weer de goedkeuring van gedeputeerde staten en soms zelfs
weer van de Kroon.
Dat alles, mijnheer de voorzitter, de decentralisatie ten spijt.
Terecht doe je er dan als gemeenteraad goed aan, om aansluiting te zoeken bij het door
gedeputeerde staten gevoerd beleid.
Ons bestemmingsplan "Buitengebied" is geheel in overeenstemming met het beleid van
gedeputeerde staten van Noord-Brabant om bebouwing,op enkele omschreven
uitzonderingen na,in het Buitengebied te weren.
Het onthouden van goedkeuring door gedeputeerde staten aan de bouw van het honden
pension bewijst ook weer eens hoe letterlijk gedeputeerde staten dat beleid willen
handhaven.
Het raadslid Looijen vindt dat het bezwaarschrift van de heer Zandee wel degelijk ge
grond is. Hij zegt dat destijds onder burgemeester van Erp wel degelijk een afwij
kende bouwvergunning is verleend in het Buitengebied.
Gedeputeerde Staten hebben daarbij zelfs de verplichting opgelegd om de woning af te
breken. Dat is niet eens zo lang geleden.
De fractie van het C.D.A.' had deze feiten eigenlijk wel in gedachten moeten hebben.
Hij vindt dat artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening hier benut moet
worden, omdat de stedebouwkundige hierover een advies heeft gegeven, waaruit
duidelijk blijkt, dat deze woning geen afbreuk zou doen aan het bestemmingsplan
in zijn geheel en ook niet aan de omgeving.
Hij is van mening dat het bezwaarschrift gegrond is.
Wethouder Buijs denkt dat hij weet over welke woning dat de heer Looijen
het heeft. Als het die woning is, is het een woning, waarvoor bouwvergunning is
verleend, voordat het bestemmingsplan "Buitengebied" rechtskracht kreeg.
Het valt derhalve onder de overgangsbepalingen.
Het raadslid Looijen zegt dat wethouder Buijs evengoed als hij weet dat er voldoende
briefverkeer over is geweest met gedeputeerde staten. Zij hebben op een gegeven
moment de verplichting opgelegd om de woning af te breken.
Het raadslid Looijen vraagt stemming.
Het raadslid Gelten ondersteunt dit verzoek.
De voorzitter zegt dat de heer Schoonen niet mag meestemmen.
Het raadslid Schoonen zegt dat hij zich onthoudt van stemming.
Uit een hierna gehouden mondelinge stemming blijkt dat 6 stemmen voor (van de leden
Meijer Drees, van Wees, Adams, Quireyns, Buijs en Seen) en 4 stemmen tegen (van de
leden Looijen, Pasteuning, Schouteten en Gelten) het voorstel zijn uitgebracht
zodat overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten.
3D. Voorstel tot het nemen van een voorbereidinqsbesluit tot wijziging van het
bestemmingsplan "Buitengebied" voor een gebied in de omgeving van de Postbaan,
Oude Postbaan, Tweede Verdelinqsweg en Herenbaan.
Het raadslid Adams zegt dat de fractie van het C.D.A. daar vorig jaar tegen is
geweest. De fraktie van het C.D.A. stemt nu voor dit voorstel, omdat het C.D.A.
van mening is, dat de rechtsgang moet kunnen doorgaan. Bij het volgen van de procedure
moet je zorgen voor een geldig voorbereidingsbesluit
Op die gronden is de C.D.A.-fraktie voor het voorstel.