- 22 - Het raadslid Looi/jen zegt dat de stedebouwkundige, in gesprek met het toenmalige college, er niet op heeft gewezen, dat het beter zou zijn om het niet te doen. Hij heeft uitdrukkelijk op het feit gewezen dat daar meerdere "clusters" 4 in de directe omgeving gevormd zijn. Het landschap en het bestemmingsplan zouden er niet door geschonden worden, als er een "toevoeging" zou komen, en er weer een cluster zou ontstaan. De hele situatie daar ter plekke zou er dus niet veel door veranderen. In de Koppelstraat is sprake geweest van een dergelijke situatie. De stedebouwkundige heeft toen ook in dezelfde zin geadviseerd. 4 De voorzitter zegt dat het gewoon een opdracht is geweest. Het huidige college is van mening dat het bestemmingsplan zoals dat Koninklijk is goedgekeurd gehandhaafd moet blijven. Dit is de gedachte die ten grondslag ligt aan deze besluitvorming. Het raadslid Looijen concludeert nogmaals dat het dus een politiek besluit is. Wethouder Buijs zegt dat er hier geen andere besluiten genomen worden. De voorzitter zegt dat het een consistent besluit is ten opzichte van de lijn die 4 door de raad in vroegere jaren is ingezet. Het raadslid Meijer Prees zegt dat de V.V.D.-fractie vindt dat hierover maar eens het laatste woord gezegd moet worden, want er is nu al zo vaak over gepraat. Hij denkt dat de zaak gewoon in stemming gebracht moet worden. Het raadslid Looijen verzoekt om stemming. De voorzitter constateert dat dit verzoek wordt ondersteund. 4 Hij zegt dat de heer Schoonen familielid in eerste graad is van de persoon in kwestit^^ zodat hij in dit verband niet mee kan stemmen. Het raadslid Schoonen zegt dat hij dit zelf wel uitmaakt. Uit een hierna gehouden mondelinge stemming blijkt, dat 6 stemmen voor (van de leden Meijer Drees, van Wees, Adams, Quireyns, Buijs en Seen), en 4 stemmen tegen (van de leden LooijenPasteuningSchouteten en Gelten) het voorstel zijn uitgebracht, zodat 4 overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt besloten. Omdat de voorzitter hem het woord niet meer geeft verzoekt hij het woord te krijgen. Hij heeft hier als raadslid recht op.- De voorzitter zegt hem voor de stemming hierop te hebben gewezen. De heer Schoonen zegt het zelf uit te maken. Dat is zijn goed recht. Maar hij weet hoe de wet is. De heer Schoonen had een stemverklaring kunnen afleggen. Tijdens de stemming is het niet anders mogelijk dan voor of tegen te stemmen. Het raadslid Schoonen zegt zich ook te mogen onthouden van stemming in dit geval. De voorzitter zegt dat hij dan met hoofdelijke stemming de zaal moet verlaten. Het raadslid Schoonen zegt dat hij zich wilde onthouden van stemming, maar hij wilde het alleen even aangegeven krijgen. De voorzitter zegt het hem te hebben aangegeven voor de stemming. 29. Voorstel met betrekking tot het bezwaarschrift tegen de weigering van vrijstellir^^ ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het raadslid Gelten zegt dat de fractie van de Partij Putse Belangen van mening is, dat deze vrijstelling wel verleend moet worden. Het bezwaarschrift dat door de heer 4 Nuijten is verwoord heeft dat,volgens hem, voldoende aangegeven. Hij stelt dat er een bepaald vertrouwen is gewekt. Voorts stelt hii dat er al heel veel is gezegd over de inhoudelijke kant van de zaak. De fractie van de partij Putse Belangen vindt dat de vrijstelling verleend moet worden. Uit informatie over deze zaak is hij te weten gekomen, dat er in deze aangelegenheid "zaken" zijn verricht. 4 Als de raad nu conform het voorstel besluit, zal deze zaak verder buiten de arob-sfeer vallen. Dan zal het college er rekening mee moeten houden, dat dan een civiele procedure kan volgen, waarbij een civiel-rechter wellicht tot heel andere standpunten kan komen. De fractie van de Partij Putse Belangen is dus voor het verlenen van vrijstelling. Het raadslid van Wees zegt het volgende: 4 Voorzitter, de C.DA.-fractie is ook nu voor Uw voorstel om het ingediende bezwaarschrift van de heer Zandee ongegrond te verklaren. De in Uw voorstel opgesomde argumenten achten wij juist en we hebben er geen behoefte aan om die nogeens te herhalen. Mede, omdat ik persoonlijk een exemplaar van de pleitnota in mijn brievenbus aantrof

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 29