Hij zegt nogmaals dat de fractie van de Partij de Putse Belangen geen
problemen heeft met de machtiging. Hij zegt wel te hopen op een zo
gedetailleerd mogeiljke informering, zodat de raadsleden een welover
wogen besluit kunnen nemen over de toekomst van het woningbedrijf
Het raadslid Meijer Drees merkt op dat men, kijkend naar een eventuele
overdracht van het gemeentelijk woningbedrijftwee houdingen aan kan
nemen. Men kan een principieel politieke houding aannemen. Maar men kan
ook een meer praktische kijk op de zaak hebben en zich daarbij afvragen
wat de sociale en de financiële consequenties zijn van die overdracht.
Helaas bieden de gegevens welke door het college van burgemeester en
wethouders worden aangeboden, en waarop de raadsleden hun oordeel
moeten baseren, onvoldoende houvast om tot een oordeel te kunnen komen.
Elk inzicht omtrent de consequenties voor Openbare Werken, Financiën en
Algemene Zaken, ontbreken, of worden althans niet aan de raadsleden
voorgelegd. Hij zegt niet in detail te willen treden om aan te geven
hoe weinig werkelijke gegevens en prognoses hier door het college van
burgemeester en wethouders worden aangeboden. Het voorstel wandelt daar
dan ook vrolijk overheen. U verzoekt de gemeenteraad, U, op basis van
het voorgaande te machtigen om de onderhandelingen af te ronden en het
geheel ter vaststelling aan de raad voor te leggen. Deze machtiging
heeft het college van burgemeester en wethouders helemaal niet nodig.
Zij zijn gemachtigd elke onderhandeling dan ook te voeren, af te ron
den, en aan de raad voor te leggen ter vaststelling. Hij zegt zich dan
ook af te vragen waarom het college dit voorstel aan de raad doet.
Het "college geeft de gemeenteraad de vier fundamenten op grond van
waarvan zij denkt de onderhandelingen te voeren. Eén van deze fundamen
ten is dat overdracht van het gemeentelijk woningbedrijf geen con
sequenties mag hebben voor de huidige personeelsformatie van de dienst
gemeentewerken. Daarbij schrijft het college dat zij verwachten, na
overleg met het hoofd van de dienst gemeentewerken, de vrijkomende
taken op te kunnen vangen.
Het college schrijft "na gewenst onderhoud", hetgeen naar zijn mening
betekent, dat het college dit niet zeker weet. Erger nog, dat er nog
geen onderhoud is geweest.
Ook bij de andere voorwaarden welke door het college gesteld worden
heeft het college nog geen schijn van een invulling gegeven. Het
college vraagt dus toestemming om te gaan onderhandelen op grond van
voorwaarden, waaraan zij zelf nog helemaal geen invulling hebben gege
ven, of deze onderhandelingen zelfs af te ronden.
Hij zegt dat voor zover hij uit de stukken op kan maken de Stichting
Regionaal Woningbezit te Steenbergen nu alleen nog wacht op het uitein
delijke aanbod van de gemeente Putte. Hij zegt niet te verwachten dat
de Stichting Regionaal Woningbezit te Steenbergen akkoord gaat met
heropening van de onderhandelingen, zeker niet nu er door het college
beloofd is de overdrachtsdatum op 1 januari 1989 te zetten.
Hij zegt dat hem, toen hij zich in de stukken verdiepte, steeds meer
een gevoel van onbehagen bekroop. Waarom wordt er een machtiging
gevraagd welke volslagen overbodig is? Is het om de minimale eisen vast
te leggen welke door de gemeenteraad worden gesteld? Echter, de gemeen
teraad kan niet beoordelen wat zijn minimale eisenpakket is. Er zijn
nog wel andere basiseisen te formuleren, zoals bijv. wie wijst de
woningen toe. Indien de gemeenteraad nu de machtiging onthoudt, weet
het college nog niet of de gemeenteraad de eisen te zwaar vindt. Hij
zegt dat het volgens hem verstandiger is om deze hele zaak op te
schuiven naar een extra raadsvergadering, zoals ook reeds door het
raadslid Gelten werd voorgesteld, waarin dan alle gegevens welke bij
het college bekend zijn ter tafel komen. Dan kan getracht worden om te
komen tot een goed basispakket van eisen, waarmee het college iets kan
doen