-6- Reeds jaren is er vanuit Uw midden, in de richting van het college van burgemeester en wethouders gesproken omtrent deze overdracht. Het woningbedrijf, dat al jaren oud is, zit verstrengeld in onze orga nisatie, hetgeen enige problemen oplevert bij de overdracht. Het is moeilijk om een cijfermatig beeld te krijgen van de situatie binnen de organisatie, na een eventuele overdracht van het woningbedrijf aan een vereniging of organisatie, welke dan ook. Bij deze overdracht moet met zeer veel factoren rekening worden gehouden. Het college was reeds in gesprek met het bestuur van de Stichting Regionaal Woningbezit te Steenbergen, toen zij besloten om ook het provinciebestuur in deze om advies te vragen over zowel de voortgang van de onderhandelingen als de uitkomsten van het geheel. Ook bij de provincie beseft men dat de overdracht nogal wat voeten in de aarde heeft. Door het provinciebestuur werd gesteld dat de overgang door zou moeten gaan wanneer de gemeente er voor kon zorgen dat er structureel geen nadelige gevolgen voor de gemeente aan een dergelijke overdracht vast zouden zitten. Het cardinale punt is dus dat men ervoor moet zorgen dat men nu geen beslissingen neemt waarvan later zal blijken dat zij nadelige gevolgen hebben. Er zijn gevallen bekend waarbij men bij een dergelijke overdracht wel verkeerde berekeningen heeft gemaakt, en waar men nu nog met de gevolgen zit. In dit voorstel gaat het er vooral om uiteen te zetten op welke punten het college van burgemeester en wethouders tracht tot een vergelijk te komen. Enerzijds moet dus naar de belegging van de reserves gekeken worden, anderzijds naar de personele consequenties welke aan de overdracht vastzitten. Aangezien de Stichting Regionaal Woningbezit te Steenbergen geen detachering kent, moet er gekeken worden naar een goede werkvoorziening voor het personeel. Het personeelsvraagstuk ligt zeer gevoelig en men moet dus wel degelijk op voorhand weten wat daarmee gedaan wordt. Ten aanzien van de dienst Gemeentewerken zijn dan ook door het college van burgemeester en wethouders enkele vragen gesteld betreffende de planning van werkzaamheden voor de, momenteel voor het woningbedrijf werkzame, ambtenaren en de opzichter, wanneer het woningbedrijf overgedragen is. Tevens is er gekeken naar het personeelsverloop in deze dienst de komende jaren. Hieromtrent zijn reeds enkele interne rapporten bij het college van burgemeester en wethouders binnengekomen. Het college van burgemeester en wethouders kan zich duidelijk vinden in de opzet zoals deze in de rapporten is weergegeven. Administratief ligt deze zaak niet zo moeilijk, daar rechtstreeks af te lezen is welke gevolgen het zal hebben. Het zal echter ook op dat terrein personele consequenties hebben. Dit zijn de drie hoofdpijlers waarnaar men dient te kijken. Hoewel de Stichting Regionaal Woningbezit te Steenbergen al wel bekend is in onze gemeente moet er ook naar hun belangen gekeken worden. Bekend is inmiddels dat de woningverzorging van de Stichting Regionaal Woningbezit te Steenbergen goed is. Er kunnen wel eens wat mankementen bij voorkomen. Echter, dit komt ook bij ons woningbedrijf wel eens voor. Om al deze zaken nu te kunnen regelen vraagt het college van burge meester en wethouders aan de raad hen te machtigen om op basis van de gegevens welke in het voorstel staan, en welke hier nu nader zijn verklaard, verder te gaan werken. Indien de raadsleden nog iets aan willen vullen bij dit voorstel, waar het college van burgemeester en wethouders naar hun mening rekening mee moet houden bij de onderhan delingen, dan zijn zij daar een en al oor voor. De realisering van de overdracht, het op papier zetten van de financiële gegevens, levert niet zo'n grote moeilijkheden op.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 274