-12-
We denken daarbij aan de uitbreidingsplannen in de gemeente. Het opha
len van grof vuil, en de aanleg van het Battersveld.
Dat dat allemaal kon gebeuren, is natuurlijk te danken aan de inzet van
dit college, maar had niet tot stand gebracht kunnen worden als
voorgaande colleges daar niet het een en ander aan voorbereidend werk
voor hadden verricht
Zeker is het hier op zijn plaats alle ambtenaren, ook die van het werk
voorzieningsschap, hiervoor een pluim op hun hoed te zetten, want
zonder hun inzet was het allemaal beslist niet gelukt.
Putte bouwt weer en kan, zo is onze verwachting, zijn eigen inwoners
weer een dak boven het hoofd geven. Ook aan de ouderen onder ons, die
liever niet meer zelfstandig willen wonen.
Het is begrijpelijk dat we hopen op de realisering in een later stadium
van de zgn. aanleunwoningen, die volgens een logische en verantwoorde
vervolmaking vormen van onze zorg voor goede huisvesting voor onze
bejaarden. Ook de plannen voor de zgn. seniorenwoningen doen ons erg
veel plezier, een goede doorstroming kan hiervan het gevolg zijn.
Het is opvallend dat er vrijwel elke maand wel een aanvraag ligt van
een bewoner van een huurwoning, om zijn huis te kopen. Wij achten dat
een goede en gezonde zaak.
Het jaar dat achter ons ligt, heeft dus heel wat goede zaken gebracht,
maar aan de verhouding binnen de Raad valt helaas nog steeds het een en
ander te verbeteren. Er zijn een paar momenten geweest dat de partijen
dichter bij elkaar kwamen te staan, o.a. tijdens de informele bespre
kingen over de subsidieverordening.
We hopen dat die ongewenst harde opstelling tegenover elkaar het
volgende jaar zal afnemen, en dat we groeien naar een betere
verstandhouding. Dat is niet alleen plezieriger, maar voor de grote
taak die nog op ons allen wacht: de voorbereiding op 1992 als de
Europese grenzen wegvallen en de totstandkoming van de Zoomweg, is dat
hoogst noodzakelijk. Deze Raad zal de basis moeten leggen voor het
gezicht en de levenskwaliteit van Putte, tot ver in de toekomst.
Ze kan dat alleen als er de bereidheid bestaat in harmonie, zakelijk
met elkaar samen te werken.
Hoewel dat bestuurlijk misschien in eerste instantie omslachtig lijkt,
zijn wij van mening dat die harmonie alleen te bereiken is als het
college in wezenlijke zaken, de partijen eerder bij de besluitvorming
betrekt via een zorgvuldig gekozen overlegsituatie.
De ervaring leert, dat de commissievergaderingen te weinig ruimte gebo
den wordt en dat ze te weinig invloed hebben. Dat komt onder andere
door het feit dat het college vaak adviezen vraagt, als het zelf
eigenlijk zijn mening al bepaald heeft. Het college moet de politieke
moed hebben haar steun ook bij die partijen te zoeken die niet in het
college vertegenwoordigd zijn.
Veel van de verhoudingen binnen de Raad wordt geregeld in het zgn.
Reglement van Orde. In de loop van de jaren dat dit reglement func
tioneert, zijn er andere opvattingen ontstaan omtrent het een en ander.
Wij verzoeken het college dan ook dat reglement in een Commissie van
Algemene Zaken aan de orde te stellen, zodat het aangepast kan worden
aan de behoeften van nu. Teneinde de Raad optimaal te kunnen laten
functioneren willen wij graag inzage hebben in alle door de Raad aan
het College gedelegeerde rechten. In de loop der jaren moeten dat er
nogal wat zijn en de kans is niet denkbeeldig dat met het mondiger wor
den van de Raad veel van die delegaties niet meer als terecht ervaren
worden. Ook deze materie moet ons inziens aan de orde gesteld worden,
eerst in de Commissie Algemene Zaken.
1